Tussentijds Bericht Nationaliteiten

TBN 2004/8

Aan:

- de Burgemeesters (t.a.v. hoofden Burgerzaken)

i.a.a:

- de Minister van Buitenlandse Zaken

- de Gevolmachtigde Minister van Aruba

- de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen

- de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Onderdeel: Stafdirectie Uitvoeringsbeleid

Datum: 17 december 2004

Ons kenmerk: IND UIT 04-7612 (AUB)

Aard: Bekendmaking voorschriften

Juridische achtergrond: Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap

Besluit bericht omtrent toelating

Bijlagen: Model 2.17, 2.18, 2.18a en 2.18b

Geldig: Een jaar, ingaande twee dagen na publicatie Staatscourant

Onderwerpen: Bericht omtrent toelating

Inleiding

Ingevolge de herschikking van taken is de bevoegdheid tot het afgeven van een bericht omtrent toelating per 13 april 2004 (zie Stcrt. 2004, nr. 67) overgegaan van de korpschefs, bedoeld in artikel 24 van de Politiewet 1993, naar het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) (zie ook TBN 2004/1).

Sinds 24 mei 2004 wordt het bericht omtrent toelating door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) feitelijk afgegeven. Gebleken is dat er behoefte is aan verduidelijking van de procedure, extra informatie aangaande gemeenschapsonderdanen en een nieuw aanvraagformulier. Bij dit TBN worden de aangepaste werkwijze en vier nieuwe modellen vastgesteld.

Artikel 1, lid 1, aanhef en onder g

Paragraaf 6 van de toelichting op artikel 1, eerste lid, aanhef en onder g, RWN vervalt en wordt vervangen door de volgende twee paragrafen:

6.1 Procedure afgifte bericht omtrent toelating

- een vreemdeling meldt zich bij de burgemeester van zijn woonplaats met als doel het Nederlanderschap aan te vragen;

- de burgemeester adviseert betrokkene over de wijze waarop het Nederlanderschap kan worden verkregen (optie of naturalisatie). Aan de hand van deze informatie bepaalt betrokkene op welke wijze hij de Nederlandse nationaliteit wenst te verkrijgen. Welke periode van toelating voor betrokkene geldt, is afhankelijk van de vraag op grond van welke wettelijke bepaling deze het Nederlanderschap wenst te verkrijgen;

- de vreemdeling dient een optieverklaring of een verzoek om naturalisatie in. Bij de indiening verstrekt de optant/naturalisandus de benodigde gegevens (artikel 6, eerste lid, BVVN en artikel 31, eerste lid, BVVN);

- na betaling van de verschuldigde leges, of na de beslissing tot vrijstelling of ontheffing van die betaling en na overlegging van de benodigde stukken, neemt de burgemeester de optieverklaring of het verzoek om naturalisatie in behandeling (artikel 8 BVVN en artikel 34, tweede lid BVVN);

- de burgemeester onderzoekt de verblijfsrechtelijke status van de optant/naturalisandus aan de hand van het verblijfsdocument in samenhang met de verblijfsrechtelijke gegevens in de GBA (artikel 10, eerste lid, BVVN en artikel 36, eerste lid BVVN). Indien het verblijfsdocument en de GBA niet of in onvoldoende mate uitsluitsel geven over de duur van toelating van betrokkene, verzoekt de burgemeester schriftelijk (door middel van model 2.17 of 2.18) aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om afgifte van een bericht omtrent toelating voor de periode die relevant is voor de beoordeling van het verzoek (artikel 4, tweede lid, BOT). De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) behoeft dus niet zelf vast te stellen voor welke periode van toelating betrokkene of betrokkenen in zijn of hun specifieke situatie moet(en) voldoen. De burgemeester stuurt bij de aanvraag om een BOT een kopie van het vreemdelingendocument en een uitgebreid uittreksel van de GBA mee, met de volledige in de GBA opgenomen historische adresgegevens en de volledige historische verblijfstitelgegevens van de betrokkene(n). Onvolledige aanvragen om een BOT kunnen worden terug gezonden met het verzoek alsnog alle gegevens in te vullen;

- de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) raadpleegt de vreemdelingenadministratie. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) geeft een bericht omtrent toelating af;

- dit bericht is positief voor betrokkene, tenzij duidelijk uit het dossier blijkt dat sprake is van een verblijfsgat dan wel van verblijfsgaten in de relevante periode. In de gevallen waar uit de beschikbare informatie niet is op te maken dat sprake is van één of meerdere verblijfsgaten in de toelating van de vreemdeling en de datum van eerste verblijfsaanvaarding bekend is, wordt aangegeven dat er geen sprake is van verblijfsgaten en krijgt betrokkene het voordeel van de twijfel;

- de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) stuurt het ingevulde bericht omtrent toelating, voorzien van de datum van afgifte, een handtekening van de behandelend ambtenaar en een dienststempel, terug naar de burgemeester;

- bij optie: de burgemeester beslist op de optieverklaring met inachtneming van de gegevens in het bericht omtrent toelating (en andere relevante stukken);

- bij naturalisatie: de burgemeester stuurt het bericht omtrent toelating met het advies naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Bij het bericht omtrent toelating worden, indien dit bij de aanvraag om het bericht omtrent toelating niet is gedaan, een kopie van het verblijfsdocument en de actuele en historische verblijfstitelgegevens uit de GBA gevoegd;

- de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beslist op het verzoek met inachtneming van de gegevens in het bericht omtrent toelating (en de andere relevante stukken).

