Tijdelijke regeling overgangsbudget ROC’s in verband met de invoering van de Wet inburgering

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 december 2006, nr. BVE/Stelsel/2006/47469, houdende tijdelijke regels voor de verstrekking van een overgangsbudget aan ROC’s in verband met de invoering van de Wet inburgering (Tijdelijke regeling overgangsbudget ROC’s in verband met de invoering van de Wet inburgering)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Wet overige OCenW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

Algemene bepalingen

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

b. WEB: de Wet educatie en beroepsonderwijs;

c. WIN: de Wet inburgering nieuwkomers;

d. WI: de Wet inburgering;

e. instelling: een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, onder 1 en 2, van de WEB;

f. educatief programma: het educatieve programma, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de WIN.

2. In deze regeling wordt onder ‘aanvullende vergoeding’ mede verstaan: projectsubsidie.

3. Met ingang van het moment van de inwerkingtreding van de WI geeft deze regeling uitvoering aan artikel 68 van die wet, met dien verstande dat de bepalingen Wet overige OCenW-subsidies van overeenkomstige toepassing blijven op de aanvullende vergoedingen, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

Doelbepaling

1. De Minister verstrekt eenmalig aan een instelling die in 2003 educatieve programma’s heeft verzorgd een aanvullende vergoeding ter voorkoming van onevenredig nadeel dat die instelling ondervindt door de overgang van de wettelijke taak van instellingen betreffende het verzorgen van educatieve programma’s op grond van de WIN naar het nieuwe stelsel van inkoop van inburgeringscursussen die gericht zijn op het verwerven van de vaardigheden, bedoeld in artikel 7, van de WI op de private markt.

2. De aanvullende vergoeding wordt zonder voorafgaande aanvraag verstrekt.

3. Voor de toepassing van het eerste lid gelden de regionale opleidingscentra die deel uitmaken van een regionaal opleidingencentrum in samenwerkingsverband, als één regionaal opleidingencentrum.

Artikel 3

Subsidieplafond

Voor de verstrekking van aanvullende vergoedingen op grond van deze regeling is een bedrag beschikbaar van € 122.000.000.

Artikel 4

Verdeling beschikbare middelen

1. Het bedrag, bedoeld in artikel 3, wordt over de daarvoor in aanmerking komende instellingen verdeeld naar rato van de hoogte van de baten die deze instellingen hebben verworven op grond van overeenkomsten met gemeenten of samenwerkingsverbanden tussen gemeenten in het kalenderjaar 2003, gericht op het verzorgen van educatieve programma’s, blijkend uit de jaarrekening van de instelling over 2003.

2. De verdeling van het bedrag, bedoeld in artikel 3, wordt vastgesteld op de wijze bedoeld in de bijlage behorende bij deze regeling.

Artikel 5

Niet vervullen begrotingsvoorwaarde

In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van deze regeling verleende aanvullende vergoedingen verlaagd tot het bedrag dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal ontvangers van een aanvullende vergoeding en van de hoogte van de verleende aanvullende vergoedingen.

Artikel 6

Verantwoording

1. De aanvullende vergoeding wordt verstrekt als tegemoetkoming in uitgaven die zijn verbonden aan het in deze regeling omschreven doel. Verrekening van eventueel niet-bestede middelen vindt niet plaats. De middelen die niet aan het in deze regeling omschreven doel worden besteed, worden toegevoegd aan de rijksbijdrage voor het beroepsonderwijs van de instelling, bedoeld in artikel 2.2.1 van de WEB.

2. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze aanvullende vergoeding.

Artikel 7

Van toepassing zijnde bepalingen van de WEB

Een ontvanger van een aanvullende vergoeding neemt in acht hetgeen bij of krachtens de WEB is bepaald ten aanzien van de begroting, verslaglegging en gegevensverzameling, bedoeld in hoofdstuk 2, paragraaf 1, titel 5, van de WEB.

Artikel 8

Betaling

Berekend over alle ontvangers van een aanvullende vergoeding worden in de hierna genoemde jaren de volgende bedragen uitbetaald:

a. in 2006 € 62.000.000;

b. in 2007 € 40.000.000; en

c. in 2008 € 20.000.000.

Artikel 9

Marktconforme tarieven

Voor het verzorgen van inburgeringcursussen gericht op het verwerven van vaardigheden, bedoeld in artikel 7, van de WI brengt de instelling marktconforme tarieven in rekening.

Artikel 10

Bestuursrechtelijke afdoening na vervaldatum

Voor zover er vanaf de vervaldatum van deze regeling ter zake nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, vindt deze overeenkomstig deze regeling plaats.

Artikel 11

Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 12

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling overgangsbudget ROC’s in verband met invoering van de Wet inburgering.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, B.J. Bruins.

