Aanwijzing ambtenaren belast met vervoer arrestanten
Unit Vervoer van de Dienst Vervoer en Ondersteuning
28 september 1998
Nr. 719474/598/IV
Directoraat-Generaal Rechtshandhaving
De Minister van Justitie,
Gelet op artikel 9, zesde lid, van de Politiewet 1993;
Besluit:
Artikel 1
De ambtenaren van de afdelingen regulier en extra beveiligd vervoer van
de Unit Vervoer van de Dienst Vervoer en Ondersteuning van het Ministerie
van Justitie worden aangewezen voor het vervoer van rechtens van hun vrijheid
beroofde personen.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Penitentiaire
beginselenwet in werking treedt.
Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
Den Haag, 28 september 1998 .
De Minister van Justitie,
namens
deze,
het wnd. hoofd directie Opsporingsbeleid,
A.M. van der Meer.
Toelichting
In het besluit van 28 september 1998, kenmerk 719474/598/IV, zijn functionarissen
die werkzaam zijn voor de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) aangewezen
tot buitengewoon opsporingsambtenaar. Gezien de werkzaamheden van de personen
die deel uitmaken van of werkzaam zijn voor de Unit vervoer is het voor deze
functionarissen niet vereist om te beschikken over. Echter kunnen deze ambtenaren
zich in het kader van de uitvoering van hun taak, zoals -onder meer- bij het
vervoer van rechtens van hun vrijheid beroofde personen, welke zijn ondergebracht
bij de politie, desondanks geplaatst zien in situaties, waarin het gerechtvaardigd
is om een veiligheidsfouillering uit te voeren dan wel geweld toe te passen.
Met het oog hierop zijn de ambtenaren van de afdelingen regulier en extra
beveiligd vervoer van de Unit Vervoer van de DV&O, krachtens artikel 9,
zesde lid, van de Politiewet 1993, aangewezen voor het vervoer van rechtens
van hun vrijheid beroofde personen en daardoor kunnen zij de bevoegdheden,
bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, uitoefenen, dan wel de maatregelen,
bedoeld in het vierde lid van artikel 9, treffen, voor zover dit noodzakelijk
is met het oog op de voorkoming van het zich onttrekken van de te vervoeren
persoon aan het op hem uitgeoefende toezicht.
Het vervoer van rechtens van hun vrijheid beroofde personen, door ambtenaren
die deel uitmaken van of werkzaam zijn voor de afdeling regulier vervoer,
omvat:
- het vervoer van personen die in voorlopige hechtenis zijn gesteld;
- het vervoer op convenant-basis van aangehouden verdachten ten behoeve
van bijzondere opsporingsdiensten (b.v de Economische Controle Dienst); en
- het insluiten, bewaken en vervoeren van aangehouden verdachten
in een cellenbus bij grootschalig politieoptreden.
Wanneer personen in voorlopige hechtenis zijn gesteld en vervoerd moeten
worden en/of door de politie worden aangehouden en ten behoeve van insluiting
en vervoer in een cellenbus aan de DV&O worden overgedragen, dan zijn
zij formeel ondergebracht bij de politie. De DV&O verzorgt in ondergeschiktheid
aan de politie het vervoer van bovengenoemde personen. De door bijzondere
opsporingsdiensten aangehouden verdachten worden in de praktijk eveneens bij
de politie ondergebracht, aangezien deze diensten niet over eigen celcapaciteit
beschikken. Het extra beveiligd vervoer richt zich specifiek op gedetineerden
met een beheersrisico.
De Minister van Justitie
namens deze,
het wnd. hoofd directie Opsporingsbeleid,
A.M. van der Meer.
Bijlage
Tabel 1
Wettelijke grondslag van het gebruik van geweld en de
veiligheidsfouillering.