Besluit van 25 maart 2024 tot wijziging van het Besluit geslachtsnaamswijziging in verband met de inwerkingtreding van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming, van 8 november 2023, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5016750;

Gelet op artikel 7, vijfde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 november 2023, nr. W16.23.00332/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 20 maart 2024, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5244263;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit geslachtsnaamswijziging wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, vervalt de laatste zin.

B

In artikel 2, eerste lid, vervalt «slechts».

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na «ontbinding van het huwelijk» ingevoegd «, het geregistreerd partnerschap».

2. In onderdeel b wordt na «in de geslachtsnaam van de levensgezel van de ouder,» ingevoegd « of in de geslachtsnaam van de ouder en de levensgezel in een vrij te bepalen volgorde,» en wordt «deze persoon» vervangen door «de levensgezel».

3. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. in de geslachtsnaam van een pleegouder of in de geslachtsnaam van beide pleegouders in een vrij te bepalen volgorde indien de pleegouder of pleegouders gedurende een aaneengesloten periode van ten minste drie jaren onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek de minderjarige heeft of hebben verzorgd en opgevoed; of

4. Na onderdeel c wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • d. in de gevallen, genoemd onder a tot en met c, in de geslachtsnaam die de minderjarige heeft in combinatie met de geslachtsnaam van de ouder, levensgezel dan wel pleegouder.

2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot het derde tot en met vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien de minderjarige is geadopteerd, is, onverminderd het eerste lid, ook wijziging mogelijk in de oorspronkelijke geslachtsnaam of een combinatie daarvan met de geslachtsnaam van de ouder, levensgezel dan wel pleegouder.

3. In het vierde lid (nieuw) wordt «tweede lid» vervangen door «derde lid».

4. In het vijfde lid (nieuw) wordt onder 1° na «de geslachtsnaam waarvan wijziging wordt verzocht, ontleent» ingevoegd « of mede ontleent» en onder 2° wordt «de geslachtsnaam, waarvan wijziging wordt verzocht, ontleent» vervangen door « de geslachtsnaam waarvan wijziging wordt verzocht, ontleent of mede ontleent» en wordt «tweede lid» vervangen door «derde lid».

D

In artikel 3a, tweede lid, wordt «vierde lid» vervangen door «vijfde lid».

E

Het opschrift van de paragraaf «Wijziging van de geslachtsnaam van een meerderjarige in die van zijn verzorger, van zijn ouder of in zijn oorspronkelijke geslachtsnaam» wordt vervangen door «Wijziging van de geslachtsnaam van een meerderjarige in die van zijn verzorger, van zijn ouder, zijn oorspronkelijke geslachtsnaam of een combinatie daarvan».

F

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel a door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «, of» een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. in de geslachtsnaam die enkel volgens het recht van de andere nationaliteit zou kunnen worden verkregen indien de verzoeker naast de Nederlandse nog een of meer andere nationaliteiten bezit.

2. In het tweede lid, wordt «persoon» vervangen door «pleegouder».

G

Artikel 5, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel a komt te luiden:

  • a. in de geslachtsnaam van een ouder dan wel van de echtgenoot of geregistreerde partner van een ouder die op grond van artikel 253sa, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van rechtswege het gezamenlijk gezag over hem heeft uitgeoefend, of in een combinatie van die geslachtsnaam met de geslachtsnaam die hij heeft in een vrij te bepalen volgorde, indien hij op de voet van artikel 5, tweede, derde, vierde, vijfde of zesde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 25 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek of op de voet van artikel IIIA of IIIB van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam zijn geslachtsnaam heeft gekregen, met dien verstande dat indien de meerderjarige is geadopteerd, ook wijziging mogelijk is in zijn oorspronkelijke geslachtsnaam of een combinatie daarvan met de geslachtsnaam van de ouder, dan wel van de echtgenoot of geregistreerde partner van een ouder die op grond van artikel 253sa, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van rechtswege het gezamenlijk gezag over hem heeft uitgeoefend;

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien een meerderjarige een gecombineerde geslachtsnaam heeft en diens geslachtsnaam wordt gewijzigd op grond van het eerste lid, onder b, wordt alleen de naam gewijzigd die hij ontleent aan de ouder in wiens geslachtsnaamswijziging hij niet heeft gedeeld en behoudt hij een gecombineerde geslachtsnaam.

