Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 oktober 2003, nr. AVB/AIS/03 69597 tot wijziging van Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met onder meer de wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit en andere besluiten vanwege de integratie van de Wet op de gevaarlijke werktuigen in de Warenwet.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

Artikel 1

De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving1 worden als volgt gewijzigd:

A

Beleidsregel 33, Boeteoplegging, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, eerste volzin, vervalt: (groot bedrijf).

2. In het tweede lid, tweede volzin, onderdeel a, wordt `bedrijven of instellingen met minder dan 50 werknemers (klein bedrijf)' vervangen door: bedrijven of instellingen met 10 tot en met 49 werknemers.

3. In het tweede lid, tweede volzin, onderdeel b, vervalt: (middelgroot bedrijf).

4. In het tweede lid, tweede volzin, wordt onder verlettering van de onderdelen a en b tot b en c een nieuw onderdeel a ingevoegd, dat luidt als volgt:

a. een vijfde van het normbedrag voor bedrijven of instellingen met minder dan 10 werknemers;

5. In het achtste lid, onderdeel a, komt het schematisch overzicht te luiden:

6. Het achtste lid, onderdeel c, 2°, komt te luiden:

2° in de twee jaar voorafgaand aan het arbeidsongeval heeft zich geen ander arbeidsongeval voorgedaan als bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel i, van de Arbowet 1998 in het bedrijf of de instelling, dan wel, wanneer het gaat om een bedrijf of instelling met meerdere locaties of filialen, op de betreffende locatie of in het betreffende filiaal van het bedrijf of de instelling.

7. Het negende lid, derde volzin, komt te luiden:

Er kan worden besloten tot het niet opleggen of verlagen van een boete voor een bepaald feit.

B

In het vijfde lid van Beleidsregel 4.6-2, Maatregelen in ruimten waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming of vergiftiging dan wel brand of explosie wordt `het op de Wet op de gevaarlijke werktuigen gebaseerde Besluit explosieveilig materieel' vervangen door: het op de Warenwet gebaseerde Warenwetbesluit explosieveilig materieel.

C

Beleidsregel 4.87, Doeltreffende maatregelen ter voorkoming of beperking van blootstelling aan legionellabacteriën, wordt vernummerd tot 4.87-1 en Beleidsregel 4.87, Voorkoming van infecties ten gevolge van accidenteel bloedcontact met humaan bloed, wordt vernummerd tot 4.87-2.

D

In de Beleidsregels 7.3-4, Inventarisatie en evaluatie van gevaren van arbeidsmiddelen, 7.4-1, Deugdelijkheid hijskranen; 7.7, Veiligheidsvoorzieningen in verband met bewegende delen van arbeidsmiddelen, 7.9, Voorkoming aanraking arbeidsmiddelen met zeer hoge of zeer lage temperatuur, 7.13, Bedieningssystemen, 7.14, In werking stellen van arbeidsmiddelen, 7.15, Stopzetten van arbeidsmiddelen, en 7.16, Noodstopvoorziening, wordt `het op de Wet op de gevaarlijke werktuigen gebaseerde Besluit machines' vervangen door: het op de Warenwet gebaseerde Warenwetbesluit machines.

E

In Beleidsregel 7.4-3, Deugdelijkheid van vierwielige trekkers, wordt in het tweede lid, onder b, 2°, `Wet op de gevaarlijke werktuigen' vervangen door: Warenwet.

F

In bijlage 1, behorend bij Beleidsregel 33 Arbowet 1998, Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt deel 2, Arbeidsomstandighedenbesluit, gewijzigd als volgt:

1. De volgende artikelen komen te luiden als volgt:

stcrt-2003-203-p16-SC61727-1.gifstcrt-2003-203-p16-SC61727-2.gifstcrt-2003-203-p16-SC61727-3.gifstcrt-2003-203-p16-SC61727-4.gif

2. Artikel 7.19 vervalt.

G

In bijlage 1, behorend bij Beleidsregel 33 Arbowet 1998, Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwet 1998 , wordt deel 3, Arbeidsomstandighedenregeling, gewijzigd als volgt:

In artikel 3.12, tweede lid, wordt `een werkprogramma' vervangen door: het werkprogramma, bedoeld in artikel 74 van het Mijnbouwbesluit.

