Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2025, 335 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2025, 335 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 april 2025, kenmerk 4087876-1074418-WJZ;
Gelet op:
– Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PbEG 2000, L 204);
– Verordening (EG) nr. 1825/2000 van de Commissie van 25 augustus 2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten (PbEG 2000, L 216);
– Verordening (EG) Nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139);
– Verordening (EU) Nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
– de artikelen 4, 5, 6, 8, eerste lid, 13, 13a, 14 en 32b van de Warenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 mei 2025, no. W13.25.00090/III);
Gezien het nader rapport van Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 oktober 2025, kenmerk 4220214-1074418-WJZ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 komt te luiden:
1. Het is verboden vlees, wilde zwijnenvlees, separatorvlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, gehakt en vleesproducten te bereiden, te behandelen, te bewerken, te verwerken, te verpakken, te bewaren, te vervoeren of te verhandelen anders dan met inachtneming van de bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften.
2. Het is verboden met gebruikmaking van de bij dit besluit aangegeven aanduidingen en vermeldingen andere waren te verhandelen dan die waaraan die aanduidingen en vermeldingen bij dit besluit zijn voorbehouden.
3. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 11, 13, eerste, tweede en vijfde lid, 14, 15 en 15bis van verordening (EG) 1760/2000 en met de artikelen 1, 2, tweede lid, 4, eerste en tweede lid, 5bis, eerste lid, 5ter, 5quater, eerste en tweede lid, en 7, eerste en vierde lid, van verordening (EG) 1825/2000.
B
In artikel 3b wordt «..» vervangen door «.».
C
In artikel 14 wordt «artikel 20 van verordening (EG) 1760/2000» vervangen door «artikel 22bis van verordening (EG) 1760/2000».
Het Warenwetbesluit Zuivel wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
internationale kaasstandaard, opgesteld in het kader van de «FAO/WHO Code of Principles concerning Milk and Milk Products»;
melk als bedoeld in bijlage VII, deel III, van verordening (EU) 1308/2013;
1°. rauwe melk bestemd voor verwerking;
2°. vloeibare of bevroren melk, verkregen uit rauwe melk die al dan niet een toegestane fysische behandeling, zoals een warmtebehandeling of een thermisatie, heeft ondergaan en waarvan de samenstelling al dan niet is gewijzigd, mits deze wijziging beperkt blijft tot het toevoegen of het onttrekken van natuurlijke melkbestanddelen;
micro-organismen van de soorten Lactobacillus del-brueckii ssp. bulgaricus en Streptococcus thermophilus;
zuivelproducten en samengestelde zuivelproducten;
rauwe melk als bedoeld in bijlage VII, deel IV, van verordening (EU) 1308/2013;
Eerste Richtlijn 79/1067/EEG van de Commissie van 13 november 1979 tot vaststelling van communautaire analysemethoden voor de controle van bepaalde voor menselijke voeding bestemde geheel of gedeeltelijk gedehydreerde verduurzaamde melk (PbEG 1979, L 327);
Eerste Richtlijn 85/503/EEG van de Commissie van 25 oktober 1985 betreffende analysemethoden inzake voor menselijke voeding bestemde caseïnen en caseïnaten (PbEG 1985, L 308);
Richtlijn van de Raad van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk (PbEG 2002, L 15);
Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad (PbEU 2015, L 314);
product waarvan geen enkel element de plaats van een bestanddeel van melk inneemt of met dit doel wordt toegevoegd en waarvan de melk of een zuivelproduct een essentieel bestanddeel is, hetzij door zijn hoeveelheid, hetzij omdat zijn effect kenmerkend is voor het product;
verhitting van rauwe melk tot een temperatuur tussen 57°C en 68°C, zodanig dat de melk na deze behandeling positief blijft reageren op de fosfatase-test;
Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PbEU 2008, L 354);
Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PbEU 2008, L 354);
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
Verordening (EU) 2024/1143 van het Europees Parlement en de Raad van 11 april 2024 betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, evenals gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen voor landbouwproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 en (EU) 2019/1753 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1151/2012 (PbEU L 2024/1143);
elke behandeling door verhitting die, onmiddellijk na de toepassing ervan, een negatieve reactie bij de fosfatase-test tot gevolg heeft;
zuivelproduct als bedoeld in bijlage VII, deel III, van verordening (EU) 1308/2013.
