Regeling houdende wijziging van diverse regelingen betreffende de inschrijving en het onderhoud van luchtvaartuigen

1 september 2008

Nr. CEND/HDJZ-2008/1079 sector LUV

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 2.8, onderdeel a, van de Wet luchtvaart en de artikelen 2, vierde lid, 4, aanhef en onder a, 9, 13, 16, en 21 van het Besluit luchtvaartuigen 2008;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3 van de Regeling aanwijzing JAA-landen 20031 vervalt.

ARTIKEL II

De Regeling onderhoud lieren 20012, wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, onderdeel a, wordt de zinsnede ‘ervoor te zorgen dat het onderhoud wordt uitgevoerd volgens een onderhoudsprogramma waarmee de Minister van Verkeer en Waterstaat heeft ingestemd.’ vervangen door: een onderhoudsprogramma op te stellen en ervoor te zorgen dat het onderhoud wordt uitgevoerd volgens het onderhoudsprogramma.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

Het tweede tot en met vijfde lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

ARTIKEL III

De Regeling inschrijving Nederlandse burgerluchtvaartuigen3 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, onderdeel f, wordt ‘artikel 2, vierde lid van het Besluit luchtwaardigheid’ vervangen door: artikel 3, vierde lid, van het Besluit luchtvaartuigen 2008.

B

In artikel 7 wordt ‘bedoeld in artikel 2, vierde lid van het Besluit luchtwaardigheid’ vervangen door: artikel 3, vierde lid, van het Besluit luchtvaartuigen 2008.

ARTIKEL IV

De Regeling amateurbouwluchtvaartuigen4 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘JAR’ wordt telkens vervangen door: CS.

2. Onderdeel f wordt verletterd tot g.

3. Na onderdeel e wordt een onderdeel ingevoegd luidende:

  • f. zeer lichte helikopters: CS VLR, of.

B

In artikel 3, derde lid, onderdeel b, wordt in de eerste zin en in de eerste kolom ‘JAR’ vervangen door: CS.

C

Artikel 4, derde lid, vervalt.

D

Artikel 7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, onder 1°, wordt ‘bijlage 2’ vervangen door: bijlage 1.

2. In onderdeel c, onder 1°, wordt ‘bijlage 3’ vervangen door: bijlage 2.

E

De bijlagen worden als volgt gewijzigd:

1. Bijlage 1 vervalt.

2. De bijlagen 2 en 3 worden vernummerd tot 1 en 2.

3. Bijlage 2 (nieuw), onderdeel 6, vervalt.

4. In de eerste volzin aan het slot van bijlage 2 (nieuw) wordt de zinsnede ‘aan criterium 1, 2, 3, 4, 5, of 6,’ vervangen door: aan criterium 1, 2, 3, 4, of 5,.

ARTIKEL V

De Regeling geluidscertificaten en geluidsverklaringen luchtvaart5 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 2, derde lid, wordt de zinsnede ‘bedoeld in artikel 22b, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit luchtvaartuigen’ vervangen door: bedoeld in artikel 14, derde lid, onderdeel b, van het Besluit luchtvaartuigen 2008.

ARTIKEL VI

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige wijzigingsregeling maakt onderdeel uit van een aantal aanpassingen in de Nederlandse regelgeving waar het betreft de luchtwaardigheid van luchtvaartuigen, die zijn ingegeven door de Europese regelgeving op dit gebied. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt waar nodig een aantal eerder opgetreden omissies te herstellen.

Teneinde gemeenschappelijke regels met betrekking tot de veiligheid van de luchtvaart te verzekeren heeft de Europese Unie bij Verordening (EG) nr. 1592/20021, onlangs vervangen door Verordening (EG) nr. 216/20082, regels gegeven met betrekking tot de luchtwaardigheid. De Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft in dat verband een tweetal uitvoeringsverordeningen vastgesteld, te weten: Verordening (EG) nr. 1702/20033 en Verordening (EG) nr. 2042/20034.

In de wet van 5 juli 2006 tot wijziging van de Wet luchtvaart5 zijn een groot aantal artikelen uit hoofdstuk 3 van de Wet luchtvaart in verband met de eerdergenoemde Europese regelgeving gewijzigd. Deze wijzigingen hebben gevolgen gehad voor het Besluit luchtvaartuigen. Daarnaast hebben de twee uitvoeringsverordeningen geleid tot aanpassing van het Besluit luchtvaartuigen. Gelet op de omvang van de vereiste wijzigingen is gekozen voor het integraal herzien en opnieuw vaststellen van het Besluit luchtvaartuigen. Het Besluit luchtvaartuigen 2008 (Stb. 2008, 190) is op 4 juni 2008 in werking getreden.

In het Besluit luchtvaartuigen 2008, waar een aantal onderdelen van onderhavige wijzigingsregeling op is gebaseerd, wordt een nadere uitwerking gegeven van de bepalingen in de Wet luchtvaart betreffende de nationaliteit en inschrijving van luchtvaartuigen, aanvullende type-certificaten, bewijzen van luchtwaardigheid, geluidsdocumenten en erkenning van luchtvaarttechnische bedrijven. Het besluit geeft een nadere invulling van de procedurele en administratieve handelingen om de diverse luchtwaardigheidsdocumenten te verkrijgen. In de van toepassing zijnde Ministeriële regelingen wordt waar nodig daar nader uitwerking aan gegeven.

In deze wijzigingsregeling wordt in dat verband onder meer de terminologie aangepast. Daarnaast worden daar waar nodig verwijzingen naar het oude Besluit luchtvaartuigen vervangen door verwijzingen naar het Besluit luchtvaartuigen 2008. Voorts zijn de regelingen op een aantal onderdelen inhoudelijk aangepast. Verder wordt in de Regeling onderhoud lieren 2001 een administratieve aanpassing doorgevoerd. In de artikelgewijze toelichting zal op deze wijzigingen nader worden ingegaan.

