Instellingsovereenkomst Commissie benchmarking KCB

Partijen:

  • 1. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en de Minister van Economische Zaken, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in hun hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna tezamen te noemen: ‘de Rijksoverheid’;

    en

  • 2. N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ, statutair gevestigd te Borssele, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur de heer ir. J.W.M. Bongers, hierna te noemen ‘EPZ’;

  • 3. Essent Business Development B.V. (voorheen: Essent Energie B.V.), statutair gevestigd te ’s-Hertogenbosch, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directrice Essent Nederland B.V., welke vennootschap te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd wordt door de voorzitter van de raad van bestuur de heer dr. ir. M.A.M. Boersma, hierna te noemen ‘Essent’;

  • 4. Delta Energy B.V., statutair gevestigd te Middelburg, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur Delta N.V., welke vennootschap te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd wordt door de voorzitter van de raad van bestuur de heer ir. P.G. Boerma, hierna te noemen ‘Delta’;

In aanmerking nemende dat:

  • Op 17 juni 2006 het Convenant Kerncentrale Borssele in werking is getreden;

  • Op grond van artikel 4 van het Convenant een commissie van deskundigen Benchmarking nucleaire veiligheid KCB moet worden ingesteld;

  • De instelling van deze commissie samenhangt met de door EPZ bij het Convenant aangegane verplichting er voor te zorgen dat de Kerncentrale Borssele blijft behoren tot de vijfentwintig procent veiligste watergekoelde en watergemodereerde vermogensreactoren in de Europese Unie, de Verenigde Staten van Amerika en Canada;

  • De veiligheid, voor zover mogelijk, wordt beoordeeld aan de hand van gekwantificeerde prestatie-indicatoren;

  • Voor zover er geen kwantitatieve vergelijking mogelijk is met betrekking tot ontwerp, bediening, onderhoud, veroudering en safety management, de vergelijking zal worden gemaakt op basis van een kwalitatief oordeel van de Commissie Benchmarking;

  • De verplichting van EPZ laat onverlet de voorschriften zoals deze voortvloeien uit de Kernenergiewet, de daarop gebaseerde regelgeving en de Kernenergiewetvergunning.

Verklaren als volgt te zijn overeengekomen:

Artikel 1. Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1. benchmark:

standaard, maatstaf waaraan de Kerncentrale van Borssele wordt getoetst;

2. Commissie:

Commissie van deskundigen benchmarking nucleaire veiligheid KCB als bedoeld in artikel 4.1 van het Convenant KCB;

3. Convenant KCB:

Het Convenant Kerncentrale Borssele d.d. 17 juni 2006;

4. energiebedrijven:

EPZ, Essent en Delta tezamen;

5. KCB:

De kerncentrale te Borssele die in 1973 in gebruik is genomen, plaatselijk bekend als BS30;

6. Partijen:

De Rijksoverheid en de energiebedrijven tezamen.

Artikel 2. Instelling

  • 1. Partijen stellen bij deze overeenkomst een Commissie van deskundigen benchmarking nucleaire veiligheid KCB in.

  • 2. De commissie houdt uiterlijk 31 december 2033 op te bestaan.

Artikel 3. Taken en bevoegdheden

  • 1. De Commissie heeft tot taak vast te stellen of de KCB voldoet aan het in artikel 4.2 van het Convenant KCB opgenomen 25%-criterium, inhoudende dat de KCB blijft behoren tot de 25% veiligste watergekoelde en watergemodereerde vermogensreactoren in de Europese Unie, de Verenigde Staten van Amerika en Canada.

  • 2. De Commissie beoordeelt de veiligheid met betrekking tot ontwerp, bediening, onderhoud, veroudering en safety management.

  • 3. De Commissie beoordeelt de veiligheid zoveel mogelijk aan de hand van door haar zelf op te stellen gekwantificeerde prestatie-indicatoren.

  • 4. Voor zover er geen kwantitatieve vergelijking mogelijk is, maakt de Commissie de vergelijking op basis van een deskundig kwalitatief oordeel.

  • 5. De Commissie dient haar taak objectief te vervullen, onafhankelijk van de belangen van het bedrijfsleven, maatschappelijke groeperingen, politiek en vigerend overheidsbeleid.