B
Artikel 2 komt te luiden:
1. Het is verboden te handelen in strijd met de eisen gesteld bij of krachtens artikel 78, tweede tot en met vijfde lid, en bijlage VII, deel III en IV, van verordening (EU) 1308/2013 voor zover deze betrekking hebben op melk en zuivelproducten voor menselijke consumptie.
2. Het is verboden eet- en drinkwaren te bereiden, te behandelen, te verwerken, te verpakken, te bewaren, te vervoeren, te verhandelen of te bezigen, anders dan met inachtneming van de bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften.
3. Het is verboden met gebruikmaking van de bij of krachtens dit besluit aangegeven, of daarop gelijkende, aanduidingen andere waren te verhandelen dan die waaraan die aanduidingen bij of krachtens dit besluit zijn voorbehouden.
C
In de titel van paragraaf 3 wordt «EEG-richtlijnen» vervangen door «EU-richtlijnen».
D
Artikel 4 komt te luiden:
E
In de titel van paragraaf 4 vervalt «en kwark».
F
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw), aanhef, vervalt «, geitenkaas en schapenkaas».
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Stremsels als bedoeld in het eerste lid voldoen aan de voorschriften van verordening (EG) 1332/2008.
G
In de titels van de paragrafen 5 en 6 wordt «produkten» telkens vervangen door «producten».
H
In de artikelen 7, aanhef, 8, eerste lid, aanhef, en 16 wordt «zuivelprodukt» telkens vervangen door «zuivelproduct».
I
In de artikelen 7, aanhef, 8, eerste lid, aanhef, 9, eerste lid, 14, 15 en 16 wordt «koemelk» telkens vervangen door «melk».
J
Artikel 8, vierde lid, vervalt.
K
Artikel 9, tweede lid, komt te luiden:
2. Onverminderd de benamingen, genoemd in de artikelen 2.28 tot en met 2.30 van de Regeling dierlijke producten en de kwaliteitsregelingen geregistreerd op grond van verordening (EU) 2024/1143 mag voor kaas een van de benamingen, bedoeld in de bijlage worden gebezigd, voor zover het een waar betreft waarvan de aard en de samenstelling voldoet aan de desbetreffende kaasstandaard.
L
Artikel 10, tweede en derde lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.
M
Artikel 11 vervalt.
N
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Gehele kaas als bedoeld in artikel 9, die onverpakt is en aanwezig is in een winkel of in enige andere voor het publiek toegankelijke verkoopplaats, is voorzien van de benaming, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen en van een vermelding van het vetgehalte van de droge stof.
2. In het tweede en derde lid wordt «aanduiding» telkens vervangen door «benaming» en «vermeldingen» telkens door «vermelding».
O
Artikel 12a komt te luiden:
P
In artikel 13 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.
Q
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. «samengestelde zuivelprodukt» wordt telkens vervangen door «samengestelde zuivelproduct».
2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «graanprodukten» vervangen door «graanproducten».
R
In artikel 15 wordt «samengestelde vloeibare zuivelprodukt» vervangen door «samengestelde vloeibare zuivelproduct».
S
In artikel 17 wordt «produkt» vervangen door «product».
T
Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «Richtlijn 79/1067/EEG» vervangen door «richtlijn 79/1067/EEG».
2. In het derde lid wordt «Richtlijn 85/503/EEG» vervangen door «richtlijn 85/503/EEG».
3. In het vijfde lid vervalt «,in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,».
U
Artikel 20 komt te luiden:
Na de inwerkingtreding van het besluit van 4 november 2025 houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, het Warenwetbesluit Zuivel en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten in verband met wijzigingen in Europese regelgeving en enkele technische aanpassingen (Stb. 2025, 335), berusten de Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003 en de Warenwetregeling caseïne en caseïnaten 2016 mede op artikel 4, onderdeel a, respectievelijk artikel 4, onderdeel b, van dit besluit.
