Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van
12 december 2024, nr. 2024-0000035316;
Gelet op artikel VII van de Wet versterking participatie op decentraal niveau;
Hebben goedgevonden en verstaan:
’s-Gravenhage, 13 december 2024
Willem-Alexander
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
Uitgegeven de zeventiende december 2024
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
NOTA VAN TOELICHTING
Met dit koninklijk besluit wordt het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van
5 juni 2024 tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en
de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in verband met de participatieverordening
en het uitdaagrecht van inwoners en maatschappelijke partijen (Wet versterking participatie
op decentraal niveau) vastgesteld. De Wet versterking participatie op decentraal niveau
is op 4 juni 2024 aangenomen door de Eerste Kamer. De in deze wet voorgeschreven participatieverordening
heeft tot doel om de kaderstellende rol van volksvertegenwoordigers op decentraal
niveau te versterken in relatie tot de al ontstane participatiepraktijk van de afgelopen
decennia en duidelijkheid te geven aan inwoners over de randvoorwaarden voor participatie.
Voor een uitgebreide schets van de voorgestelde wijzigingen wordt verwezen naar de
bij het wetsvoorstel horende memorie van toelichting en andere parlementaire stukken.1
Uit artikel VII van de Wet versterking participatie op decentraal niveau volgt dat
het tijdstip van inwerkingtreding van de wet bij koninklijk besluit wordt bepaald.
Met dit koninklijk besluit wordt voorzien in de inwerkingtreding van de wet met ingang
van 1 januari 2025. Een uitzondering wordt gemaakt voor de wijziging van de Wet openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (artikel IV), zodat de openbare lichamen
met inachtneming van de aangenomen motie-Hartog c.s. over de gefaseerde inwerkingtreding
van de wet op Saba, Sint Eustatius en Bonaire de tijd hebben om tot een goede implementatie
van de wet te komen.2 De voorgenoemde datum van inwerkingtreding is in overeenstemming met het kabinetsbeleid
inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29515, nr. 309).
Aangezien de wet in artikel V in overgangsrecht voorziet, zal een verordening als
bedoeld in artikel 150, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 147, eerste lid, van
de Provinciewet, en artikel 79, of eerste lid, van de Waterschapswet, die gold voorafgaand
aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet versterking participatie op decentraal
niveau, haar rechtskracht behouden tot uiterlijk twee jaar na het tijdstip van inwerkingtreding
of bij eerdere intrekking van de verordening, tot de datum van intrekking.
De Wet versterking participatie op decentraal niveau is medeondertekend door de minister
van Infrastructuur en Waterstaat.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark