Regeling houdende regels met betrekking tot opleidingen en examens ter verkrijging van bewijzen van bevoegdheid voor onderhoudstechnici (Regeling opleiding en examen bevoegdverklaringen AML en Part-66 AML)

14 oktober 2008

Nr. CEND/HDJZ-2008/1346 sector LUV

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 november 2003 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PbEU L 315) en de artikelen 13, eerste lid, 14, derde lid, 15, tweede en derde lid en 16 van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Minister:

Minister van Verkeer en Waterstaat.

HOOFDSTUK 2. GEREGISTREERDE OPLEIDINGSINSTELLINGEN

Artikel 2

  • 1. Een geregistreerde opleidingsinstelling beschikt over een bewijs waarop de opleiding waarop de registratie van toepassing is, is vermeld.

  • 2. De registratie van een opleidingsinstelling blijft gehandhaafd indien er opleidingen voor het examen conform de eisen van Part-66 of de bijlagen 1 tot en met 8 bij deze regeling, inzake basiskennis worden verzorgd of totdat de laatste deelnemer van het cohort dat gestart is met de opleiding vóór 28 september 2006, deze heeft afgerond.

  • 3. De opleidingsinstelling dient het registratiebewijs in te leveren bij de Minister indien geen actieve deelnemers meer aan de opleidingsinstelling zijn verbonden of wanneer de laatste deelnemer van het in het tweede lid genoemd cohort de opleiding heeft afgerond.

  • 4. Wanneer de opleiding wordt gewijzigd of beëindigd, alsmede in geval van wijzigingen ten aanzien van het personeel, de faciliteiten, het leerplan, de leermiddelen of het beoordelingsregistratiesysteem ten behoeve van deze opleiding, stelt de geregistreerde opleidingsinstelling de Minister hiervan per omgaande in kennis.

  • 5. De registratie kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken in geval de opleidingsinstelling verzuimt de Minister in kennis te stellen van wijzigingen bedoeld in het vierde lid, alsmede ingeval niet langer wordt voldaan aan de bij de registratie gestelde voorwaarden dat de opleidingsinstelling beschikt over:

    • a. voldoende en geschikt personeel;

    • b. voldoende en geschikte theorie- en praktijkruimten;

    • c. een leerplan dat een duidelijk overzicht van de leerstof omvat, alsmede het vereiste aantal lesuren en de verdeling over de voor de opleiding beschikbare tijd;

    • d. voldoende en geschikte leermiddelen; en

    • e. een beoordelingsregistratiesysteem waarmee de resultaten van de deelnemers op overzichtelijke wijze worden bijgehouden en bewaard tot tenminste 2 jaar na het door de deelnemers beëindigen van de opleiding.

HOOFDSTUK 3. EXAMENCOMMISSIE

Artikel 3

De examencommissie voor onderhoudstechnici in de luchtvaart is bevoegd tot het afnemen van het examen waarmee wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de eisen inzake basiskennis of typekennis voor afgifte van de bijzondere bevoegdverklaringen die kunnen worden vermeld op een AML of een Part-66-AML.

Artikel 4

  • 1. De Minister stelt ten minste eenmaal per twee jaar het aantal examinatoren vast en biedt gelegenheid aan erkende onderhoudsorganisaties, erkende en geregistreerde opleidingsinstellingen, examinatoren en de voorzitter, bij een vacature personen voor te dragen.

  • 2. De Minister kan een voorgedragen persoon voor ten hoogste twee jaren autoriseren als examinator, nadat is aangetoond, dat hij of zij beschikt over de kennis, ervaring en bekwaamheid die voor het afnemen van het examen relevant is.

  • 3. De Minister benoemt de voorzitter en de secretaris. De secretaris vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid.

  • 4. De voorzitter roept de examencommissie ten minste eenmaal per jaar bijeen.

Artikel 5

  • 1. Een examinator heeft recht op een vergoeding voor de door hem verrichte werkzaamheden.

  • 2. De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, is samengesteld uit:

    • a. een honorarium voor het examen basisbevoegdheden, bestaande uit € 50 per gemaakte examenset, € 25 per uur voor bij het examen vereiste aanwezigheid en € 5 per beoordeeld examenresultaat;

    • b. een honorarium voor het examen typebevoegdheden, bestaande uit € 400 per voorbereiding van een type-examen en € 25 per uur voor het afnemen van het examen;

    • c. een vergoeding volgens het Reisbesluit binnenland voor gemaakte reis- en verblijfkosten voor alle werkzaamheden ten behoeve van de commissie.