V
De bijlage komt te luiden:
Deze bijlage behoort bij artikel 9, tweede lid
Mozzarella
Cheddar
Edam
Gouda
Samsø
Emmental
Tilsiter
Saint-Paulin
Provolone
Cottage Cheese
Coulommiers
Cream Cheese
Camembert
Brie
Extra Hard Grating Cheese
De bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:
1. In de «Inhoud» wordt bij onderdeel C-17 «Kaaskorstbedekkingsmiddelen» vervangen door «kaaskorstbedekkingsmiddelen».
2. Rubriek C-16 komt te luiden:
|
C-16 Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten |
||||
|
C-16.1 |
artikel 2, eerste lid, juncto artikel 3 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.2 |
artikel 2, eerste lid, juncto artikel 3a |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.3 |
artikel 2, eerste lid, juncto artikel 3b |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.4 |
artikel 2, eerste lid, juncto artikel 4, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.5 |
artikel 2, eerste lid, juncto artikel 5, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.6 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 6 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.7 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 7 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.8 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 8 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.9 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 9 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.10 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 10 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.11 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 12 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-16.12 |
artikel 2, derde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
3. Rubriek C-17 komt te luiden:
|
C-17 Warenwetbesluit Zuivel |
|||||
|
C-17.1 |
artikel 2, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.2 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 5, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.3 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 5, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.4 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 7 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.5 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 8, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.6 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 8, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.7 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 8, derde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.8 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 9, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.9 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 9, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.10 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 10 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.11 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 12, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.12 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 12, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.13 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 12, derde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.14 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 12a |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.15 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 13, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.16 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 13, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.17 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 14, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.18 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 14, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.19 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 15 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.20 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 16, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.21 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 16, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.22 |
artikel 2, tweede lid, juncto artikel 17 |
€ 525,– |
€ 1.505,– |
X |
|
|
C-17.23 |
artikel 2, derde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
|
C-17.24 |
Warenwetbesluit Zuivel |
Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003 |
|||
|
C-17.24.1 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 3, onderdeel a |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.2 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 3, onderdeel b |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.3 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 3, onderdeel c |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.4 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 3a, onderdeel a |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.5 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 3a, onderdeel b |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.6 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 3a, onderdeel c |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.7 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 4, onderdeel a |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.8 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 4, onderdeel b |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.9 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 4, onderdeel c |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.10 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 5 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.11 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 6, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.12 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 7 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.13 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 8 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.14 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 9 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.15 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 10, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.16 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 11 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.17 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 12 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.18 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 13, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.19 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 14 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.20 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 15, eerste lid, onderdeel a |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.21 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 15, eerste lid, onderdeel b |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.22 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 16, onderdeel a |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.24.23 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 16, onderdeel b |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.25 |
Warenwetbesluit Zuivel |
Warenwetregeling caseïne en caseïnaten 2016 |
|||
|
C-17.25.1 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 2, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.25.2 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 2, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.25.3 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 2, derde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.25.4 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 3 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.25.5 |
artikel 2, derde lid juncto |
artikel 2, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.25.6 |
artikel 2, derde lid juncto |
artikel 2, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.25.7 |
artikel 2, derde lid juncto |
artikel 2, derde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.25.8 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 4, eerste lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.25.9 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 4, vierde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26 |
Warenwetbesluit Zuivel |
Warenwetregeling kaaskorstbedekkingsmiddelen |
|||
|
C-17.26.1 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 2, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.2 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 2, derde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.3 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 2, vierde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.4 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 2, vijfde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.5 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 3, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.6 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 3, derde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.7 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 3, vierde lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.8 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 4, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.9 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 4, derde lid, onderdeel a |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.10 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 4, derde lid, onderdeel b |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.11 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 5, tweede lid |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.12 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 7 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.13 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 8 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.14 |
artikel 2, tweede lid juncto |
artikel 9 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
|
C-17.26.15 |
artikel 2 tweede lid juncto |
artikel 10 |
€ 525,– |
€ 1.050,– |
X |
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 4 november 2025
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen
Uitgegeven de tiende november 2025
De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten
Dit besluit wijzigt het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, het Warenwetbesluit Zuivel en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. De meeste wijzigingen vloeien voort uit wijzigingen in Europese regelgeving. Voor een toelichting op alle wijzigingen wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.
Dit besluit heeft geen gevolgen voor de regeldruk voor het bedrijfsleven of de burger. De kennisnemingskosten zijn nihil. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.
Het ontwerp van dit besluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)1. Deze consultatie heeft niet geleid tot inhoudelijke opmerkingen.
