Wijziging Subsidieregeling Milieu- en energie-efficiency goederenvervoer 2002

Besluit tot wijziging van de Subsidieregeling Milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer 2002

11 april 2006

Nr. HDJZ/S&W/2006-395

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3 en 4 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling Milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer 20021 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, wordt na het woord ‘lager’ toegevoegd de woorden: of hoger.

2. Een vierde lid wordt toegevoegd, luidende:

4. In een programma als bedoeld in artikel 2 kan een absoluut maximum bedrag worden vastgesteld, al dan niet per categorie subsidieontvangers.

B

Aan artikel 8 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

3. In afwijking op het tweede lid kan de programmabeheerder op aanvragen beslissen op basis van een tendersysteem indien dat is aangegeven in het programma als bedoeld in artikel 2. In dat geval worden in het programma tevens de criteria aangegeven ter beoordeling van de aanvragen in een tendersysteem.

C

Aan artikel 17 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

3. In afwijking op het eerste en tweede lid kan in een programma als bedoeld in artikel 2 een nadere invulling van hetgeen in het eerste en tweede lid is opgenomen worden vastgesteld.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Bij het opstellen van programma’s op basis van de Subsidieregeling Milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer 2002 is gebleken dat voor de uitvoering van het programma het soms wenselijk is om een andere aanpak te hebben dan de regeling thans biedt. Met deze wijziging wordt beoogd dat bij de vaststelling van een programma maatwerk kan worden gerealiseerd. De wijziging heeft betrekking op het vaststellen van een maximum percentage per project (artikel 4), de mogelijkheid van het beoordelen van de subsidieaanvragen op basis van een tendersysteem (artikel 8) en de mogelijkheid om een nadere invulling te geven aan de wijze van voorschotverlening.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 2001, nr. 237.

Naar boven