  • 3. De voorzitter en de secretaris kunnen bij de Minister een vergoeding voor de verrichte werkzaamheden declareren. De vergoeding bedraagt voor:

    • a. de voorzitter € 40 per uur voor alle werkzaamheden;

    • b. de secretaris € 25 per uur voor alle werkzaamheden.

    Daarnaast kunnen de voorzitter en de secretaris een vergoeding volgens het Reisbesluit binnenland voor gemaakte reis- en verblijfkosten voor alle werkzaamheden ten behoeve van de commissie declareren.

  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op de in het eerste en derde lid bedoelde personen, die rijksambtenaar zijn en de desbetreffende werkzaamheden verrichtten tijdens diensttijd.

  • 5. In afwijking van het eerste lid wordt aan examinatoren die door de Minister zijn geautoriseerd op voordracht van een geregistreerde opleidingsinstelling, geen vergoeding verstrekt, wanneer het examen wordt afgenomen van deelnemers van die opleidingsinstelling.

Artikel 6

De examinator is verplicht tot geheimhouding met betrekking tot de examenopgaven en de overige gegevens waarvan de vertrouwelijke aard is vastgesteld.

Artikel 7

  • 1. De autorisatie kan worden geschorst wanneer een ernstig vermoeden bestaat dat de examinator in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 6, of het examenreglement.

  • 2. De autorisatie kan worden ingetrokken wanneer de examinator in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 6, of het examenreglement.

HOOFDSTUK 4. EXAMENREGLEMENT

Artikel 8

  • 1. Ten behoeve van het examen wordt door de examencommissie een examenreglement opgesteld.

  • 2. Het examenreglement wordt ter vaststelling voorgelegd aan de Minister.

Artikel 9

  • 1. De basiskennismodules voor de in tabel 1 genoemde bevoegdverklaringen op een AML waarmee wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de eisen inzake basiskennis voor afgifte van die bevoegdverklaringen, zijn vastgelegd in de bij deze regeling behorende bijlagen 1 tot en met 8 en de tabellen 2 en 3.

    Tabel 1

    Bevoegdverklaring

    Basiskennis

    Examen duur

    AB1Z/T

    bijlage 1 (voorheen 70)

    tabel 2

    AB2Z/T

    bijlage 2 (voorheen 71)

    tabel 2

    AB3Z/T

    bijlage 3 (voorheen 72)

    tabel 2

    C(E)F

    bijlage 4 (voorheen 73)

    tabel 2

    DG

    bijlage 5 (voorheen 74)

    tabel 2

    A

    bijlage 6 (voorheen 75)

    tabel 3

    B

    bijlage 7 (voorheen 76)

    tabel 3

    C

    bijlage 8 (voorheen 77)

    tabel 3

    Tabel 2. Examen voor de bevoegdverklaringen AB1Z, AB1T AB2Z, AB2T, AB3Z, AB3T, CEF en DG
     

    Examen (schriftelijk) in minuten

    Examen basiskennismodule

    AB1Z

    AB1T

    AB2Z

    AB2T

    AB3Z

    AB3T

    CEF

    DG

    Voorschriften

    60

    60

    60

    60

    60

    60

    60

    60

    Vliegtuigen

    60

    60

    90

    90

    90

    90

    60

    60

    Zuigermotoren

    60

     

    60

     

    60

       

    Turbinemotoren

     

    60

     

    60

     

    60

      

    Instrumenten

    60

    60

    60

    60

    60

    60

    90

     

    Elektrische installaties

    60

    60

    60

    60

    60

    60

    60

     

    Elektriciteitsleer

          

    60

    60

    Klimaatregeling

          

    90

     

    Automatische vluchtgeleidingssystemen

           

    90

    Communicatie-, navigatie- en identificatie-installaties

           

    90

    Tabel 3. Examen voor de bevoegdverklaringen A, B of C
     

    Examen (schriftelijk) in minuten

    Examen basiskennismodule

    A

    B

    C

    Voorschriften

    60

    60

    60

    Vliegtuigen

    90

    45

    45

    Motoren

     

    60

     

    Vliegtuiginstrumenten

    45

      

    Motorinstrumenten

     

    30

     

    Elektrische installaties

    30

    45

     

    Elektrische en elektronische installaties

      

    60

  • 2. Wanneer de examenkandidaat houder is van een AML omvat het examen bedoeld in het eerste lid, de modules zoals opgenomen in tabel 4.

  • 3. Het examen bedoeld in het eerste lid is met goed gevolg afgelegd wanneer de examinandus in ten hoogste twee jaren voor iedere module ten minste het cijfer 6,0 heeft behaald.