Het ontwerp van dit besluit is door de NVWA beoordeeld op de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid. De NVWA is van mening dat de voorgestelde wijzigingen handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig zijn.
Op grond van artikel 32b, tweede lid, wordt een voordracht tot wijziging van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Vanuit de Eerste Kamer zijn vragen gesteld over het ontwerp van dit besluit. Deze vragen hebben niet geleid tot aanpassing van het besluit.
Het ontwerp van dit besluit is op 9 april 2025 gemeld aan de Europese Commissie ter voldoening aan artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/1535.2 De notificatie bij de Europese Commissie is noodzakelijk, aangezien artikel II van dit besluit mogelijk technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn (EU) 2015/1535. De notificatie heeft niet geleid tot opmerkingen van de Europese Commissie en de lidstaten.
Met de wijziging van artikel 2 van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten wordt de daarin vervatte verbodsbepaling eenvoudiger geformuleerd. De reikwijdte van dit artikel verandert niet. Het eerste tot en met vierde lid worden samengevoegd tot het eerste lid. Het vijfde en zesde lid worden samengevoegd tot het tweede lid.
In het derde lid zijn daarvoor in aanmerking komende bepalingen van verordening (EG) 1760/20003 en verordening (EG) 1825/20004 aangewezen als verboden, zodat overtreding daarvan bestraft kan worden. Dit was het zevende lid, waarin een aantal wijzigingen is aangebracht. Ten onrechte was een aantal bepalingen van deze verordeningen niet opgenomen. Deze wijziging zorgt voor toevoeging van artikel 15bis van verordening (EG) 1760/2000 en de artikelen 4, eerste en tweede lid, 5bis, eerste lid, 5ter en 5quater, eerste en tweede lid, van verordening (EG) 1825/2000 aan artikel 2, derde lid, van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten.
Dit betreft een tekstuele aanpassing.
In artikel 14 van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten werd, door een wijziging van verordening (EG) 1760/2000 onjuist verwezen naar artikel 20 van verordening (EG) 1760/2000. De bepaling van artikel 20 is inmiddels opgenomen in artikel 22bis van de genoemde verordening. De verwijzing is daarop aangepast.
Artikel 1 van het Warenwetbesluit Zuivel wordt geformuleerd overeenkomstig de Aanwijzingen voor de regelgeving.5 Verder zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
– De verwijzingen naar richtlijn 92/46/EEG6 (was onderdeel e) en richtlijn 92/47/EEG7 (was onderdeel f) vervallen, omdat deze richtlijnen inmiddels zijn vervallen. Bepalingen uit deze richtlijnen zijn overgenomen in verordening (EG) 853/20048 en verordening (EU) 1308/20139. Verordening (EU) 1308/2013 wordt opgenomen in artikel 1 van het besluit.
– De definities van melk en rauwe melk worden in lijn gebracht met verordening (EU) 1308/2013. Hierin wordt melk omschreven als «het product dat normaal door de melkklieren wordt afgescheiden en bij één of meer melkbeurten is verkregen, zonder dat daaraan stoffen worden toegevoegd of onttrokken» en rauwe melk als «melk die niet is verwarmd tot boven 40 °C en die evenmin een behandeling met een gelijkwaardig effect heeft ondergaan».
– De term «melk» wordt doorgaans gebruikt voor melk afkomstig van koeien. Onder koeien worden vrouwelijke runderen verstaan van de soort Bos primigenius taurus. Daarnaast kan melk ook afkomstig zijn van andere soorten runderen, zoals bizons en waterbuffels en van andere landbouwdieren waaronder schapen, geiten, paarden, kamelen en ezels. Op grond van bijlage VII, deel III, onder 4, van verordening (EU) 1308/2013 moet, indien melk niet afkomstig is van runderen, vermeld worden van welke diersoort de melk afkomstig is. Dit betekent dat «melk» betekent: «melk afkomstig van koeien», tenzij anders wordt vermeld. Door deze aanduidingsverplichting is de term «koemelk» overbodig en vervalt deze in het Warenwetbesluit Zuivel.
– De begripsbepalingen «warmtebehandelde consumptiemelk» (was onderdeel l), en «melkveehouder» (was onderdeel q) vervallen. Deze begrippen komen niet langer voor in het besluit.