ARTIKEL II

In afwijking van artikel 5, tweede lid, van het Besluit geslachtsnaamswijziging wordt een verzoek als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a, van dat besluit tot wijziging van zijn geslachtsnaam in een gecombineerde geslachtsnaam ingediend door een meerderjarige die in de periode van 1 januari 2024 tot 1 oktober 2024 de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, ingewilligd als het is ingediend voor 1 juli 2025.

ARTIKEL III

Dit besluit is van toepassing op verzoeken die zijn ingediend op of na het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2024.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 maart 2024

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Uitgegeven de zevenentwintigste maart 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

A. Algemeen

1. Aanleiding en inhoud besluit

Dit besluit wijzigt het Besluit geslachtsnaamswijziging (hierna: Besluit) in verband met de inwerkingtreding van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam. Deze wet biedt ouders de mogelijkheid om hun kind – naast de bestaande mogelijkheid om een van hun beider namen aan het kind te geven – een gecombineerde geslachtsnaam te geven. Een gecombineerde geslachtsnaam is een geslachtsnaam die is samengesteld uit (een deel van) de geslachtsnaam van de ene ouder en de andere ouder. De keuze voor (de volgorde van) de namen in de samenstelling is aan de ouders. Als ouders zelf al een gecombineerde geslachtsnaam hebben en zij willen hun kind ook een gecombineerde geslachtsnaam geven, mogen zij zelf kiezen welke naam uit hun samengestelde geslachtsnaam zij willen doorgeven. Ook dan geldt dat de gecombineerde geslachtsnaam uit niet meer dan twee namen mag bestaan.

De extra naamskeuzemogelijkheid werkt door in dit Besluit. Aan de in het huidige Besluit opgenomen mogelijkheden om de geslachtsnaam te wijzigen in de naam van de andere ouder, levensgezel dan wel pleegouder is toegevoegd de mogelijkheid van een gecombineerde geslachtsnaam. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele technische wijzigingen door te voeren.

2. Financiële gevolgen

Van dit besluit worden geen financiële gevolgen voor de rijksbegroting verwacht.

3. Evaluatie

Op grond van artikel V van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam zal de Minister voor Rechtsbescherming vijf jaar na de inwerkingtreding van die wet aan de Staten-Generaal een verslag zenden over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. De wijzigingen in het Besluit worden betrokken bij die evaluatie.

4. Advies en consultatie

Een voorontwerp van dit besluit is van 12 september 2023 tot en met 9 oktober 2023 in internetconsultatie gegeven. Daarop zijn zes reacties ontvangen van burgers, waarin vooral werd ingegaan op de wenselijkheid om een gecombineerde geslachtsnaam te kunnen krijgen en vanaf welk moment. Met de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam is reeds gekozen om het mogelijk te maken dat een kind een gecombineerde geslachtsnaam kan krijgen en is voorzien in een overgangsregeling. In dit besluit is enkel die extra keuzemogelijkheid verwerkt. De gemaakte opmerkingen hebben dan ook niet geleid tot wijzigingen in het ontwerp.

Tevens is van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVvB) een reactie ontvangen, welke heeft geleid tot enkele redactionele aanpassingen. Een deel van de opmerkingen van de NVvB ging verder dan de onderhavige beleidsneutrale aanpassing van het besluit aan de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam. Deze opmerkingen zullen worden betrokken bij de voorziene doorlichting van de grondslagen en procedure voor geslachtsnaamswijziging.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen (extra) gevolgen voor de regeldruk heeft.

B. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

De voorwaarde dat wijziging niet geschiedt door toevoeging van een naam, is geschrapt. Deze voorwaarde was opgenomen in lijn met het vóór de invoering van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam gevoerde beleid om dubbele namen zoveel mogelijk te beperken. Een dergelijke beperking is nu niet meer nodig. Schrapping betekent geen wijziging ten aanzien van het overigens op grond van artikel 1, tweede lid, van het Besluit gevoerde beleid. Zo geschiedt wijziging nog steeds bij voorkeur door omzetting van enkele letters of door toevoeging van een voor- of achtervoegsel.

Onderdeel B

Gelet op de aanpassing van artikel 5 is het woord «slechts» geschrapt om onduidelijkheid te voorkomen.

Onderdeel C, onder 1

Artikel 3, eerste lid, onder a, b en c, van het Besluit voorzien in de keuzemogelijkheid voor de naam van de andere ouder, levensgezel van de ouder respectievelijk pleegouder. Hieraan zijn toegevoegd de mogelijkheden om te kiezen voor een combinatie van de geslachtsnaam:

  • van beide ouders (artikel 3, eerste lid, onder a en d, van het Besluit);

  • van de ouder en de levensgezel (artikel 3, eerste lid, onder b, van het Besluit);

  • van de levensgezel en de geslachtsnaam die de minderjarige heeft (artikel 3, eerste lid, onder b en d, van het Besluit);

  • van beide pleegouders (artikel 3, eerste lid, onder c, van het Besluit);

  • van een pleegouder en de geslachtsnaam die de minderjarige heeft (artikel 3, eerste lid, onder c en d, van het Besluit).

De volgorde van de namen is ter keuze van de verzoeker(s).

Volledigheidshalve is in onderdeel a na «ontbinding van het huwelijk» ingevoegd «het geregistreerd partnerschap». Tevens is ter verduidelijking in onderdeel b «persoon» vervangen door levensgezel.

Verder voorzag artikel 3, eerste lid, onder c, in de mogelijkheid om de geslachtsnaam te wijzigen in de geslachtsnaam van een persoon die anders dan als ouder de minderjarige als behorende tot het gezin gedurende een aaneengesloten periode van ten minste drie jaren onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek heeft verzorgd en opgevoed, ofwel de pleegouder. Omwille van de leesbaarheid is de aanduiding pleegouder opgenomen. Met deze aanduiding is geen inhoudelijke wijziging beoogd. Anders dan voorheen is niet vereist dat de pleegouder de verzorging en opvoeding tezamen met een ander op zich heeft genomen.

Onderdeel C, onder 2

Op grond van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam hebben ouders voor hun adoptiekind nog een aanvullende keuze. Zij kunnen niet alleen kiezen om hun kind een van hun beider namen te geven of een combinatie daarvan. Zij kunnen ook kiezen voor de oorspronkelijke naam dan wel een combinatie daarvan met een van hun beider namen. Deze extra keuzemogelijkheid geldt ook bij geslachtsnaamswijziging. Wordt naamswijziging gevraagd voor een kind dat is geadopteerd, dan is wijziging van de geslachtsnamen zoals genoemd in het eerste lid mogelijk. Daarnaast kan wijziging worden gevraagd in de oorspronkelijke naam of een combinatie daarvan met die van een ouder, levensgezel van de ouder dan wel pleegouder.

Onderdeel C, onder 3

Dit betreft een technische aanpassing in verband met het invoegen van het tweede lid (nieuw) en de vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot het derde tot en met vijfde lid.

Onderdeel C, onder 4

In artikel 3, vijfde lid, is onder 1° en 2° ingevoegd «of mede ontleent» om tot uitdrukking te brengen dat deze bepalingen ook van toepassing zijn indien de minderjarige een gecombineerde geslachtsnaam heeft. Tevens is onder 2° een technische aanpassing doorgevoerd in verband met het invoegen van het tweede lid (nieuw) en de vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot het derde tot en met vijfde lid.

Onderdeel D

Dit betreft een technische aanpassing in verband met de wijziging van artikel 3 waarbij het tweede lid (nieuw) is ingevoegd en het tweede tot en met vierde lid zijn vernummerd tot het derde tot en met vijfde lid.

Onderdeel E

Het opschrift van de paragraaf is aangepast in verband met de toegevoegde mogelijkheid om een naam te wijzigen in een gecombineerde geslachtsnaam.

