Herziene regeling van de Minister van Financiën tot vaststelling voor 2008 van de maatstaven, bandbreedtes en tarieven, bedoeld in artikel 3 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties

6 november 2008

Nr. FM/2008/2697 M

Directie Financiële Markten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 7 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder regeling: Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties.

Artikel 2

Het minimumbedrag, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de regeling, wordt vastgesteld op:

  • a. € 3.929 voor accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onder a, van de regeling die wettelijke controles verrichten bij organisaties van openbaar belang;

  • b. € 786 voor accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onder a, van de regeling die geen wettelijke controles verrichten bij organisaties van openbaar belang;

  • c. € 196 voor accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onder b, van de regeling.

Artikel 3

De maatstaven, bandbreedtes en tarieven, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de regeling, worden vastgesteld als volgt:

Categorie

Maatstaf

Bandbreedte

Verdeelsleutel

accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onder a, van de regeling

omzet van de wettelijke controles bij organisaties van openbaar belang

€ 0 tot en met € 1 mln.

€ 864,41 per € 10.000 of een gedeelte daarvan

> € 1 mln. tot en met € 10 mln.

€ 471,50 per € 10.000 of een gedeelte daarvan

> € 10 mln.

€ 7,86 per € 10.000 of een gedeelte daarvan

    
 

omzet van de wettelijke controles bij controlecliënten die geen organisatie van openbaar belang zijn

€ 0 tot en met € 10 mln.

€ 9,43 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

 

> € 10 mln. tot en met € 50 mln.

€ 5,50 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

 

> € 50 mln.

€ 0,79 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

    

accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onder b, van de regeling

omzet van de wettelijke controles

€ 0 tot en met € 500.000

€ 26,69 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

> € 500.000 tot en met € 1 mln.

€ 7,85 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

> € 1 mln.

€ 3,92 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

Artikel 4

Het overeenkomstig de artikelen 2 en 3 berekende bedrag wordt verminderd met een bedrag van € 200 voor accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onder b, van de regeling die op 1 oktober 2008 lid waren van de vereniging Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten en voor zover deze vermindering niet leidt tot een lager bedrag dan € 196.

Artikel 5

De Regeling van de Minister van Financiën van 22 juni 2008 tot vaststelling voor 2008 van de maatstaven, bandbreedtes en tarieven, bedoeld in artikel 3 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties (Stcrt. 121) wordt ingetrokken.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,

W.J. Bos.

TOELICHTING

In deze regeling zijn de tarieven voor de kosten van het doorlopend toezicht, bedoeld in artikel 3 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties, voor het jaar 2008 opnieuw vastgesteld. De eerder dit jaar vastgestelde regeling is ingetrokken. De bij deze regeling vastgestelde tarieven zijn gebaseerd op een voorstel van de Autoriteit Financiële Markten (de AFM), dat is herzien naar aanleiding van twee uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).

Latere vaststelling

Op 18 juni 2008 heeft het CBb twee uitspraken1 ten aanzien van vier effecteninstellingen (thans: beleggingsondernemingen, hierna ook: appellanten) gedaan over de doorberekening van toezichtkosten in 2005 onder de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (de Wte 1995). Deze uitspraken hebben aanleiding gegeven te bezien in hoeverre de medio 2008 vastgestelde tarieven voor het doorlopend toezicht over 2008 ingevolge de Wta aanpassing behoeven. Hiermee is tevens tegemoet gekomen aan het verzoek van enkele representatieve (branche)organisaties om voormelde uitspraken bij de tariefvaststelling doorlopend toezicht over 2008 te betrekken. De Tweede Kamer is hiervan op de hoogte gebracht2 en hiervan is mededeling gedaan in de Staatscourant3. Hierin was aangegeven dat er naar gestreefd werd om uiterlijk in oktober 2008 inzicht te bieden of de uitspraken van het CBb leiden tot aanpassingen van de vastgestelde tarieven voor het doorlopend toezicht ingevolge de Wta. Aangezien – in samenwerking met de AFM en De Nederlandsche Bank (DNB) – de inventarisatie van de gevolgen van de uitspraken van het CBb zich niet heeft beperkt tot de kosten ter voorbereiding van wet- en regelgeving, maar hierin tevens andere kostencomponenten zijn betrokken, zijn de tarieven begin november 2008 opnieuw vastgesteld. Wel is deze regeling direct na ondertekening – en nog voor publicatie in de Staatscourant – ter informatie aan de (representatieve) brancheorganisaties gestuurd en op de website geplaatst.

Kosten ter voorbereiding van wet- en regelgeving

Het CBb heeft geoordeeld dat de kosten van de AFM (en DNB) die rechtstreeks verband hielden met de voorbereiding van wet- en regelgeving (in nationaal en internationaal verband) niet voor doorberekening aan de appellanten in aanmerking kwamen aangezien deze onvoldoende verband hielden met de aan de toezichthouders ingevolge de Wte 1995 overgedragen taken en bevoegdheden. Dit heeft geleid tot een inventarisatie door het Ministerie van Financiën en de AFM van de toezichthouderkosten onder de Wft bij voorbereiding van wet- en regelgeving die voor rekening van de Staat dienen te komen enerzijds en de kosten gemaakt door de AFM ter voorbereiding op wet- en regelgeving die niet voor rekening van de Staat dienen te komen anderzijds.

