5 september 2001
IVW/L 01.540020
Inspectie Verkeer en Waterstaat
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 20, eerste lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid
voor de luchtvaart;
Besluit:
Artikel 1
1. De eisen voor het verlenen van een bevoegdverklaring voor luchtverkeersleider
zijn:
a. met betrekking tot kennis en bedrevenheid: de eisen in bijlage A behorende
bij deze regeling;
b. met betrekking tot ervaring:
1o bij de eerste verlening, al dan niet onder beperkingen naar
gebied, classificatie, deelfunctie of tijd: de betrokkene moet de praktijkopleiding
hebben gevolgd, waarbij in een periode van minimaal 3 maanden en maximaal
zes maanden voorafgaande aan de verlening, ten minste 180 uur onder toezicht
de relevante functie is uitgeoefend bij de betreffende luchtverkeersleidingsafdeling;
2o bij verlening, niet zijnde de eerste verlening, al dan niet
onder beperkingen naar gebied, classificatie, deelfunctie of tijd: de betrokkene
moet de praktijkopleiding hebben gevolgd, waarbij in een periode van minimaal
twee maanden en maximaal zes maanden voorafgaande aan de verlening ten minste
90 uur onder toezicht de relevante functie is uitgeoefend bij de betreffende
luchtverkeersleidingsafdeling;
3o bij vernieuwing van een eerder verleende bevoegdverklaring
waarvan de geldigheid is verlopen: de betrokkene moet in een periode van minimaal
een maand en maximaal drie maanden voorafgaande aan de vernieuwing ten minste
45 uur onder toezicht de relevante functie uitgeoefend hebben bij de betreffende
luchtverkeersleidingsafdeling;
4o bij verlening van een bevoegdverklaring radarnaderingsluchtverkeersleiding:
de betrokkene moet aanvullend op de eisen onder 1o of 2o
onder toezicht ten minste 25 `surveillance radar' naderingen hebben geleid
met de radarapparatuur die bij de betreffende luchtverkeersleidingsafdeling
in gebruik is.
2. Voor het berekenen van de ervaringsuren die worden voorgeschreven in
het vorige lid, worden ten hoogste drie uren per gelopen dienst volgens het
geldende dienstrooster meegeteld.
Artikel 2
In de Regeling examens voor burgerluchtverkeersleider vervalt artikel
20.
Artikel 3
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 4
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bevoegdverklaringen luchtverkeersleiders.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst
met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij het Ministerie
van Verkeer en Waterstaat.
In deze regeling zijn de eisen vastgesteld die worden gehanteerd bij het
verlenen van de diverse bevoegdverklaringen voor luchtverkeersleiders. Deze
bevoegdverklaringen worden overeenkomstig artikel 18 van het Besluit bewijzen
van bevoegdheid voor de luchtvaart, weergegeven op het bewijs van bevoegdheid.
Deze eisen zullen worden gehanteerd ten aanzien van de opleidingen en de theorie-
en praktijkexamens voor de diverse bevoegdverklaringen.
Met het vaststellen van de eisen genoemd in de onderhavige regeling worden
de eisen vervangen uit het handboek dat door mij werd goedgekeurd op basis
van de Regeling examens voor burgerluchtverkeersleider. Dit is noodzakelijk
in verband met de herziening van de Luchtvaartwet- en regelgeving.
De eisen voor kennis zijn aangepast aan de huidige algemene luchtvaartregelgeving.
De eisen voor bedrevenheid en ervaring zijn voor het eerst vastgesteld. De
eisen zijn uitgewerkt op basis van bijlage 1 bij het Verdrag inzake de internationale
burgerluchtvaart (ICAO).
De terinzagelegging van de bijlage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
vindt plaats bij de Divisie Luchtvaart van Inspectie Verkeer en Waterstaat.
Deze is thans gevestigd aan de Saturnusstraat 50 te Hoofddorp.