Onderdeel F, onder 1

Op de toekenning van de geslachtsnaam voor kinderen met (ook) de Nederlandse nationaliteit is als uitgangspunt het Nederlandse naamrecht van toepassing (zie artikel 10:20 BW). Het nieuwe artikel 10:25 lid 3 BW biedt een grondslag voor een optie voor een geslachtnaam die het kind enkel volgens het recht van een andere nationaliteit van het kind zou kunnen krijgen. Dat betreft geen keuze voor een ander naamrecht, maar een keuze binnen de werking van het Nederlands recht. Dit betekent bijvoorbeeld dat het in Nederland belangrijke uitgangspunt van de eenheid van naam binnen een gezin geldt voor een dergelijke naamskeuze. Tegelijkertijd geldt tevens dat bij de behandeling van de wet is overwogen dat in sommige talen een geslachtsnaam een andere uitgang krijgt naar gelang het geslacht van het kind. Artikel 10:25 lid 3 BW voorziet in dat kader in de mogelijkheid om de naam te kiezen die volgens de andere nationaliteit mogelijk zou zijn, zie Kamerstukken II 2021/22, 35 990, nr. 6, p. 13 (Nota naar aanleiding van het verslag). Voor deze bepaling is niet voorzien in overgangsrecht, waardoor uit moet worden gegaan van directe werking van de bepaling. Dit kan ertoe leiden dat een of meerdere kinderen in een gezin naar Nederlands recht een van oorsprong Poolse naam met een mannelijk uitgang hebben gekregen, terwijl kinderen die na inwerkingtreding van de wet zijn geboren op grond van artikel 10:25 lid 3 BW desgewenst een geslachtsnaam met een genderspecifieke uitgang hebben gekregen. Een voorbeeld ter verduidelijking: binnen het gezin van de gehuwde Nederlandse moeder De Vries en de Poolse vader Kwiatkowski is in 2020 een jongetje met de Nederlands-Poolse nationaliteit geboren genaamd A. Kwiatkowski. In 2022 is een meisje geboren in hetzelfde gezin, naar Nederlands naamrecht genaamd B. Kwiatkowski (terwijl dat naar Pools recht B. Kwiatkowska zou zijn). In 2025 wordt een meisje geboren dat, met toepassing van artikel 10:25 lid 3 BW, C. Kwiatkowska kan worden genoemd als dit bijvoorbeeld bij de geboorteaangifte wordt aangegeven. De eenheid van naam wordt met deze genderspecifieke verbuiging niet aangetast. Voor minderjarigen biedt artikel 3a lid 1 onder b, reeds een mogelijkheid voor de aanpassing van de geslachtsnaam van meisje B. Kwiatkowski. Mochten ouders nalaten hiervan gebruik te maken tijdens de minderjarigheid van het kind, dan biedt het besluit geslachtsnaamswijziging met de aanvulling van artikel 4 tevens een grondslag voor aanpassing van de geslachtsnaam voor B na het bereiken van de meerderjarigheid. Daarbij wordt in de omschrijving van de tekst aangesloten op de bewoording van artikel 10:25 lid 3 BW.

Onderdeel F, onder 2

In dit onderdeel wordt ter verduidelijking «persoon» vervangen door pleegouder.

Onderdeel G, onder 1 en artikel II

Op grond van het geldende artikel 5, eerste lid, onder a, van het Besluit kan een meerderjarige de al dan niet expliciete naamskeuze van zijn ouders herzien. Toegevoegd wordt de mogelijkheid dat de meerderjarige in dat kader zijn geslachtsnaam ook kan laten wijzigen in een gecombineerde geslachtsnaam. Voorwaarde is dat de geslachtsnaam van de meerderjarige is vastgesteld aan de hand van het interne Nederlandse naamrecht, dat wil zeggen op grond van artikel 5, tweede, derde, vierde, vijfde of zesde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), artikel 25 van Boek 10 BW of een van de overgangsbepalingen van de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam. De geslachtsnaam kan ook worden gewijzigd in een gecombineerde geslachtsnaam als de meerderjarige zijn geslachtsnaam heeft gekregen op grond van artikel 5, tweede, derde, vierde, vijfde of zesde lid, van Boek 1 BW zoals deze bepalingen luidden tot 1 januari 2024 en de ouders geen mogelijkheid hebben gehad om daarbij te kiezen voor de gecombineerde geslachtsnaam.

