Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel oa art. 10a van de gaswet

Nr.102901_210

Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

Gelet op de artikelen 10, derde lid, 10a, eerste lid, onder d, 10a, derde lid, 35, 60, tweede lid, 60ac, eerste lid, en 60ad, eerste lid, van de Gaswet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel inzake toezicht artikel 10a, lid 3, van de Gaswet1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. GasTerra: de op grond van artikel 53 van de Gaswet aangewezen rechtspersoon;

2. Onderdeel h komt te luiden:

  • h. Omvang: de door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ter uitvoering van zijn wettelijke taken benodigde hoeveelheid gas in de door hem gevraagde hoeveelheden, zoals omschreven in artikel 10a, derde lid, van de Gaswet.

B

In de artikelen 1, 4, 5, en 6 wordt de zinsnede ‘Gasunie Trade & Supply B.V.’ telkens vervangen door: GasTerra.

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De Raad is van mening dat er geen sprake is van een redelijk tarief indien dat tarief niet blijft binnen een bepaalde bandbreedte die wordt gevormd door op zijn minst de volgende elementen:

    • a. de prijzen van flexibiliteitsdiensten uit (lopende) investeringen in alternatieve flexibiliteitsbronnen binnen de relevante markt(en);

    • b. de prijzen van flexibiliteitsdiensten van andere aanbieders dan GasTerra, die aan GTS worden aangeboden;

    • c. de marktprijzen van alternatieve flexibiliteitsdiensten binnen de relevante markt(en), en

    • d. de kostenopslag die GTS berekent bovenop het tarief van GasTerra.

2. Het tweede lid wordt vernummerd tot derde lid.

3. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De Raad houdt bij de beoordeling van de redelijkheid van tarieven rekening met de invloed van de seizoenen op de prijzen van flexibiliteitsdiensten.

D

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De Raad is van mening dat er sprake is van een aanbod met redelijke voorwaarden indien GasTerra op zijn minst met de tijdstippen waarop zij haar aanbod en de daadwerkelijke levering doet, aansluit op de tijdstippen die GTS hanteert.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De Raad is van mening dat er sprake is van een aanbod met redelijke voorwaarden indien GasTerra op zijn minst tijdig een aanbod voor levering aan GTS doet voor ten minste de volgende periodes:

    • de duur van een heel jaar, en

    • ieder kwartaal.

E

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4 Omvang

De Raad is van mening dat de omvang van de door GasTerra aan GTS aangeboden hoeveelheid flexibiliteitsdiensten voldoende is, indien:

  • a. GasTerra tijdig aan GTS aangeeft welke hoeveelheden GasTerra maximaal beschikbaar heeft voor de kwartalen, en

  • b. GasTerra als gevolg van redelijkerwijs niet aan haar toe te rekenen omstandigheden niet in staat is om in het gevraagde aanbod te voorzien.

F

Na artikel 4 worden twee artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 4a Rol GTS voor voldoen aan het aanbod waar de markt om vraagt

De Raad is van mening dat GTS aan een ieder die daarom verzoekt flexibiliteitsdiensten aanbiedt indien:

  • 1. GTS tijdig alle daadwerkelijke en potentiële afnemers consulteert over de omvang van de behoefte aan flexibiliteitsdiensten voor het daarop volgende jaar en over de wijze waarop deze diensten moeten worden aangeboden;

  • 2. GTS tijdig alle potentiële aanbieders van flexibiliteitsdiensten vraagt binnen een redelijke termijn een aanbod te doen waarmee GTS aan de behoefte, bedoeld onder 1, kan voldoen;

  • 3. GTS haar afnemers een redelijke termijn biedt om in te schrijven op het aanbod dat GTS kan doen.

Artikel 4b Gezamenlijke verantwoordelijkheid GasTerra en GTS voor het voldoen aan de vraag van de markt

De Raad is van mening dat GasTerra en GTS voorzien in de vraag van de markt indien zij elkaar op de hoogte houden van mogelijke veranderingen in de vraag van afnemers en het aanbod van GasTerra en indien zij hun hoeveelheden, werkwijze en procedures zo nodig en tijdig daar aan aanpassen en tijdig aan de markt bekend maken.