Deze wijzigingsregeling brengt geen administratieve lasten met zich mee. Voor wat betreft de wijziging van de Regeling onderhoud lieren 2001 betekent het wegvallen van het instemmingsvereiste voor de sector zelfs een lastenverlichting.

Artikelsgewijs

Artikel I

Voor de wijziging van de Regeling aanwijzing JAA-landen 2003 zijn een tweetal bijlagen bij Verordening (EG) nr. 2042/2003 van belang:

  • Part 66 (Bijlage III), vervanger van de JAR-66, inzake kwalificaties van onderhoudspersoneel; en

  • Part 147 (Bijlage IV), vervanger van de Part-147, inzake erkenning van opleidingsinstituten voor JAR-66 kwalificaties.

De JAR’s zijn de door de JAA (Joint Aviation Authorities) vastgestelde luchtvaartvoorschriften, de zogenoemde Joint Aviation Requirements. Deze voorschriften krijgen eerst rechtskracht door implementatie in de nationale regelgeving van de betrokken JAA-landen. Zo ook de wederzijdse acceptatie van de documenten die door andere JAA-landen zijn afgegeven.

De JAR-66 en JAR-147 zijn inmiddels vervangen door eerdergenoemde Part 66 en Part 147.

Aangezien de verordeningen rechtstreekse werking hebben dienen certificaten afgegeven in overeenstemming met bepalingen van Part 66 en Part 147 door opleidingsinstellingen en bevoegde autoriteiten in andere EASA-landen door Nederland zonder formaliteiten te worden erkend. Artikel 3 van de regeling vervalt dan ook.

Artikel II

Met deze wijzigingsregeling wordt in de Regeling onderhoud lieren 2001 de verantwoordelijkheid voor het opstellen van een onderhoudsprogramma voor lieren en het aanwijzen van een liertechnicus bij de eigenaar/houder van een lier neergelegd. Instemming van de Minister van Verkeer en Waterstaat met het onderhoudsprogramma en met de aanwijzing van een liertechnicus door de eigenaar/houder is niet langer nodig. Onveranderd blijven de inhoudelijke eisen voor het onderhoudsprogramma en de technicus. De eigenaar/houder van een lier blijft verplicht ervoor te zorgen dat het onderhoud, de revisie en herstelling zodanig worden uitgevoerd dat de deugdelijkheid van de lier wordt gewaarborgd. Voorts blijft de handhaving in handen van de Minister van Verkeer en Waterstaat. Aangewezen liertechnici en onderhoudsprogramma’s blijven nog steeds een verplichting waardoor, in combinatie met de handhaving door de Minister van Verkeer en Waterstaat, de veiligheid gewaarborgd blijft. Met deze wijziging in verantwoordelijkheid komt de veiligheid niet in het geding.

Artikel III

In de Regeling inschrijving Nederlandse burgerluchtvaartuigen worden de verwijzingen naar bepalingen in het Besluit luchtvaartuigen vervangen door verwijzing naar bepalingen in het Besluit luchtvaartuigen 2008.

Artikel IV

In de Regeling amateurbouwluchtvaartuigen is JAR vervangen door CS. Het ontwerp van een amateurbouwluchtvaartuig moet voldoen aan een gelijkwaardig veiligheidsniveau als het veiligheidsniveau van vergelijkbare niet-amateurgebouwde luchtvaartuigen. Met de komst van EASA (European Aviation Safety Agency) als opvolger van de JAA (Joint Aviation Authorities), zijn de luchtwaardigheidseisen van de JAA, de zogenoemde JAR’s (Joint Aviation Requirements), voor wat betreft de technische eisen aan een product, vervangen door de door EASA uitgegeven Certification Specifications, de CS. In de CS zijn tevens luchtwaardigheidseisen opgenomen voor zeer lichte helikopters die ook gebruikt kunnen worden voor de amateurbouwluchtvaartuigen.

Het model van het speciaal-BvL is vanwege de wijzigingsgevoeligheid niet meer opgenomen in de regeling.

In bijlage 2 (was bijlage 3) is onderdeel 6 betreffende de wijziging van het type of model van de radio-communicatie apparatuur komen te vervallen. Omdat de Minister de gebruikte communicatie-apparatuur niet meer bijhoudt voor het agentschap Telecom, kan de melding van wijzigingen hierin vervallen.

Artikel V

In de Regeling geluidscertificaten en geluidsverklaringen luchtvaart worden de verwijzingen naar bepalingen in het Besluit luchtvaartuigen vervangen door verwijzing naar bepalingen in het Besluit luchtvaartuigen 2008.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.


XNoot
1

Stcrt. 2003, 102; laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling van 22 februari 2007 (Stcrt. 43).

XNoot
2

Stcrt. 2001, 198.

XNoot
3

Stcrt. 2001, 198; laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling van 21 november 2005 (Stcrt. 241).

XNoot
4

Stcrt. 2002, 56: laatstelijk gewijzigd bij Ministeriële regeling van 26 april 2005 (Stcrt. 85).

XNoot
5

Stcrt. 2005, 84.

XNoot
1

Verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PbEG L 240).

XNoot
2

Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PbEU L 79).

XNoot
3

Verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 september 2003 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PbEU L 243).

XNoot
4

Verordening van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 november 2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PbEU L 315).

XNoot
5

Wet van 5 juli 2006 tot wijziging van de Wet luchtvaart ter uitvoering van een viertal verordeningen van de Europese Unie op het terrein van luchtvaartuigen en de verzekering daarvan, passagiersrechten en beperking aansprakelijkheid van de luchthavencoördinator (Stb. 2006, 359).

Naar boven