  • 4. Het examen typebevoegdheid wordt afgelegd op basis van de onderhoudsdocumentatie van het vliegtuigtype, waarvoor examen wordt afgelegd. De examenkandidaat biedt daartoe de examencommissie inzage in die documentatie, die geheel bijgewerkt dient te zijn.

  • 5. De wijze van examineren en de duur van het examen, bedoeld in het vierde lid, is opgenomen in tabel 5. Het examen typebevoegdheid is met goed gevolg afgelegd wanneer de examinandus het cijfer 6,0 of hoger heeft behaald.

    verkleinde afbeelding van 
                           Tabel 4. Examen voor deelnemers die houder zijn van een AML.

    Tabel 4. Examen voor deelnemers die houder zijn van een AML.

    Tabel 5. Examen voor de typebevoegdverklaring

    Examen

    Mondeling examen in minuten

    Alle vliegtuigtypen

    ten hoogste 60

Artikel 10

  • 1. Het examen voor de bevoegdverklaringen op een Part-66-AML, waarmee wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de eisen inzake basiskennis voor afgifte van die bevoegdverklaringen, is vastgelegd in Part-66, inzake kwalificaties van onderhoudspersoneel, Bijlage III bij verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 november 2003 (PbEG L 315).

  • 2. Wanneer de examenkandidaat houder is van een Part-66-AML omvat het examen, bedoeld in het eerste lid, de modules opgenomen in de bij deze regeling behorende tabel 6.

    verkleinde afbeelding van 
                           Tabel 6. Examen voor deelnemers die houder zijn van een Part-66-AML.

    Tabel 6. Examen voor deelnemers die houder zijn van een Part-66-AML.

Artikel 11

  • 1. Als regel wordt tweemaal per jaar gelegenheid gegeven tot het afleggen van het examen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan, wanneer in een jaar het aantal examenkandidaten minder dan 10 bedraagt, de voorzitter besluiten dat in het daaropvolgende jaar slechts eenmaal gelegenheid wordt gegeven tot het afleggen van het examen.

  • 3. De voorzitter stelt na consultatie van de examencommissie de plaats, datum en tijd van het examen vast en publiceert deze op de website www.ivw.nl van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

  • 4. In afwijking van het derde lid kan een examinator die door de Minister is geautoriseerd op voordracht van een geregistreerde opleidingsinstelling na instemming van de voorzitter het examen van de deelnemers van die opleidingsinstelling afnemen op een door hem vastgestelde plaats, datum en tijd.

Artikel 12

  • 1. Aanmelding voor het examen vindt plaats bij de secretaris van de examencommissie.

  • 2. Een ieder, die daartoe een aanvraag indient, wordt met inachtneming van het derde lid tot het examen toegelaten.

  • 3. Toelating vindt plaats nadat de kosten volgens de Regeling tarieven luchtvaart zijn vergoed en de examinandus een wettig en geldig legitimatiebewijs heeft overgelegd.

  • 4. In afwijking van het eerste, tweede en derde lid behoeft geen aanvraag te worden ingediend en geen vergoeding van de kosten plaats te vinden wanneer sprake is van een examen bedoeld in artikel 11, vierde lid.

Artikel 13

  • 1. De examinandus kan door de examinator van verdere deelname aan het examen worden uitgesloten indien deze in strijd handelt met het reglement, bedoeld in artikel 8, eerste lid.

  • 2. De voorzitter wordt door de examinator over een uitsluiting, bedoeld in het eerste lid, geïnformeerd.

Artikel 14

  • 1. Het examenresultaat wordt als regel beoordeeld door de examinator die het examen heeft afgenomen. De voorzitter is evenwel bevoegd een andere examinator voor de beoordeling van het examenresultaat aan te wijzen.

  • 2. De uitslag van het examen wordt namens de Minister vastgesteld door de beoordelende examinator met instemming van de voorzitter. Bij een uitsluiting bedoeld in artikel 13, het eerste lid, wordt als uitslag van het examen het cijfer 1,0 of 0% vastgesteld.

  • 3. De uitslag van het examen wordt uiterlijk zes weken nadat het examen is afgelegd schriftelijk aan de examinandus bekend gemaakt.

HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 15

De Regeling opleiding en examen bevoegdverklaringen AML en JAR-66 AML wordt ingetrokken.

Artikel 16

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 17

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling opleiding en examen bevoegdverklaringen AML en Part-66-AML.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Algemeen

In deze regeling worden nadere regels gesteld over de opleidingen en examens voor het verkrijgen van bewijzen van bevoegdheid voor onderhoudstechnici. Daarnaast worden de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de examencommissie gedefinieerd.

Voor wat betreft de opleidingen en examens geldt het volgende.

Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 november 2003 betreft de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PbEG L 315). Deze verordening is een uitvoeringsverordening van Verordening (EG) nr. 1592/2002 (PbEG L 240), de zogenaamde basisverordening, waarmee onder meer het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) werd opgericht. Laatstgenoemde verordening is vervangen door Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PbEU L 79).

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 2042/2003 betreft Part-66 dat voorschriften geeft voor kwalificaties van onderhoudspersoneel. Part-66 vervangt de JAR-66 van de Joint Aviation Authorities.

In verband hiermee is de oude Regeling opleiding en examen bevoegdverklaringen AML en JAR-66 AML ingetrokken en vervangen door de onderhavige regeling die is genaamd: Regeling opleiding en examen bevoegdverklaringen AML en Part-66-AML.

Aangezien de voorschriften in Part-66 rechtstreeks werken, hebben ten opzichte van de oude Regeling opleiding en examen bevoegdverklaringen AML en JAR-66 AML enkele bepalingen wijzigingen ondergaan.

Daarnaast is in Tabel 3 van de regeling de examenduur van het vak ‘Vliegtuigen’ ten opzichte van de oude regeling verlengd naar 90 minuten. Veel theorie over reparaties komt met de in de oude regeling opgenomen examenduur van 60 minuten nauwelijks aan bod terwijl het toch van wezenlijk belang is voor het zweefvliegen. Met de verlenging van de duur van het examen kan deze materie beter worden geëxamineerd.

In de bij deze regeling behorende bijlagen 1 tot en met 8 (voorheen waren deze genummerd 70 tot en met 77) zijn de basiskenniseisen opgenomen voor de verschillende bevoegdverklaringen voor de AML. In deze bijlagen wordt het basiskennisniveau per module gedetailleerd inhoudelijk beschreven. Het betreft de kenniseisen van onder meer de motoren, elektrische installaties, en dergelijke.

In het slotformulier van de regeling is bepaald, dat de bijlagen 1 tot en met 8 (voorheen 70 tot en met 77) ter inzage liggen bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Deze terinzagelegging vindt plaats bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Saturnusstraat 50, Hoofddorp en bij de Hoofddirectie Juridische Zaken, Koningskade 4 te Den Haag.

Voor wat betreft de nalevingskosten en administratieve lasten het volgende. Deze regeling heeft betrekking op opleidingsinstellingen, aspirant onderhoudstechnici en de examencommissie voor vliegtuigonderhoudstechnici.

Opleidingsinstellingen: de in deze regeling bedoelde opleidingsinstellingen betreffen de regionale opleidingscentra. Op dit moment staat nog slechts één opleidingsinstelling geregistreerd. Deze opleidingsinstelling meldt de beëindiging van de opleiding schriftelijk bij de Minister met daarbij inlevering van de erkenning. Tijdsduur hiervoor is een half uur (éénmalig).

Het voorleggen van wijzigingen van de opleiding geschiedt schriftelijk met motivering van de wijziging en het overleggen van documenten behorende bij de wijziging. De hiervoor benodigde tijdsduur is anderhalf uur en geschiedt naar verwachting één keer per jaar.

Melding en voorlegging zullen waarschijnlijk uitgevoerd worden door een manager. Uitgaande van een intern uurtarief bedrijfsleven op managementniveau worden de totale nalevingskosten dan ook geraamd op 2 (uur) x € 49 = € 98.

Examencommissie: voor de examencommissie vloeien uit deze regeling geen administratieve lasten voort aangezien het hier geen private partij betreft, maar een door de overheid gecontroleerde en gefinancierde entiteit.

Aspirant onderhoudstechnici: voor de aspirant-onderhoudstechnici geldt het volgende.

Gebaseerd op de aantallen van 2007 melden zich jaarlijks zo’n 40 personen aan voor examens. De administratieve last voor het indienen van een aanvraag wordt geschat op maximaal een uur per kandidaat. Het gaat om middelbaar opgeleid beroepspersoneel waarvoor een bruto uurloon van € 21 van toepassing is. De totale jaarlijkse administratieve last is daarmee 40 x € 21 = € 840.

Het ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan Actal. Van de zijde van Actal is aangegeven dat het ontwerp niet wordt geselecteerd voor een toets.

Artikelsgewijs

Artikel 2

Onder een cohort deelnemers wordt verstaan de totale groep deelnemers die in hetzelfde jaar de opleiding beginnen en deze gezamenlijk doorlopen.