G

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘binnen een maand nadat flexibiliteitsdiensten zijn geleverd aan GTS’ vervangen door: binnen een maand nadat een aanbod is gedaan aan GTS.

2. In het eerste en tweede lid wordt het woord ‘zal’ vervangen door: kan.

H

Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Richtsnoer inzake toezicht artikel 10a van de Gaswet.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 14 november 2008.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

P. Kalbfleisch.

R.J.P. Jansen.

G.J.L. Zijl.

TOELICHTING

I Algemeen

Als GasTerra een economische machtspositie heeft, is GasTerra op grond van artikel 10a, derde lid, van de Gaswet, verplicht om tegen redelijke tarieven en voorwaarden aan de landelijk netbeheerder GTS een aanbod te doen tot levering van gas in de door GTS gevraagde hoeveelheden en op de door GTS gewenste tijdstippen. Doordat GasTerra deze verplichting heeft, is GTS vervolgens in staat om te voldoen aan zijn wettelijke taak bepaald in artikel 10a, eerste lid, onder d, flexibiliteitsdiensten aan te bieden aan een ieder die daar om verzoekt.

De Raad heeft op 26 augustus 2008 op basis van een economisch onderzoek geoordeeld dat opnieuw sprake is van een economische machtspositie van GasTerra voor flexibiliteitsdiensten voor de periode vanaf 1 januari 2009 tot en met 31 december 20111.

Met dit besluit wijzigt de Raad de eerdere Beleidsregel voor flexibiliteitsdiensten. Wijzigingen bleken onder meer nodig als gevolg van een uitspraak van het College van Beroep van het bedrijfsleven van 1 december 20062 (hierna: CBb). Het CBb heeft geoordeeld dat de Raad de aanbodprocedure voor flexibiliteitsdiensten niet in het Methode Besluit mocht opnemen omdat daarin alleen voorschriften rondom de tarieven mogen worden opgenomen. In de Beleidsregel waren daarover al toetsingscriteria voor de procedures bij GTS en GasTerra opgenomen. Deze criteria zijn in het nieuwe artikel 4a aangevuld met uitgangspunten voor de wijze waarop GTS tendert. Gekozen is voor het aangeven van een aantal ijkpunten op basis waarvan GTS haar procedures inricht. GTS publiceert de procedures daarvoor tijdig op haar website en past deze zonodig aan de behoeftes van marktpartijen aan. Hieronder worden de andere wijzigingen toegelicht.

II Inhoudelijk

Onderdeel A, B, D en G

Deze onderdelen bevatten technisch-juridische aanpassingen. Door het woord ‘volume’ in artikel 1 te vervangen door het begrip ‘omvang’ ontstaat er terminologische overeenstemming met het Besluit leveringszekerheid gaswet3.

Met de eerste wijziging van artikel 5 wordt ten behoeve van beter toezicht aangesloten op de letterlijke tekst van de wet die bepaalt dat GasTerra een redelijk aanbod moet doen. Het eventuele toezicht richt zich dan ook op dat aspect in plaats van op de daadwerkelijke levering.

Onderdeel C

De tarieven die GTS in rekening mag brengen voor de flexibiliteitsdiensten worden door de Raad jaarlijks op grond van artikel 82 van de Gaswet vastgesteld en moeten voldoen aan de methode van regulering flexibiliteitsdiensten GTS4 waarin de Raad onder andere de toegestane kostenmarge heeft bepaald. De voor GTS vastgestelde tarieven voor flexibiliteitsdiensten zijn dus zijn opgebouwd uit de tarieven die GasTerra in rekening brengt bij GTS en de toegestane kostenmarge.