  • 6. Bij de uitvoering van de werkzaamheden zal de normale bedrijfsvoering van de KCB niet worden gestoord.

  • 7. De Commissie neemt regelmatig contact op met de directeur van de Kernfysische Dienst van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer teneinde haar werkzaamheden onder andere voor wat betreft tijd en onderwerpen afstemmen met die van de Kernfysische Dienst.

  • 8. De Commissie heeft inzage in alle stukken die betrekking hebben op de veiligheid van de KCB, ook die met een vertrouwelijk karakter: De Commissie zal het vertrouwelijke karakter van de desbetreffende stukken waarborgen en in acht nemen.

  • 9. De Commissie stelt iedere vijf jaar een oordeel over de benchmark op, voor het eerst in 2013, en brengt dit schriftelijk, voorafgaand aan de onder sub 12 genoemde openbaarmaking, ter kennis van Partijen.

  • 10. Het oordeel van de Commissie is in beginsel gebaseerd op consensus.

  • 11. Bij het ontbreken van consensus, wordt een meerderheidsoordeel gegeven. Van het meerderheidsstandpunt afwijkende standpunten van individuele leden zullen in het eindrapport van de Commissie worden opgenomen.

  • 12. Het eindoordeel van de commisie is openbaar.

Artikel 4. Deskundigheid en ervaring

  • 1. De voorzitter heeft de Nederlandse nationaliteit.

  • 2. Indien de leden niet uitsluitend de Nederlandse nationaliteit hebben, dan is er bij voorkeur een spreiding van nationaliteiten over het gehele benchmark-gebied.

  • 3. De voorzitter beschikt over een ruime bestuurlijke ervaring op het niveau passend bij de onderhavige functie. Hij dient gevoel te hebben voor Nederlandse maatschappelijke en politieke verhoudingen.

  • 4. De leden dienen technisch inhoudelijk deskundig te zijn en te beschikken over aantoonbare, recente en relevante ervaring.

  • 5. De kennis en ervaringen van de leden gezamenlijk moeten de aandachtsgebieden ontwerp, bediening, onderhoud, veroudering en safety-management dekken.

  • 6. De leden kunnen afkomstig zijn uit bijvoorbeeld het nucleaire bedrijfsleven en operator-organisaties, de overheid en technical support organisaties, alsmede uit researchinstellingen.

Artikel 5. Benoeming en ontslag

  • 1. De Commissie bestaat uit vijf onafhankelijke leden.

  • 2. De leden worden op persoonlijke titel benoemd.

  • 3. De energiebedrijven en de Rijksoverheid benoemen elk twee leden van de Commissie.

  • 4. Partijen benoemen gezamenlijk de voorzitter van de Commissie.

  • 5. De Commissie benoemt uit haar midden een vice-voorzitter.

  • 6. De leden van de Commissie worden voor vijf jaar benoemd. De leden van de Commissie zijn aan het einde van een benoemingsperiode terstond herbenoembaar.

  • 7. De leden, inclusief de (vice)voorzitter, kunnen te allen tijde hun functie neerleggen door een schriftelijke kennisgeving aan Partijen.

  • 8. Indien een Commissielid gedurende de benoemingstermijn zijn functie neerlegt, kan de Partij die dit lid heeft benoemd een ander in de plaats stellen voor de resterende periode van de oorspronkelijke termijn.

  • 9. Partijen kunnen de voorzitter en de andere leden in hun functie schorsen en uit hun functie ontslaan indien naar het unanieme oordeel van Partijen daartoe grond aanwezig is.

  • 10. De Commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.

  • 11. De secretaris wordt door de Rijksoverheid aangesteld en kan in zijn functie worden geschorst en uit zijn functie worden ontslagen, de Commissie gehoord.

  • 12. De secretaris is geen lid van de Commissie.

  • 13. De secretaris is voor de uitoefening van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de Commissie.

Artikel 6. Bezoldiging en onkostenvergoeding

  • 1. De honorering voor de Commissievoorzitter is vastgesteld op een bruto vergoeding van € 7500 per jaar, exclusief onkosten en BTW.