– De begripsbepaling «Conventie van Stresa» vervalt, omdat in het besluit niet meer verwezen wordt naar de aanduidingen van herkomst en benamingen van kaassoorten die in deze conventie zijn opgenomen. Het begrip «kaasstandaard» wordt hierop aangepast.
– In verband met de nieuwe aanhef van artikel 5 wordt een definitie opgenomen van verordening (EG) 1332/200810.
– In het besluit wordt het begrip «producten op basis van melk» gedefinieerd als «zuivelproducten en samengestelde zuivelproducten». Voor de definitie van zuivelproduct wordt verwezen naar verordening (EU) 1308/2013. Voor de definitie van het samengestelde zuivelproduct wordt aangesloten bij de omschrijving in bijlage VII, deel III, onder 3, van verordening (EU) 1308/2013.
– In verband met het nieuwe tweede lid van artikel 9 wordt een definitie opgenomen van verordening (EU) 2024/114311.
De verordeningen (EG) 2597/9712 en (EEG) 1898/8713 zijn vervangen en ingetrokken door verordening (EG) 1234/200714. Verordening (EG) 1234/2007 is reeds vervangen en ingetrokken door verordening (EU) 1308/2013. De verwijzingen naar de verordeningen (EG) 2597/97 en (EEG) 1898/87 worden vervangen door een verwijzing naar verordening (EU) 1308/2013 (artikel 2, eerste lid).
Artikel 2 van het Warenwetbesluit Zuivel wordt herschreven om de daarin vervatte verbodsbepaling eenvoudiger te formuleren. Het tweede lid is een samenvoeging van de leden 3 tot en met 7, 9 en 10. Het derde lid was het achtste lid. Het elfde lid is niet overgenomen, aangezien dit lid momenteel ook niet in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten is opgenomen als te overtreden bepaling.
Voor de formulering wordt aangesloten bij aanwijzing 3.40 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.
Het eerste lid van artikel 4 wordt ingetrokken, omdat de uit dit lid voortvloeiende verplichtingen reeds gelden op grond van de artikelen 3 en 4 en bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, deel II, van verordening (EG) 853/2004. Verordening (EG) 853/2004 is uitgevoerd in het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen. Artikel 2, tweede lid, van dit laatstgenoemde besluit bepaalt dat het verboden is te handelen in strijd met enkele bepalingen van verordening (EG) 853/2004.
De titel van paragraaf 4 wordt aangepast, omdat de paragraaf (artikel 5) geen betrekking heeft op kwark.
De aanhef van artikel 5 wordt gewijzigd. Met de term «kaas» wordt kaas van verschillende soorten melk bedoeld, en omvat daarmee ook geiten- en schapenkaas. Daarom komt de expliciete verwijzing naar geiten- en schapenkaas te vervallen. Met het nieuwe tweede lid wordt bepaald dat stremsel moet voldoen aan de voorschriften van verordening (EG) 1332/2008.
Met deze onderdelen worden verschillende artikelen van het Warenwetbesluit Zuivel aangepast aan de nieuwe spelling.
Het vierde lid van artikel 8 kan vervallen. Yoghurt is gefermenteerde melk en om die reden is het geen aanvulling op artikel 19, eerste lid, onderdeel d, van verordening (EU) 1169/201115. Daar wordt namelijk «gefermenteerde melk» al genoemd.
Het tweede lid van artikel 9 wordt anders geformuleerd. Allereerst wordt duidelijk gemaakt dat de benamingen opgenomen in de artikelen 2.28 tot en met 2.30 van de Regeling dierlijke producten en de kwaliteitsregelingen (beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten met reservering van de benaming) geregistreerd op grond van verordening (EU) 2024/1143 onverkort van toepassing zijn. Verder bepaalt het dat voor kaas een van de namen van de bijlage gebezigd mag worden, voor zover de kaas voldoet aan de eisen van de desbetreffende kaasstandaard.
Het tweede lid van artikel 10 vervalt, omdat bijlage II bij het Warenwetbesluit Zuivel en de Landbouwkwaliteitsregeling kaasproducten niet meer bestaan.
Het derde lid van artikel 10 vervalt, omdat door de aanpassing van de omschrijving in artikel 5 onder de aanduiding kaas ook geiten- en schapenkaas begrepen wordt. Overeenkomstige toepassing van artikel 10, eerste lid, op geiten- en schapenkaas hoeft dus niet langer geregeld te worden.
