Directie: Informatie, Beheer en Subsidieregelingen
Afdeling: Uitvoering, Unit Bijzondere Regelingen
Registratienr.: MG 2004 - 9
Datum: 21 juni 2004
Strekking: Informatie
Telefoonnr.: 070 - 339 2207
Aan:
- De Colleges van Burgemeester en Wethouders,
- De Colleges van Gedeputeerde Staten,
- De dagelijkse besturen van een budgetbeherend samenwerkingsverband,
- De besturen van de toegelaten instellingen
Onderwerp: Aanpassing bedragen in Besluit woninggebonden subsidies
1995 (BWS 1995) en Besluit locatiegebonden subsidies (BLS)
Geacht college, geacht bestuur,
De stichtingskostengrenzen voor (sociale) nieuwbouwwoningen en de hierop
betrekking hebbende regelingen worden jaarlijks geactualiseerd. De aanpassingen
komen voort uit artikel 24 van het Besluit woninggebonden subsidies 1995 en
uit artikel 6 van het Besluit locatiegebonden subsidies. Daartoe dienen bijgaande
MG en Besluit.
De in het BWS genoemde stichtingskostengrens wordt ook in de Huisvestingswet
genoemd als koopprijsgrens (art. 6, derde lid, onderdeel a). Aanpassing van
de BWS grens heeft derhalve ook consequenties voor de Huisvestingswet.
In het BWS 1995 en in het BLS is de categorie sociale woningen opgenomen.
Voor deze categorie geldt thans dat de geraamde kosten voor het in eigendom
verkrijgen daarvan niet hoger zijn dan € 96.849,-.
Gelet op de prijsontwikkeling van het bouwen van woningen is het wenselijk
om met ingang van 1 januari 2004 dit bedrag te verhogen. Het nieuwe verhoogde
bedrag in het BWS 1995 en in het BLS wordt verhoogd van € 96.849,- naar €
101.449,-.
Bij ministeriële regeling zijn de bedragen in de genoemde besluiten
aangepast. Een afschrift van deze regeling is bij deze circulaire gevoegd.
Met ingang van 2005 zullen het BWS en huidige BLS worden ingetrokken.
Daarmee is deze circulaire de laatste waarmee in dit kader de aanpassing van
de stichtingskosten wordt vastgesteld. Van verschillende kanten is gevraagd
om een structurele aanpassing van deze grens, gelet op de ontwikkelingen in
de markt. Deze structurele aanpassing krijgt gestalte in het beleidskader
ISV-2. De daarin genoemde grens (€ 136.134, prijspeil 2002) zal vanaf
2005 door VROM gehanteerd worden als (jaarlijks te indexeren) bovengrens van
de categorie goedkope woningbouw.
Uitgangspunt in de VINEX-contracten 1995-2004 is voor VROM een maximaal
aandeel sociale woningbouw van 30%. Voor de goede orde wijs ik erop dat een
lager aandeel dan 30% door VROM dus ook niet als een afwijking van deze contracten
zal worden beschouwd.
Deze circulaire en bijbehorende ministeriële regeling worden in de
Staatscourant gepubliceerd.