H

Bijlage 2, behorend bij Beleidsregel 33 Arbowet 1998, Lijst van ernstige beboetbare feiten Arbeidsomstandighedenwet 1998, wordt gewijzigd als volgt:

1. De volgende ernstige beboetbare feiten komen als volgt te luiden:

Het niet zo laag mogelijk houden van de concentratie van asbeststof in de lucht, door1) :

- het niet verzamelen en verpakken van asbesthoudende afvalstoffen in voor asbest geschikte verpakking*,

- het niet spoedig verzamelen en verpakken van asbesthoudende afvalstoffen in geschikte, gesloten en gekenmerkte verpakking*, of

- het gebruik van elektrisch of pneumatisch aangedreven verspanende werktuigen met een toerental > 100 wentelingen per minuut of een lineaire zaagsnelheid > 25 meter per minuut bij het repareren of onderhouden van asbesthoudende producten.*

(artikel 4.45, lid 1, Arbobesluit, juncto lid 2, juncto artikel 4.54, lid 1)

! Het, bij slopen en verwijderen van asbest of crocidoliet of van producten die deze stoffen bevatten, niet treffen van maatregelen zoals die, ingevolge artikel 4.55, lid 1, onder a tot en met d, moeten zijn opgenomen in het in artikel 4.54, lid 4, bedoelde werkplan.

(artikel 4.55, lid 2, Arbobesluit, juncto artikel 4.54, lid 4)

2. In numerieke volgorde wordt het volgende ernstige beboetbare feit ingevoegd:

Het, bij slopen en verwijderen van asbest of crocidoliet, of van producten die deze stoffen bevatten, met behulp van elektrisch of pneumatisch aangedreven verspanende werktuigen met een toerental > 100 wentelingen per minuut of een lineaire zaagsnelheid > 25 meter per minuut,

- niet toepassen van afzuiging met filterinstallatie van dit werktuig; of

- het visueel waarnemen van stof in de lucht bij het toepassen van dit werktuig.

(artikel 4.54, lid 2, Arbobesluit, juncto artikel 4.55, lid 1 onder d en lid 2)

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2003.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 oktober 2003.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,namens deze,
De waarnemend Directeur-Generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen,
G.J.M. de Vries.

Toelichting

Algemeen

Dit besluit bevat diverse wijzigingen van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving. De beleidsregels zijn aangepast aan het Besluit van 3 juli 2003 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit en enkele op de Wet op de gevaarlijke werktuigen en de Warenwet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur in verband met de integratie van de Wet op de gevaarlijke werktuigen in de Warenwet (Stb. 315) en de wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling in artikel I van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 augustus 2003, nr. A&G/W&P/2003/53370, tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling, enkele op de Wet op de gevaarlijke werktuigen en de Warenwet gebaseerde ministeriële regelingen in verband met de integratie van de Wet op de gevaarlijke werktuigen in de Warenwet (Strcrt. 157). Zowel het genoemde besluit als de genoemde regeling zijn in werking getreden met ingang van 1 september 2003

Daarnaast betreft het een wijziging van Beleidsregel 33. Ten slotte is van de gelegenheid gebruikgemaakt om nog een enkele kleine noodzakelijk gebleken wijziging aan te brengen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A (Beleidsregel 33)

In deze beleidsregel is een categorie bedrijven of instellingen van minder dan 10 werknemers toegevoegd, vanwege de onevenredigheid in hoogte van de boete ten opzichte van de grotere bedrijven. Deze extra categorie is noodzakelijk gebleken, omdat met name kleine bedrijven extra kwetsbaar zijn en hun solvabiliteit geringer is dan van grotere bedrijven. Een en ander is ook gebleken uit de verhoudingsgewijs grotere vraag om gespreide betaling van boetes door kleine bedrijven.

