Besluit van 11 maart 2024, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdelen C en D, en artikel III van de wet tot Wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 teneinde de uitvoeringslasten bij het aanbesteden van diensten als bedoeld in die wetten te verlichten, alsmede grondslagen op te nemen voor het stellen van regels die bij de inkoop of subsidiëring van die diensten in acht worden genomen (Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015; Stb. 2022, 188)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Minister voor Rechtsbescherming, van 7 maart 2024, kenmerk 3782866-1062260-WJZ;

Gelet op artikel IV van de wet tot Wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 teneinde de uitvoeringslasten bij het aanbesteden van diensten als bedoeld in die wetten te verlichten, alsmede grondslagen op te nemen voor het stellen van regels die bij de inkoop of subsidiëring van die diensten in acht worden genomen (Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015; Stb. 2022, 188);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel II, onderdelen C en D, en artikel III van de wet tot Wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 teneinde de uitvoeringslasten bij het aanbesteden van diensten als bedoeld in die wetten te verlichten, alsmede grondslagen op te nemen voor het stellen van regels die bij de inkoop of subsidiëring van die diensten in acht worden genomen (Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015, Stb. 2022, 188) treden in werking met ingang van 1 juli 2024.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 maart 2024

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Uitgegeven de vijftiende maart 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit inwerkingtredingsbesluit treden artikel II, onderdelen C en D, en artikel III van de Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015 op 1 juli 2024 in werking.

De overige delen van deze wet zijn in werking getreden op 1 juli 2022.1 Hiermee is het aanbesteden volgens het zogenoemde «verlicht regime» vergemakkelijkt door de plicht om te gunnen op de «economisch meest voordelige inschrijving» (emvi-criterium) uit beide wetten te schrappen. Ook is voorzien in een grondslag in de Jeugdwet om bij algemene maatregel van bestuur (hierna: amvb) regels te kunnen gesteld omtrent de reële prijzen die gemeenten voor zorg voor jeugdigen dienen te betalen en waarmee bij de inkoop of subsidiëring van deze zorg in acht te nemen zorgvuldigheidseisen kunnen worden geregeld.

Met artikel II, onderdelen C en D, wordt ook aan de Wmo 2015 de mogelijkheid toegevoegd om bij of krachtens amvb zorgvuldigheidseisen voor de inkoop of subsidiëring te regelen. Deze eisen worden opgenomen in het Besluit tot wijziging van het Besluit Jeugdwet en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, houdende regels ter bevordering van een goede verhouding tussen de prijs en de kwaliteit van door gemeenten te bekostigen preventie, jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, alsmede enige technische wijziging. Deze amvb zal eveneens in werking treden op 1 juli 2024.

Artikel III betreft een evaluatiebepaling die verplicht om de Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015 binnen vijf jaar te evalueren. Door deze bepaling tegelijk met artikel II, onderdelen C en D, en met voornoemde amvb in werking te laten treden, wordt bereikt dat de evaluatietermijn van die amvb lang genoeg zal zijn (namelijk vijf jaar) voor een zinvolle evaluatie.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

Stb. 2022, 241.

Naar boven