Artikel 11 vervalt. In dit artikel was bepaald dat in een aantal gevallen de naam van het land van oorsprong moest worden aangeduid.
Dit betrof de kaassoorten waarvoor in de Codex Alimentarius16 een kaasstandaard is gepubliceerd. Daarnaast betrof het ook de kaassoorten die waren aangewezen in de B-lijst van de internationale overeenkomst betreffende het gebruik van aanduidingen van herkomst en benamingen van kaassoorten van 1 juni 1951 (Conventie van Stresa). Voor beide groepen kazen gold dat de benaming oorspronkelijk de herkomst van de kaas aangaf, maar dat de benaming inmiddels een type-kaas is geworden. Producten uit andere landen dan het oorspronkelijke productieland moesten op grond van de Conventie worden aangeduid met de naam van het land van herkomst. Deze verplichting was in dit artikel opgenomen, naast een soortgelijke verplichting voor de aanduiding van kaassoorten waarvoor een Codex-kaasstandaard bestaat.
Deze verplichte oorsprongsaanduiding in een specifiek aantal gevallen is inmiddels overbodig, omdat de Europese etiketteringsverordening (Verordening (EU) 1169/2011) al bepaalt dat bij voedingsmiddelen het land van oorsprong of plaats van herkomst moet worden aangeduid, als het weglaten ervan de consument zou kunnen misleiden (artikel 26, tweede lid, van deze verordening). Bovendien zijn enkele kaassoorten uit de B-lijst van de Conventie (net als alle producten van de A-lijst) inmiddels producten met een Europese bescherming als beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding. Bepalingen met betrekking tot de aanduiding zijn voor deze producten niet meer nodig.
Met de term «kaas» wordt kaas van verschillende soorten melk bedoeld, en omvat daarmee ook geiten- en schapenkaas. Overeenkomstig de definiëring van «melk» wordt met «kaas» kaas gemaakt van melk van runderen bedoeld, tenzij anders wordt aangegeven. Daarom komt de expliciete verwijzing naar geiten- en schapenkaas te vervallen. Artikel 12, eerste lid, onderdeel b vervalt, aangezien de Landbouwkwaliteitsregeling kaasproducten is vervallen. Verder wordt met dit onderdeel beoogd de formulering van artikel 12, eerste lid, te verduidelijken en vereenvoudigen.
De opsomming van de te gebruiken kaaskorstbedekkingsmiddelen in artikel 12a van het Warenwetbesluit Zuivel is onvoldoende toekomstbestendig gebleken. Door de nieuwe formulering van artikel 12a wordt bij ministeriële regeling (de Warenwetregeling Kaaskorstbedekkingsmiddelen) geregeld welke bedekkingsmiddelen gebruikt mogen worden op de korst van kaas en onder welke voorwaarden. Hierdoor kunnen nieuwe en innovatieve bedekkingsmiddelen, zoals composteerbare coatings, eenvoudiger aangewezen worden en kan er sneller gebruik van worden gemaakt. De in artikel 12a genoemde kaaskorstbedekkingsmiddelen worden, voor zover van toepassing, overgeheveld naar deze regeling.
Algemeen uitgangspunt is dat regelgeving ondertekend wordt door één bewindspersoon. Om die reden komt de verplichte overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, welke taken inmiddels belegd zijn bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, te vervallen. Waar nodig worden wijzigingen op ambtelijk niveau afgestemd en indien gewenst bij het andere departement aan de betrokken bewindspersoon voorgelegd. Formele betrokkenheid, die tot uitdrukking komt door medeondertekening, is echter niet meer nodig.
In artikel 9, tweede lid, is bepaald dat voor kaas een van de benamingen, bedoeld in de bijlage mag worden gebezigd, voor zover het een waar betreft waarvan de aard en de samenstelling voldoet aan de desbetreffende kaasstandaard. Ook cottage cheese is een kaassoort waarvoor een kaasstandaard is opgesteld. De aparte reservering van de benaming cottage cheese is dus niet meer nodig. Daarom wordt het tweede lid van artikel 13 geschrapt, onder vernummering van het oorspronkelijke derde lid tot tweede lid.