6.2. Gemeenschapsonderdanen en afgifte bericht omtrent toelating

Gemeenschapsonderdanen ontlenen hun rechtmatig verblijf rechtstreeks aan het EG-Verdrag, de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER) of de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat en de daaruit voortvloeiende Richtlijnen en Verordeningen. Het verblijfsrecht van een gemeenschapsonderdaan ontstaat van rechtswege maar eindigt als regel niet van rechtswege. Indien het verblijfsrecht niet van rechtswege is vervallen, is voor de beëindiging van het verblijfsrecht een beschikking van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) nodig.

De afgifte van een verblijfsdocument aan een gemeenschapsonderdaan heeft een louter declaratoire werking, oftewel de verblijfskaart is slechts een bevestiging van de status die van rechtswege is verkregen. Het kan dus voorkomen dat een gemeenschapsonderdaan niet in het bezit is van een verblijfsdocument en niet voorkomt in de vreemdelingenadministratie of dat een gemeenschapsonderdaan bepaalde periodes niet voorkomt in de vreemdelingenadministratie, maar deze wel degelijk rechtmatig in Nederland verblijft of heeft verbleven. Onafgebroken perioden van verblijf buiten Nederland van meer dan zes maanden leiden echter wel tot verval van het verblijfsrecht van rechtswege.

De vaststelling dat het verblijfsrecht van rechtswege is vervallen geschiedt in de meeste gevallen per beschikking. In gevallen van onafgebroken verblijf van meer dan zes maanden buiten Nederland, vervalt het verblijfsrecht als regel van rechtswege, behalve bij afwezigheid wegens het vervullen van de militaire dienstplicht en ook afgezien van gevallen waarin sprake is van een zogenaamde bedenktijd van twee jaren. Dergelijk verblijf buiten Nederland is daarom van invloed op de perioden van toelating. Het zijn namelijk perioden waarin geen sprake is toelating.

Voor gemeenschapsonderdanen geldt dat bij een aanvraag om een BOT altijd een kopie van, indien aanwezig, het vreemdelingendocument en een uittreksel uit de GBA met de volledige in de GBA opgenomen historische adresgegevens en de volledige historische verblijfstitelgegevens meegestuurd dienen te worden. Tevens dienen/dient model 2.18a en/of model 2.18b volledig ingevuld te worden meegestuurd.

Meer informatie over het verblijfsrecht en toelating van EU/EER of Zwitserse onderdanen dan wel gemeenschapsonderdanen is te vinden in deel B10 van de Vreemdelingencirculaire 2000.

Na paragraaf 6.1 en 6.2 van de toelichting op artikel 1, eerste lid, aanhef en onder g, RWN wordt de volgende paragraaf toegevoegd:

7. Voordeel van de twijfel

Niet in alle gevallen kan worden vastgesteld of een optant of naturalisandus voor een bepaalde periode (onafgebroken) toelating heeft (gehad). De oorzaak hiervan is gelegen in het niet altijd compleet zijn van zowel de elektronische als de fysieke vreemdelingenadministraties. In deze gevallen wordt de bewijslast aangepast en wordt in het BOT voor die bewuste periode vermeld, dat, hoewel de toelating niet (meer) kan worden vastgesteld wegens de onvolledigheid van de ter beschikking staande gegevens, betrokkene geacht wordt te zijn toegelaten geweest. Voorwaarde is wel dat duidelijkheid wordt verschaft omtrent de datum van eerste toelating en dat in de periode waarover de twijfel zich uitstrekt, geen sprake is van enige aanwijzing waaruit een vermoeden van illegaal verblijf kan worden afgeleid. Indien hieraan wordt voldaan en er overigens geen andere gegevens zijn waaruit blijkt dat de vreemdeling gedurende een bepaalde periode geen verblijfsrecht zou hebben gehad, dan krijgt de vreemdeling het voordeel van de twijfel.

In de periode van 13 mei 2004 tot 1 september 2004 zijn foutieve verblijfstitels geleverd aan de GBA. Als gevolg hiervan zal de vreemdeling in het geval een bericht omtrent toelating wordt gevraagd, voor deze periode het voordeel van de twijfel krijgen. Echter, enige aanwijzing (indicatie) waaruit een vermoeden van illegaal verblijf kan worden afgeleid, leidt tot het niet langer aannemen van het voordeel van de twijfel.

Modellen

De modellen 1.31, 1.32, 2.17 en 2.18 komen te vervallen en worden vervangen door de nieuwe modellen 2.17 en 2.18. Tevens worden na model 2.18 de nieuwe modellen 2.18a en 2.18b toegevoegd.

Tot slot

De tekst van dit Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN) wordt zo spoedig mogelijk in de Handleiding verwerkt op de aangegeven plaatsen.

Dit TBN treedt in werking op 1 februari 2005.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,namens deze,
het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst,
P.W.A. Veld.

stcrt-2004-249-p16-SC68227-1.gifstcrt-2004-249-p16-SC68227-2.gifstcrt-2004-249-p16-SC68227-3.gifstcrt-2004-249-p16-SC68227-4.gifstcrt-2004-249-p16-SC68227-5.gifstcrt-2004-249-p16-SC68227-6.gifstcrt-2004-249-p16-SC68227-7.gif
Naar boven