De Europese regelgeving inzake luchtwaardigheid van luchtvaartuigen kent slechts 2 routes naar een onderhoudsbevoegdheid: via een Part-147 erkende opleiding (Part-147 betreft Bijlage IV inzake erkenning van opleidingsinstituten voor Part-66 kwalificaties bij verordening (EG) nr. 2042/2003) of middels zelfstudie met een afsluitend staatsexamen. De nationaal geregistreerde opleidingen komen in deze structuur niet meer voor. In Part-66 is wel voorzien in een overgangregeling voor de deelnemer aan een onderhoudsopleiding bij deze nationaal geregistreerde opleidingsinstellingen. De deelnemer die met dit opleidingstraject vóór 28 september 2006 is begonnen mag dit traject afronden.

Om die reden blijven bestaande registraties gehandhaafd tot de laatste deelnemer van het vóór deze datum gestarte opleidingstraject, is afgestudeerd. Wanneer niet alle deelnemers de opleiding verlaten met een diploma maar uitvallen kan het punt bereikt worden dat de instelling praktisch gezien geen opleidingen meer verzorgt die tot een AML kunnen leiden. Aangezien er geen nieuwe deelnemers aangenomen kunnen worden zal dan de registratie worden opgeheven.

Zolang de opleidingsinstelling is geregistreerd dient nog aan de voorwaarden voor registratie te worden voldaan.

Artikel 3 tot en met 8

Deze bepalingen maken deel uit van Hoofdstuk 2 van de onderhavige regeling inzake de examencommissie voor onderhoudstechnici. In artikel 3 wordt ‘JAR-66-AML’ vervangen door: Part-66-AML. Voor wat betreft de examencommissie is van belang te vermelden dat in het licht van de Kaderwet zbo’s1 het voornemen bestaat de zelfstandige taakuitvoering bij de examencommissies luchtvaart, waaronder de examencommissie voor vliegtuigonderhoudstechnici, te beëindigen. Het streven is daarbij de beëindiging uiterlijk in 2010 af te ronden.2

In het derde lid, van artikel 4, komt tot uitdrukking dat ook niet-ambtenaren de functies van voorzitter en secretaris van de examencommissie voor onderhoudstechnici kunnen bekleden.

Voor wat betreft de vergoedingenstructuur geldt het volgende.

In het tweede lid van artikel 5 is bepaald uit welke bestanddelen de vergoeding voor een examinator bestaat.

In artikel 5, tweede lid, onderdeel b, is aangesloten bij de structuur van de vergoedingsregeling, zoals die in de overige bepalingen van de regeling is opgenomen, te weten een vergoeding per product of tijdseenheid, niet van een combinatie van beide. Het maximum vergoedingsbedrag vloeit daaruit voort, dat in de praktijk een goede voorbereiding van een type-examen al snel 16 uur of meer bedraagt, zodat vrijwel altijd het maximum bedrag wordt gedeclareerd. Op grond van artikel 5, tweede lid, onderdeel c, kunnen examinatoren, die verspreid over het land wonen en werken, wanneer zij in hetzelfde vak ter voorbereiding van een examen bijeen willen komen, de reiskosten declareren. In artikel 5, derde lid, is voor de voorzitter en de secretaris apart een vergoedingsregeling opgenomen. Deze vergoedingsregeling is alleen van toepassing als voorzitter en/of secretaris geen ambtenaar zijn of, wanneer zij wel ambtenaar zijn, voor de betrokken tijd verlof opnemen.

Ingevolge artikel 6 is de examinator buiten de examencommissie verplicht tot geheimhouding van examens en examenresultaten. Artikel 7 regelt de schorsing en intrekking van de autorisatie van de examinator.

Artikel 8 betreft het examenreglement. De examencommissie is zelf verantwoordelijk voor het opstellen van het examenreglement , dat ingevolge artikel 16, eerste lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart door de Minister wordt vastgesteld. In het tweede lid van artikel 16 staan de onderwerpen vermeld die in het examenreglement kunnen worden opgenomen.

Artikel 9

In artikel 9 wordt het examen typebevoegdheid uitgewerkt.

Artikel 10

In de oude Regeling opleiding en examen bevoegdverklaringen AML en JAR-66 AML werd verwezen naar het door de JAA uitgegeven materiaal waarin de inhoud en de wijze van examineren voor het verkrijgen van een JAR-66-AML was beschreven. In de onderhavige regeling wordt ter verkrijging van een Part-66-AML, deze verwijzing vervangen door de vindplaats in Verordening (EG) nr. 2042/2003, te weten Part 66 (Bijlage III), betreffende de kwalificaties van onderhoudspersoneel.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.


XNoot
2

Kamerstuk II 2007/08, 25 268, nr. 47., blz. 5

Naar boven