In dit besluit heeft de Raad aangegeven hoe de Raad de redelijkheid van de tarieven die GasTerra aan GTS in rekening mag brengen beoordeelt. Nieuw element daarin is de kostenopslag. De kostenopslag die GTS berekent bovenop het tarief van GasTerra bepaalt mede de hoogte van het tarief dat GTS vervolgens in rekening mag brengen bij de afnemers en dat effect zal hebben in de markt en ervoor kan zorgen dat de doelstellingen van de wetgever worden gehaald. Daarom is de Raad van oordeel dat die kostenopslag een element dient te zijn bij de beoordeling van de redelijkheid van de tarieven van GasTerra. De Raad zal bij de beoordeling van de kostenmarge uitgaan van het meest recente door de Raad vastgestelde tarief van GTS voor de opslag op flexibiliteitsdiensten, zoals dat wordt gepubliceerd op de internetpagina van de Raad. Aldus kan GasTerra zich bij de prijsstelling – ten aanzien van de kostenmarge van GTS – op dat tarief baseren.

De prijzen van flexibiliteitsdiensten worden vaak beïnvloed door de seizoenen. In de wintermaanden zijn de prijzen van gas, gastransport en flexibiliteit doorgaans hoger dan in de zomermaanden. De Raad heeft aan zijn beoordelingscriteria toegevoegd dat hij bij de redelijkheid van de tarieven van GasTerra rekening houdt met de seizoensinvloeden. De Raad oordeelt dat de tarieven alleen dan redelijk zijn als daarin de prijsverhogingen in de winter en prijsverlagingen in de zomer tijdig verwerkt zijn.

Verduidelijken van ketenafhankelijkheid

Onderdeel F

De Raad heeft in 2006 en 2007 de naleving onderzocht van de wettelijke taken die GasTerra en GTS hebben aangaande flexibiliteitsdiensten. De Raad meent dat verduidelijking van de onderlinge ketenafhankelijkheid in het nieuwe artikel 4b op zijn plaats is, zodat GTS en GasTerra samen beter in staat zijn om te voldoen aan de vraag naar flexibiliteitsdiensten. De huidige werkwijze is een aanbestedingsprocedure waarbij GTS opereert als bemiddelaar tussen vraag en aanbod. Doel van de procedure is dat GasTerra tijdig voldoende flexibiliteitsdiensten aanbiedt aan GTS, zodat GTS deze aan de markt kan aanbieden en zo kan voldoen aan de vraag.

De aanpassing houdt in dat GasTerra en GTS samen actie ondernemen indien er meer vraag is dan aanbod. Zij kunnen dat doen door bijvoorbeeld binnen de termijn van het oorspronkelijke overvraagde aanbod, aan te kondigen dat er een extra mogelijkheid komt om in te bieden op nieuw aanbod van GasTerra.

Ook is het doel van de jaarlijkse consultatieprocedure verduidelijkt. GTS inventariseert jaarlijks de behoefte aan omvang en de aard van de dienst. GTS biedt de markt op deze manier de gelegenheid om vooraf aan te geven aan welke omvang en welke diensten behoefte is, GTS heeft vervolgens de wettelijke taak om daaraan te voldoen.

Vervallen zijn de bepalingen rondom de reserveringsplicht van GasTerra. Omdat GTS de hoeveelheden die de markt nodig heeft redelijk in kan schatten op basis van de jaarlijkse consultatieprocedure en deze vooraf kan inkopen bij de aanbieders van flexibiliteitsdiensten, lijkt een extra reservering door GasTerra niet nodig. Indien de vraag groter blijkt dan ingeschat hebben GTS en GasTerra de plicht te proberen aan die vraag te voldoen.

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

P. Kalbfleisch.

R.J.P. Jansen.

G.J.L. Zijl.


XNoot
1

Stcrt. 16 januari 2006, nr. 11.

XNoot
1

Besluit van 26 augustus 2008, kenmerk 102651, gepubliceerd op de website van de NMa.

XNoot
2

LNJ: AZ3454, College van Beroep voor het bedrijfsleven, AWB 06/39, 06/40, 06/47 en 06/50.

XNoot
4

Besluit van 26 augustus 2008, kenmerk 102651, gepubliceerd op de website van de NMa.

Naar boven