Bijlage behorende bij artikel 4, tweede lid

Instelling

Verworven baten o.g.v.overeenkomst inburgering (WIN) 2003

percentage

Aandeel in budget 2006

Aandeel in budget 2007

Aandeel in budget 2008

Albeda college (00GT)

7.931.947

6,7%

4.160.497

2.684.192

1.342.096

Landstede (01AA)

1.218.885

1,0%

639.335

412.474

206.237

ROC Rivor (04CY)

841.025

0,7%

441.138

284.605

142.303

ROC ASA (04EM)

0

0,0%

0

0

0

ROC Kop van Noord-Holland (04EU)

1.007.074

0,9%

528.235

340.796

170.398

Koning Willem I College (04FO)

1.604.541

1,4%

841.620

542.981

271.490

ROC Westerschelde (15EL)

365.061

0,3%

191.483

123.538

61.769

ROC Friese poort (08PG)

336.000

0,3%

176.240

113.703

56.852

Da Vinci College (20MQ)

3.271.253

2,8%

1.715.851

1.107.001

553.500

Graafschap College (24ZZ)

808.556

0,7%

424.107

273.617

136.809

Rijn IJssel (25LF)

2.591.928

2,2%

1.359.529

877.115

438.558

Friesland College (25LG)

2.833.405

2,4%

1.486.189

958.832

479.416

ROC Ter AA (25LJ)

1.129.136

1,0%

592.259

382.103

191.051

ID College (25LN)

2.549.628

2,2%

1.337.341

862.801

431.400

Zadkine (25LP)

7.526.133

6,4%

3.947.638

2.546.863

1.273.432

ROC Flevoland (25LR)

3.010.169

2,5%

1.578.906

1.018.649

509.325

Gilde opleidingen (25LT)

2.935.894

2,5%

1.539.947

993.514

496.757

Alfa-college (25LU)

469.220

0,4%

246.117

158.785

79.393

De Leijgraaf (voorheen Brabantgroep ) (28DE)

1.303.153

1,1%

683.535

440.990

220.495

Noorderpoortcollege (25LW)

2.244.721

1,9%

1.177.410

759.619

379.810

ROC Midden-Brabant (25LZ)

2.212.124

1,9%

1.160.312

748.589

374.294

ROC Leiden (25MA)

1.830.527

1,5%

960.155

619.455

309.728

ROC Eindhoven (25MB)

4.679.159

4,0%

2.454.332

1.583.440

791.720

Deltion College (25PJ)

1.147.949

1,0%

602.127

388.469

194.234

Leeuwenborgh Opleidingen (25PL)

1.989.151

1,7%

1.043.358

673.134

336.567

ROC A12 (25PM)

1.314.755

1,1%

689.621

444.917

222.458

ROC Nijmegen (25PN)

1.999.000

1,7%

1.048.524

676.467

338.233

Horizon College (25PT)

2.244.803

1,9%

1.177.453

759.647

379.824

Arcus College (25PU)

1.543.642

1,3%

809.677

522.373

261.186

ROC Zeeland (25PV)

1.383.807

1,2%

725.840

468.284

234.142

Drenthe College (25PW)

2.108.568

1,8%

1.105.995

713.545

356.772

Nova College (25PX)

2.977.639

2,5%

1.561.843

1.007.641

503.820

ROC van Amsterdam (25PZ)

13.514.000

11,4%

7.088.418

4.573.173

2.286.587

Zaanstreek Waterland (25RA)

2.484.224

2,1%

1.303.035

840.668

420.334

ROC Aventus (27DV)

2.596.444

2,2%

1.361.897

878.643

439.322

De Mondriaan onderwijsgroep (27GZ)

11.793.766

10,0%

6.186.114

3.991.041

1.995.521

ROC Midden Nederland (25LH)

10.763.000

9,1%

5.645.453

3.642.227

1.821.114

ROC van Twente (27YU)

3.996.911

3,4%

2.096.476

1.352.565

676.283

ROC West-Brabant (gefuseerd met Baroniecollege) (25LX)

3.645.194

3,1%

1.911.922

1.233.543

616.772

      
   

62.000.000

40.000.000

20.000.000

Toelichting

Inleiding

Op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) hebben de regionale opleidingencentra (hierna roc’s) een wettelijke taak voor het verzorgen van het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. Tot de wettelijke taak van de volwasseneneducatie behoort tot de invoering van de Wet inburgering (WI) ook het verzorgen van de educatieve programma’s op grond van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN).

Bij de invoering van de nieuwe Wet Inburgering wordt voor de inkoop van de inburgeringscursussen door gemeenten, marktwerking ingevoerd in het kader van bevordering van de liberalisering van de sector dienstverlening. De introductie van marktwerking betekent onder meer dat de inburgering van nieuwkomers niet langer deel uitmaakt van de in de WEB geregelde educatie. Het gevolg is dat de publieke taak van de roc’s voor de inburgeringsactiviteiten vervalt en dat de roc’s voor deze activiteiten als private onderneming moeten gaan concurreren op de vrije inburgeringsmarkt.

