Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2008, 243 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2008, 243 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op artikel 3 van het Financieel besluit handelsregister en op de artikel 34, eerste lid, 36, eerste lid, 36a, eerste lid, en 37, zesde lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;
Besluit:
De Financiële regeling handelsregister1 wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1 wordt ‘€ 13,50’ vervangen door: € 13,07.
B
Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid, onder b, wordt aan ondernemingen en rechtspersonen die in het kalenderjaar 2009 zijn opgericht en ingeschreven in het handelsregister in dat kalenderjaar eenmalig een tarief van € 0,– in rekening gebracht voor het verstrekken van een uittreksel van de eigen gegevens van die rechtspersoon of onderneming.
De Regeling bijdragen en vergoedingen kamers van koophandel2 wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1, eerste lid, komt te luiden:
1. De bijdrage, bedoeld in artikel 36, eerste lid, en artikel 36a, eerste lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997, bedraagt voor elk kwartaal, of een gedeelte daarvan, voor:
a. ondernemingen toebehorende aan een natuurlijk persoon of Europese economische samenwerkingsverbanden: € 3,68;
b. verenigingen of stichtingen die een onderneming drijven: € 7,36;
c. vennootschappen onder firma, maatschappen en rederijen: € 7,36;
d. commanditaire vennootschappen: € 11,04;
e. coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen tot 50: € 11,04;
f. naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal werkzame personen tot 50: € 11,04;
g. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen tot 50: € 11,04;
h. naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal werkzame personen van 50 tot 250: € 29,44;
i. coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 50 tot 250: € 29,44;
j. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 50 tot 250: € 29,44;
k. coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 250 of meer: € 73,60;
l. naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal werkzame personen van 250 of meer: € 73,60;
m. vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 250 of meer: € 73,60;
n. publiekrechtelijke rechtspersonen die een onderneming drijven: € 7,36;
o. kerkgenootschappen die een onderneming drijven: € 3,68;
p. overige rechtspersonen die een onderneming drijven: € 7,36;
q. rechtspersonen die geen onderneming drijven: € 0,–.
B
Artikel 2 komt te luiden:
De vergoeding, bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997, bedraagt voor:
a. maatwerkgesprek: € 30,–;
b. afdruk-op-verzoek’ via de balie: € 3,50 per stuk;
c. seminars voor starters: € 30,– per dagdeel;
d. overige seminars: € 100,– per dagdeel;
e. afgifte van certificaten van oorsprong: € 17,50;
f. digitale afgifte van exportdocumenten (DAE): € 12,–;
g. afgifte van het ATA-carnet: € 185,–;
h. afgifte van legalisatiedocumenten € 8,50;
i. handelsnaamadvies: € 90,–;
j. het in depot houden van algemene voorwaarden: € 18 per jaar.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 3 december 2008
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk.
Met deze Regeling tot wijziging van de Financiële regeling handelsregister (Stcrt. 2008, 123) en de Regeling bijdragen en vergoedingen kamers van koophandel (Stcrt. 2007, 247) worden de bedragen vastgesteld die de kamers van koophandel in rekening brengen voor de uitvoering van hun handelsregistertaak (heffing 1) en hun ‘nationale taak’ (heffing 2) in het kalenderjaar 2009. Daarnaast kunnen de kamers bijdragen vaststellen die zij in rekening brengen voor de uitvoering van hun regionale taken. Deze bijdragen behoeven mijn goedkeuring (heffing 3).
Het uitgangspunt is dat het totaal van deze heffingen (1, 2 en 3) dat de kamers landelijk gezien in 2009 in rekening brengen, niet stijgt ten opzichte van 2008. Gegeven de verwachte opbrengsten is dat niet nodig; tegen de achtergrond van de financiële crisis is dat bovendien niet wenselijk. De hoogte van de afzonderlijke heffingen varieert wel ten opzichte van 2008 door een directere toerekening van de daarmee samenhangende kosten en opbrengsten.
Het Financieel besluit handelsregister en de Financiële regeling handelsregister geven uitvoering aan artikel 49, eerste lid, van de Handelsregisterwet 2007. De bijdrage wordt berekend door vermenigvuldiging van een standaardbedrag (artikel 1 van de Financiële regeling handelsregister) met een bepaald heffingsgewicht (staffel), dat varieert naar de rechtsvorm en/of de grootte van de onderneming of de rechtspersoon (artikel 1 van het Financieel besluit handelsregister). De bijdrage wordt jaarlijks door mij vastgesteld op voorstel van het samenwerkingsverband van de kamers. Met deze wijziging wordt het standaardbedrag verlaagd van € 13,50 naar € 13,07. Ondernemingen en rechtspersonen gaan dus in het kalenderjaar 2009 in het algemeen (zie onder 3) minder betalen voor hun inschrijving in het handelsregister. Deze verlaging is mogelijk door een toegenomen efficiency bij de kamers, alsmede doordat het aantal ingeschrevenen volgend jaar fors toeneemt als gevolg van de inwerkingtreding op 1 juli 2008 van de Handelsregisterwet 2007. Doordat de vaste kosten voor de kamers voortaan worden gedragen door een groter aantal ingeschrevenen is per ingeschrevene sprake van een kostendaling.