De extra kwetsbaarheid blijkt met name uit de verhouding tussen de hoogte van de boete en de omzet van veel van de betrokken bedrijven. In veel gevallen beslaat de opgelegde boete de winst van meerdere maanden. Hoge boetes brengen de continuïteit van dergelijke kleine bedrijven in gevaar. Een verlaging van 13% van het boetebedrag voor kleine bedrijven doet enerzijds recht aan het verschil dat qua solvabiliteit bestaat tussen de hele kleine bedrijven en de andere, terwijl anderzijds nog steeds sprake is van een reële boete. De aanpassing heeft met instemming van het OM plaatsgevonden. Voorts is voor wat betreft de groep kleinste bedrijven aansluiting gezocht bij de indeling zoals die zal worden gehanteerd bij de voorgenomen beleidsregels boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit.

In het achtste lid is onderdeel c, 2°, gewijzigd omdat het ten tijde van de totstandkoming van Beleidsregel 33 voor de hand lag om uit te gaan van de datum van inwerkingtreding van de Arbowet 1998 (1 november 1999). Thans wordt uitgegaan van de gebruikelijke verjaringstermijn van twee jaar van overtredingen van de Arbowet 1998.

In het negende lid is de mogelijkheid tot het aanbieden van een termijnbetaling geschrapt omdat in de praktijk een verzoek hiertoe in alle gevallen wordt toegekend. De bepaling is ook geschrapt omdat bij termijnbetaling geen matiging van de boete plaatsvindt en er dus geen sprake is, zoals aangegeven in de eerste zin, van afwijking van de beleidsregel.

Artikel I, onderdelen B, D en E

De in deze onderdelen genoemde beleidsregels zijn aangepast in verband met de integratie van de Wet op de gevaarlijke werktuigen in de Warenwet en de wijziging van de citeertitels van de thans op de Warenwet gebaseerde besluiten.

Artikel I, onderdeel F (Tarieflijst boetenormbedragen)

De artikelen 2.29, 3.40 en 8.1 zijn gewijzigd. Aan artikel 4.54 is onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot en met zesde lid, een nieuw lid 2 toegevoegd. Volgens de systematiek van de arbeidsomstandighedenregelgeving is een boetenormbedrag bepaald en toegevoegd aan lid 2 van artikel 4.54 dat per 1 september 2003 in artikel 9.9.c van het Arbobesluit is opgenomen en beboetbaar gesteld.

Tenslotte is artikel 7.19 vervallen.

Artikel I, onderdeel H (Lijst van ernstige beboetbare feiten)

Overtreding van het nieuwe lid 2 van artikel 4.54 kan leiden tot werkzaamheden en situaties die ernstig gevaar (kunnen) opleveren voor personen. Daarom is een nieuw ernstig beboetbaar feit geformuleerd dat thans is ingevoegd in de lijst van ernstige beboetbare feiten.

Vanwege de invoering van het voornoemde ernstige beboetbaar feit en de tekstuele wijzigingen van artikel 4.54 zijn ook de volgende ernstige beboetbare feiten tekstueel iets gewijzigd:

- het ernstige beboetbaar feit gebaseerd op artikel 4.45, lid 1, Arbobesluit, juncto lid 2, juncto artikel 4.54, lid 1, en

- het ernstige beboetbaar feit gebaseerd op artikel 4.55, lid 2, Arbobesluit, juncto artikel 4.54, lid 3 (wordt per 1 september: “juncto artikel 4.54, lid 4”).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze,

De waarnemend Directeur-Generaal Arbeidsomstandigheden en Sociale Verzekeringen,

G.J.M. de Vries.

1 Stcrt. 2001, 239 (supplement), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 september 2003, Stcrt. 179.

Naar boven