Om de continuïteit van de markt voor inburgeringscursussen (voorheen educatieve programma’s) te waarborgen en om te voorkomen dat de invoering van de marktwerking ten koste gaat van het door de roc’s verzorgde beroepsonderwijs en de educatie in de zin van de WEB, is besloten om de roc’s eenmalig (gespreid over een periode van 3 jaar) een financiële vergoeding in de vorm van een overgangsbudget beschikbaar te stellen, opdat onevenredig nadeel voor de roc’s wordt voorkomen.

De overwegingen en afspraken die gemaakt zijn in verband met het overgangsbudget zijn opgenomen in een convenant tussen de Bve Raad (thans MBO Raad), als vertegenwoordiger van de instellingen en de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden (Staatscourant 2005, nr. 247 van 20 december 2005).

Notificatieprocedure op grond van artikel 88, derde lid, van het EG-verdrag

Het overgangsbudget is op grond van artikel 88, derde lid, van het EG-verdrag door de Nederlandse regering aangemeld bij de Europese Commissie.

De Europese Commissie heeft besloten dat het overgangsbudget voor de liberalisatie van de markt voor inburgeringscursussen voor recente immigranten verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder c, van het EG Verdrag.

Artikelsgewijs

Artikel 1, derde lid

De bepalingen van de Wet overige OCenW-subsidies blijven van overeenkomstige toepassing op de aanvullende vergoedingen. Daaronder is dus inbegrepen artikel 9 van de Wet overige OCenW-subsidies, dat relevant is in verband met het staatssteunkarakter van het overgangsbudget. Uiteraard is ook de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht onverkort van toepassing op de aanvullende vergoedingen van deze regeling, ook nadat artikel 68 van de Wet inburgering de grondslag gaat vormen.

Artikel 4

Met de MBO Raad en de roc’s is overeengekomen dat de verdeling op basis van het aandeel van elk roc in het inburgeringsbudget van 2003 een reëel uitgangspunt is. Roc’s geven jaarlijks in de jaarrekening een opgave van de baten die in het kalenderjaar op grond van overeenkomsten met gemeenten (of samenwerkingsverbanden van gemeenten) zijn verworven voor het leveren van prestaties op het gebied van de educatieve programma’s op grond van de WIN. Omdat de (personele en financiële) risico’s als gevolg van de afschaffing van de gedwongen winkelnering naar verhouding voor elk roc even groot zijn, is besloten het transitiebudget te verdelen naar rato van het aandeel van elk roc in het inburgeringsbudget.

Artikel 5

In artikel 5 is een zogeheten begrotingsvoorbehoud opgenomen. Dit is nodig omdat in de begroting 2007 het overgangsbudget nog niet is opgenomen. Dit zal alsnog bij voorjaarsnota gebeuren. Reden is dat bij de behandeling van de begroting 2007 door de Tweede Kamer der Staten Generaal nog geen duidelijkheid was over de uitkomst van de notificatieprocedure in Brussel en ook de behandeling van de Wet inburgering in de Eerste Kamer nog niet was afgerond.

Artikel 6

Overeenkomstig de OCenW-Richtlijnen Jaarverslaggeving wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te rekenen subsidie herkenbaar als bate verantwoord, en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoorten is niet noodzakelijk. De subsidie wordt opgenomen in bijlage D2 bij de jaarrekening als niet-geoormerkte subsidie.

Artikel 7

In artikel 2 is geregeld dat voor de aanwending en de verantwoording van de middelen de wettelijke bepalingen van kracht zijn. Dat betekent onder meer dat de middelen dienen te worden verantwoord in de jaarrekening van de instelling.

Artikel 8

In het kader van deze regeling wordt een eenmalige aanvullende vergoeding verstrekt (artikel 2), waarbij het moment van verlening en vaststelling samenvallen. Zodoende is in de daarop volgende periode van drie jaar sprake van betaling en niet van bevoorschotting. Gelet op het bepaalde in artikel 1, derde lid, zijn de bepalingen van de Wet overige OCenW-subsidies onverkort van toepassing op de te betalen bedragen in 2007 en 2008 (alsmede uiteraard de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 9

In de notitie Helderheid 2004 (bijlage bij Kamerstuk II 2004–2005, nr. 72) wordt een nadere toelichting gegeven op een aantal thema’s. Een van deze thema’s is het investeren van publieke middelen in private activiteiten. De aandachtspunten die bij dit thema zijn opgenomen gelden ook voor de aanwending van het overgangsbudget.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

B.J. Bruins

Naar boven