Ondernemingen en rechtspersonen die in 2009 zijn opgericht en zich laten inschrijven in het handelsregister wordt eenmalig een gratis uittreksel van hun gegevens verstrekt. Reden daarvan is dat veel starters aansluitend op hun inschrijving zo’n uittreksel nodig hebben, bijvoorbeeld voor het openen van een bankrekening. Een eenmalig gratis uittreksel is – ook tegen de achtergrond van de financiële crisis – een sympathiek gebaar richting deze nieuwe groep ondernemers
De bijdrage die ondernemingen op grond van artikel 36 van de Wet op de kamers van koophandel verschuldigd zijn ter zake van de nationale taak, wordt jaarlijks door mij vastgesteld. Het samenwerkingsverband van de kamers doet mij daartoe een voorstel ter zake van het basisbedrag. Evenals als bij heffing 1 moet dat basisbedrag vermenigvuldigd worden met het toepasselijke heffingsgewicht (dezelfde gewicht als bij heffing 1). De uitkomst van die berekening wordt per categorie vermeld in artikel 1 van de Regeling bijdragen en vergoedingen.
Het basisbedrag voor deze heffing voor 2009 ligt op € 14,72 (2008: € 14,00). Deze verhoging is noodzakelijk om beter te kunnen voldoen aan het in de wet verankerde uitgangspunt dat de taken die ermee bekostigd worden, zo nauwkeurig mogelijk worden opgebracht door de betreffende groep ondernemingen.
Voor een bepaalde groep ondernemingen neemt de heffing komend jaar meer toe dan volgt uit de verhoging van het standaardbedrag. Dat betreft de naamloze en besloten vennootschappen die tot op heden, op grond van het criterium ‘omvang maatschappelijk kapitaal’ in een relatief lage staffel waren ingedeeld. De Raad van State heeft in zijn advies over de Handelsregisterwet 2007 (Kamerstukken II 2005/06 30656, nr. 4, p. 16) geconstateerd dat het gevaar kan ontstaan dat dit criterium in strijd komt met Europees recht, in het bijzonder met richtlijn nr. 69/335/EEG van 17 juli 1969. Wat betreft de registratieheffing (heffing 1) was dit advies van de Raad van State reeds verwerkt bij de inwerkingtreding van de Handelsregisterwet 2007 per 1 juli 2008; ondernemingen uit de desbetreffende groep die op dat moment reeds ingeschreven stonden worden met ingang van het jaar 2009 ter zake van heffing 1 met de gevolgen van de gewijzigde indeling geconfronteerd. Met deze wijziging wordt heffing 2 hiermee in lijn gebracht door ook voor deze heffing het criterium te schrappen. Hiermee komt een einde aan de situatie dat sommige grote bedrijven, met veel werknemers, voor de heffing als kleine onderneming werden aangemerkt enkel en alleen omdat zij destijds zijn opgericht met een bescheiden maatschappelijk kapitaal. De indeling van vennootschappen in heffingscategorieën is voortaan alleen gebaseerd op het aantal werkzame personen.
Het gesaldeerde effect op de heffingsopbrengst van heffing 2 (minder ondernemingen in lage staffel, meer in hogere staffel) bedraagt ruim € 1,8 miljoen. Met die meeropbrengst is rekening gehouden bij het bepalen van het eenheidsbedrag voor 2009.
De vergoedingen bedoeld in artikel 34 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997, betreft diensten die in rekening worden gebracht aan uitsluitend de ondernemingen die de betreffende dienst afnemen. Ook deze tarieven worden jaarlijks door mij vastgesteld op basis van een voorstel van het samenwerkingsverband van de kamers. Deze vergoedingen dienen kostendekkend te zijn. Voor een aantal diensten of producten was dat tot dusver onvoldoende het geval; dat betreft de Certificaten van oorsprong en het ATA carnet. De tarieven voor deze diensten wordt daarom opgetrokken teneinde de mate van kostendekkendheid te verhogen. Het zogeheten ‘starterspakket’ wordt in het vervolg gratis verstrekt. Deze dienst is daarom geschrapt.
De verlaging van het basisbedrag van heffing 1 met € 0,43, en de verhoging ervan bij heffing 2 met € 0,72 betekent gesaldeerd een toename met € 0,29 (te vermenigvuldigen met het heffingsgewicht per categorie). Wanneer ook de heffing voor de regionale taak, welke door de individuele kamers wordt vastgesteld, in het plaatje wordt betrokken resulteert op landelijk niveau een nulsituatie (evenwel verschillend per kamergebied).
Het schrappen van het criterium ’omvang maatschappelijk kapitaal’ bij de indeling van ondernemingen in heffingscategorieën leidt ertoe dat een aantal naamloze en besloten vennootschappen voor heffing 2 in een hogere heffingscategorie worden ingedeeld. Het gaat om circa 7000 vennootschappen; zij zullen – gemeten naar de voor 2009 geldende heffingsbedragen – per jaar tussen € 200 en € 400 meer gaan betalen aan heffing voor de nationale taak.
Omdat het maatschappelijk kapitaal van een vennootschap tot de gegevens behoort die over een naamloze of besloten vennootschap staan ingeschreven in het handelsregister, was het voor de kamers niet nodig het gegeven apart uit te vragen. Het schrappen van het criterium is daarom vanuit een oogpunt van administratieve lastendruk neutraal.
Deze regeling brengt geen aparte administratieve lasten met zich mee.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2008-1900.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.