De grondslag voor de Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003 en de Warenwetregeling caseïne en caseïnaten 2016 was artikel 4, tweede lid, van het Warenwetbesluit Zuivel. Na inwerkingtreding van dit besluit berusten die regelingen op artikel 4, onderdeel a, respectievelijk artikel 4, onderdeel b.
De bijlage wordt opnieuw vastgesteld, omdat de oorspronkelijke bijlage aangaf voor welke kaassoorten op grond van artikel 9, tweede lid, een verplichte vermelding van het land van herkomst gold. Dit was het geval voor producten met een Codexstandaard en voor producten van de B-lijst van de Conventie van Stresa. Deze verplichting is overbodig, omdat in artikel 26, tweede lid, onder b, van de Europese etiketteringsverordening (verordening (EU) 1169/2011) al is bepaald dat bij mogelijke verwarring het land van oorsprong of de plaats van herkomst moet worden vermeld.
De bijlage dient nu uitsluitend om aan te geven welke kaasstandaarden er in Codex-verband zijn. Het resterende artikel 9, tweede lid, bepaalt dat producten, om de aangegeven naam te mogen dragen, aan de betreffende kaasstandaard moeten voldoen.
De nieuwe formulering van de verbodsbepalingen in het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten en het Warenwetbesluit Zuivel leidt tot een groot aantal wijzigingen in de rubrieken C-16 en C-17 van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. Om die reden worden deze rubrieken opnieuw vastgesteld. Naast de wijzigingen als gevolg van de nieuwe formulering van de verbodsbepalingen zijn ook twee onderdelen toegevoegd en twee onderdelen vervallen. De onderdelen C-16.3 en C-16.11 waren ten onrechte niet opgenomen in de rubrieken. In artikel 4, tweede en derde lid, van de Warenwetregeling caseïne en caseïnaten 2016 zijn geen te overtreden bepalingen opgenomen en om die reden niet meer opgenomen in rubriek C-17.25. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit besluit treedt ook een wijziging van de Warenwetregeling Kaaskorstbedekkingsmiddelen in werking. Deze laatste wijziging zorgt voor een aantal wijzigingen in rubriek C-17.26.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze regeling. Voor de inwerkingtreding is aangesloten bij de vaste verandermomenten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen
Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241).
Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PbEG 2000, L 204).
Verordening (EG) nr. 1825/2000 van de Commissie van 25 augustus 2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten (PbEG 2000, L 216).
Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk (PbEG 1992, L 268).
Richtlijn 92/47/EEG van de Raad van 16 juni 1992 houdende vaststelling van de voorschriften voor het toestaan van tijdelijke en beperkte afwijkingen op de specifieke communautaire gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van melk en producten op basis van melk (PbEG 1992, L 268).
Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139).
Verordening (EU) Nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347).
Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PbEU 2008, L 354).
Verordening (EU) 2024/1143 van het Europees Parlement en de Raad van 11 april 2024 betreffende geografische aanduidingen voor wijn, gedistilleerde dranken en landbouwproducten, evenals gegarandeerde traditionele specialiteiten en facultatieve kwaliteitsaanduidingen voor landbouwproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013, (EU) 2019/787 en (EU) 2019/1753 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1151/2012 (PbEU L 2024/1143).
Verordening (EG) Nr. 2597/97 van de Raad van 18 december 1997 houdende aanvullende voorschriften voor de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten met betrekking tot consumptiemelk (PbEG 1997, L 351).
Verordening (EEG) nr. 1898/87 van de Raad van 2 juli 1987 betreffende de bescherming van de benaming van melk en zuivelproducten bij het in de handel brengen (PbEG 1987, L 182).
Verordening (EG) Nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-Verordening) (PbEU 2007, L 299).
Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304).
De Codex Alimentarius Commission (Codex) is een internationaal forum waaraan door 188 landen en 1 organisatie (Europese Unie) wordt deelgenomen. Dit forum ontwikkelt internationale normen voor voedselproducten, met als doel de internationale volksgezondheid te beschermen en de eerlijkheid van de handel in voedselproducten te bevorderen. De Codex is een VN-organisatie, onder de vlag van zowel de FAO (Internationale Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) en de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie). Zie https://www.codexalimentarius.nl/.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2025-335.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.