Deze verzoeken kunnen worden ingediend tot drie jaar na het bereiken van de meerderjarigheid (artikel 5, tweede lid, van het Besluit). Om uitvoeringstechnische redenen zijn de wijzigingen van dit besluit niet gelijktijdig met de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam in werking getreden. Daardoor hebben meerderjarigen die de naamskeuze van hun ouders wilden herzien en in de periode van 1 januari 2024 (datum inwerkingtreding Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam) tot 1 oktober 2024 (datum inwerkingtreding van dit besluit) 21 jaar zijn geworden, niet kunnen kiezen voor een gecombineerde geslachtsnaam. Voor deze jongvolwassenen wordt de termijn daarom verlengd. Zij kunnen een verzoek indienen tot 1 juli 2025. Zo kunnen ook zij gedurende negen maanden een periode – gelijk aan de periode van uitgestelde inwerkingtreding- nog kiezen voor een gecombineerde naam.

Op grond van artikel IV van de wet van 10 april 1997, Stb. 161, konden ouders kort gezegd tot twee jaar na inwerkingtreding van de wet (1 januari 1998) voor hun kinderen alsnog de geslachtsnaam van de moeder kiezen. Ook deze naamskeuze kon een meerderjarige laten herzien, en wel binnen drie jaar nadat hij meerderjarig is geworden (artikel 5, tweede lid, Besluit). Alle kinderen voor wie van deze naamskeuzemogelijkheid gebruik is gemaakt, zijn inmiddels ouder dan 21 jaar. Deze grond is derhalve geschrapt.

Indien de meerderjarige is geadopteerd bestaat nog een extra naamswijzigingsmogelijkheid, namelijk wijziging in de oorspronkelijke geslachtsnaam of een combinatie daarvan (zie ook het nieuwe artikel 3, tweede lid).

Onderdeel G, onder 2

Een kind deelt niet in de naamswijziging van de ouder wiens (deel van de) naam hij heeft, als hij ten tijde van die wijziging meerderjarig is (artikel 7, derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek). De meerderjarige kan dan zelf naamswijziging vragen. Heeft de meerderjarige een gecombineerde geslachtsnaam dan wijzigt alleen het deel van de geslachtsnaam van de ouder wiens naam is gewijzigd. Een voorbeeld: Lotte Jansen en Jaap Maniak hebben hun kind de geslachtsnaam Jansen Maniak gegeven. De geslachtsnaam van Jaap Maniak wordt bij koninklijk besluit gewijzigd in Manak. Het kind kan zijn naam dan laten wijzigen in Jansen Manak.

Voor het minderjarige kind dat deelt in de naamswijziging van de ouder geldt hetzelfde; heeft het minderjarige kind een gecombineerde geslachtsnaam dan wijzigt alleen het deel van de geslachtsnaam van de ouder wiens naam is gewijzigd.

Artikel III en IV

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2024. De wijzigingen gelden voor verzoeken tot naamswijziging die zijn ingediend op of na 1 oktober 2024. De Dienst Justis vraagt op zijn website en in de overige informatieverstrekking aan verzoekers aandacht voor de met dit besluit doorgevoerde wijzigingen. Door te kiezen voor indiening van hun verzoek voor of na de datum van inwerkingtreding kunnen verzoekers een afweging maken of zij hun verzoek willen indienen onder het oude dan wel het nieuwe regime.

Voor gevallen waarin naamswijziging heeft plaatsgevonden voor 1 oktober 2024 is aangesloten bij de huidige systematiek en blijft het uitgangspunt dat naamswijziging slechts eenmaal mogelijk is (artikel 3, vierde lid, onder a, en 4, derde lid, van het Besluit).

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Naar boven