In 2007 is aan de Tweede Kamer gemeld4 dat de kosten van de ondersteuning door de toezichthouders bij het wetgevingsproces, die verder gaan dan hun adviserende rol, voor rekening van de Staat komen. Hierop heeft de Staat over 2007 de kosten van detachering van medewerkers van de toezichthouders bij het Ministerie van Financiën voldaan. Uit de uitspraken van het CBb en de genoemde inventarisatie kan echter worden afgeleid dat onder de kosten ter voorbereiding van wet- en regelgeving meer kosten vallen dan alleen de detachering van medewerkers van de toezichthouders bij de Staat. Gelet hierop heb ik – met inachtneming van het hierna bepaalde over de marktpartijen waarvan het heffingsbesluit 2007 nog niet onherroepelijk vaststaat, die tevens onder doorlopend toezicht 2008 staan – aanleiding gezien ook deze andere kosten uit 2007 en alle hiermee verband houdende kosten uit 2008 via een verhoging van de overheidsbijdrage aan de toezichthouders in 2008 voor rekening van de Staat te laten komen. Daarnaast komen ook de kosten van voorbereiding van wet- en regelgeving uit eerdere jaren voor rekening van de Staat voor zover deze inbegrepen zijn in de begrote afschrijvingskosten 2008 van geactiveerde voorbereidingskosten.

Kosten andere activiteiten dan voorbereiding van wet- en regelgeving

Ook is onderzocht of er nog andere activiteiten van de toezichthouders zijn die vanaf 2008 evenmin voor doorberekening aan marktpartijen in aanmerking komen. Dit onderzoek heeft ertoe geleid dat de kosten die de AFM maakt voor de website www.geldwaardering.nl en de subsidiëring van de leerstoel financieel toezicht aan de Universiteit van Tilburg vanaf 2008 niet aan de markt zullen worden doorberekend. De kosten die de AFM maakt voor consumentenvoorlichting die niet direct herleidbaar is tot een wettelijke taak worden eveneens vanaf 2008 niet langer aan de markt doorberekend. Naar aanleiding van de CBb-uitspraken worden de rentekosten van de AFM verband houdend met geactiveerde kosten van voorbereiding van toezicht vanaf 2008 niet langer over alle heffingscategorieën verdeeld, maar specifiek aan de heffingscategorieën toegerekend waarop deze betrekking hebben.

De effecten van de hiervoor genoemde wijzigingen zijn verwerkt in de exploitatiesaldi 2007 en/of de begroting 2008. De in deze regeling vastgestelde tarieven zijn hierop gebaseerd. In de begroting worden de verschillende kostensoorten afhankelijk van de heffingscategorie waarop deze betrekking hebben doorberekend. Als gevolg hiervan lopen de effecten op de tarieven van het niet meer of anders doorbelasten van de voormelde kostensoorten per heffingscategorie sterk uiteen. Het gemiddelde effect op de tarieven 2008 van de AFM is ongeveer 4% voor 2007 en 5% voor 2008. Het totaaleffect voor de tarieven 2008 komt daarmee voor de AFM uit op een gemiddelde van 9%. Het gemiddelde effect op de tarieven 2008 van DNB is ongeveer 6% over 2007 en 6% over 2008. Het totaaleffect voor de tarieven 2008 komt daarmee voor DNB uit op een gemiddelde van 11%. Hierbij wordt het volgende opgemerkt: de kosten van de toezichthouders ter voorbereiding van wet- en regelgeving over 2005, 2006 en 2007, voor zover niet reeds door de Staat voldaan, zullen alleen worden gerestitueerd aan marktpartijen waarvan het heffingsbesluit nog niet onherroepelijk vaststaat. Dit is in lijn met de leer van de formele rechtskracht ingevolge waarvan een besluit van een bestuursorgaan waartegen niet tijdig of tevergeefs bezwaar of beroep is ingesteld, vaststaat. Teneinde dit te bewerkstelligen zal op korte termijn een aparte ministeriële regeling (reparatie over 2007) worden opgesteld. Ten aanzien van het jaar 2007 geldt echter nog het volgende: bij de berekening van voorgenoemde effecten – en het hiervoor vermelde over vergoeding van voorbereidingskosten van wet- en regelgeving over 2007 – is rekening gehouden met het gegeven dat marktpartijen waarvan het heffingsbesluit 2007 nog niet onherroepelijk vaststaat, die tevens onder doorlopend toezicht 2008 staan, worden geacht via de heffing doorlopend toezicht 2008 gecompenseerd te zijn. Dit houdt in dat deze partijen voor het jaar 2007 geen aanspraak kunnen maken op een aparte restitutie onder de nog op te stellen Ministeriële regeling.

Toezicht accountantsorganisaties

Voor een verdere toelichting op de in deze regeling vastgestelde tarieven wordt verwezen naar de toelichting bij de eerder dit jaar vastgestelde tarieven (Stcrt. 2008, 132).

De Minister van Financiën,

W.J. Bos.


XNoot
1

Uitspraken van het CBb van 18 juni 2008 met kenmerk AWB 07/183 en AWB 07/184.

XNoot
2

Kamerstukken II, 2007/08, 28 122, nr. 27.

XNoot
3

Stcrt. 2008, 132 .

XNoot
4

Kamerstukken II 2006/07, 28 122, nr. 22.

Naar boven