  • 2. De honorering van de overige leden van de Commissie is vastgesteld op een bruto vergoeding van € 5000 per jaar, exclusief onkosten en BTW.

  • 3. Genoemde bedragen worden jaarlijks gecorrigeerd volgens de inflatie-index zoals deze in Nederland wordt vastgesteld.

  • 4. Onverminderd het derde lid kunnen partijen genoemde bedragen te allen tijde aanpassen, indien naar het unanieme oordeel van Partijen daartoe grond aanwezig is.

  • 5. De bedragen worden in halfjaarlijkse termijnen voldaan.

  • 6. Alle redelijke kosten die direct voortvloeien uit het bijwonen van de vergaderingen van de Commissie worden aan de leden van de Commissie vergoed na ontvangst door de secretaris van de bijbehorende originele bewijzen waaruit de kosten blijken.

  • 7. Alle overige kosten die de leden van de Commissie in het kader van hun werkzaamheden maken, worden vergoed indien deze worden gemaakt na overleg met en instemming van de Partijen.

  • 8. De Commissie heeft een jaarlijks budget tot haar beschikking om onderzoeksopdrachten aan derden te financieren. De hoogte van het budget wordt jaarlijks vastgelegd aan de hand van de begroting die ingevolge artikel 8, tweede lid, ter goedkeuring aan Partijen wordt voorgelegd.

Artikel 7. Jaarplan en jaarverslag

  • 1. De voorzitter van de Commissie pleegt ten minste een maal per jaar overleg met Partijen over de door de Commissie voorgenomen werkzaamheden voor de komende 12 maanden.

  • 2. De Commissie stelt vervolgens het programma van haar werkzaamheden vast en zendt dit aan Partijen.

  • 3. Ten behoeve van de voorbereiding van het in het eerste lid bedoelde overleg stelt de Commissie een overzicht op van de door haar voorgenomen werkzaamheden en legt dit tijdig aan Partijen ter instemming voor.

  • 4. De Commissie rapporteert jaarlijks in de maand maart aan Partijen over de activiteiten die ze het afgelopen kalenderjaar heeft uitgevoerd.

Artikel 8. Begroting

  • 1. Partijen voorzien jaarlijks elk in de helft van de financiële middelen die de Commissie voor haar functioneren nodig heeft. EPZ, Essent en Delta dragen ieder gelijkelijk in de helft van de financiele middelen van de Commissie bij.

  • 2. De Commissie legt jaarlijks voor 1 november, tesamen met het in artikel 7.2 bedoelde jaarplan, een begroting van uitgaven ter goedkeuring aan Partijen voor, aangaande de werkzaamheden in het daarop volgende kalenderjaar.

  • 3. De Commissie oefent haar werkzaamheden uit binnen het raam van de middelen die haar door Partijen ter beschikking worden gesteld.

Artikel 9. Reglement

De Commissie stelt voor haar functioneren een reglement op dat de goedkeuring van Partijen behoeft.

Artikel 10. Inwerkingtreding

  • 1. Deze overeenkomst treedt in werking bij ondertekening door alle partijen en werkt terug tot en met 14 januari 2008.

  • 2. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

  • 3. Alle geschillen in verband met deze overeenkomst of met afspraken die daarmee samenhangen, die niet in onderling overleg worden opgelost, zullen ter beslechting worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Den Haag.

Artikel 11. Citeertitel

Deze overeenkomst wordt aangehaald als: ‘Instellingsovereenkomst Commissie benchmarking KCB’.

Artikel 12. Publicatie Staatscourant

De tekst van deze overeenkomst wordt een maand na de inwerkingtreding in de Staatscourant gepubliceerd.

Aldus overeengekomen en in vijfvoud ondertekend.

Den Haag, 29 september 2008

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

Borssele, 8 oktober 2008

N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland EPZ,

J.W.M. Bongers.

Den Haag, 7 oktober 2008

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Arnhem, 9 oktober 2008

Essent Energie B.V.,

M.A.M. Boersma.

Middelburg, 9 oktober 2008

Delta Energy B.V.,

P.G. Boerma.

Naar boven