Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2024, 291 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2024, 291 | Wet |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wijzigingen en correcties van wetstechnische of anderszins beperkte aard aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Alcoholwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 11d, tweede lid, wordt «Bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur».
B
Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:
2. Het is verboden een horecalokaliteit of een terras tevens in gebruik te hebben voor het uitoefenen van de kleinhandel of zelfbedieningsgroothandel of het uitoefenen van een van de in het derde lid genoemde activiteiten, dan wel toe te laten dat daarin zodanige handel wordt of zodanige activiteiten worden uitgeoefend, tenzij het betreft:
a. de verkoop van etenswaren die voor consumptie gereed zijn; of
b. oorpluggen, -dopjes of -stopjes die in de gehoorgang kunnen worden geplaatst ter bescherming van het gehoor.
C
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «, met uitzondering van de kleinhandel in condooms en damesverband,» vervalt.
2. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod op de uitoefening van de kleinhandel is niet van toepassing op de kleinhandel in:
a. condooms en damesverband;
b. oorpluggen, -dopjes of -stopjes die in de gehoorgang kunnen worden geplaatst ter bescherming van het gehoor.
Ca
Aan artikel 41 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste lid zijn met het toezicht op naleving van het verbod, bedoeld in de artikelen 14, tweede lid, en 15, eerste lid, voor zover het tabaksproducten en aanverwante producten in de zin van de Tabaks- en rookwarenwet betreft, de op grond van artikel 13 van die Wet aangewezen ambtenaren of andere personen belast.
D
Artikel 44b, derde lid, vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
E
Na artikel 48d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Indien de tot een inrichting behorende lokaliteiten die op 30 september 1967 in gebruik waren voor de verstrekking van alcoholhoudende drank in de uitoefening van het horecabedrijf of slijtersbedrijf, toen wel voldeden aan de ingevolge de Drankwet (Stb. 1931, 476) met betrekking tot hun afmetingen geldende eisen maar niet in overeenstemming zijn met de eisen, ter zake van de afmetingen van lokaliteiten voor die uitoefening gesteld krachtens artikel 10 van de onderhavige wet, worden zij nochtans geacht aan de ingevolge dat artikel voor de uitoefening van dat bedrijf geldende afmetingseisen te voldoen.
2. Het eerste lid geldt niet:
a. indien één of meer van de in dat lid bedoelde lokaliteiten van de inrichting inmiddels in enig opzicht zijn verkleind of een verandering in hun bestemming hebben ondergaan;
b. indien de uitoefening van het betrokken bedrijf in de inrichting na 30 september 1967 gedurende een jaar anders dan wegens overmacht ononderbroken gestaakt is geweest.
3. Het tweede lid, onder a, is niet van toepassing:
a. met betrekking tot verkleiningen, strekkende tot aanpassing van de inrichting aan ingevolge artikel 10 geldende, andere dan de in het eerste lid bedoelde eisen;
b. met betrekking tot wijzigingen ten aanzien waarvan Onze Minister, van oordeel zijnde dat daartegen uit het oogpunt van sociale hygiëne geen overwegende bezwaren bestaan, op aanvraag van de ondernemer die bepaling buiten toepassing heeft verklaard.
4. In een met toepassing van het eerste lid verleende vergunning wordt mede vermeld op welke lokaliteiten die toepassing betrekking heeft.
De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1 wordt in de begripsbepaling van woonplaats, onder 2°, «Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of» vervangen door «Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, in een instelling voor verblijf als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onder a, van de Wet langdurige zorg,».
B
In artikel 2.11, vierde lid, wordt «krachtens het tweede lid» vervangen door «krachtens het derde lid».
De Opiumwet 1960 BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan onderdeel a wordt een puntkomma toegevoegd.
b. In onderdeel b wordt «hetwelk slechts de bewerkingen heeft ondergaan, nodig voor de verpakking en het vervoer, onverschillig welk het morphinegehalte moge zijn» vervangen door «dat slechts de bewerkingen heeft ondergaan die nodig zijn voor de verpakking en het vervoer, ongeacht het morfinegehalte».
c. In onderdeel c vervalt de komma na «ruw opium» en wordt «pharmacopee» vervangen door «farmacopee».
d. In onderdeel d wordt «der» vervangen door «van de».
e. In onderdeel g wordt «morphine» vervangen door «morfine».
f. In onderdeel h wordt «diacetylmorphine» telkens vervangen door «diacetylmorfine» en wordt «diamorphine» vervangen door «diamorfine».
g. In onderdeel i wordt «C17H21NO4» vervangen door «C17H21NO4».
h. In onderdeel k wordt «produkt» vervangen door «product», vervalt de komma na «hebbende» en wordt «gebruik. Het bereid opium omvat» vervangen door «gebruik, daaronder mede verstaan».
i. Onderdeel l komt te luiden:
het op 30 maart 1961 te New York tot stand gekomen Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, met bijlagen (Trb. 1963, 81);
j. In onderdeel m wordt «begrepen» vervangen door «mede verstaan» en wordt «microorganismen» vervangen door «micro-organismen».
2. In het tweede lid wordt «Onder invoeren van middelen, bedoeld in artikelen 3 en 4, is begrepen» vervangen door «Onder het invoeren van middelen, bedoeld in de artikelen 3 en 4, wordt mede verstaan» en wordt «zelve,» vervangen door «zelf».
3. In het derde lid wordt «Onder uitvoering van middelen, bedoeld in de artikelen 3 en 4, is begrepen» vervangen door «Onder het uitvoeren van middelen, bedoeld in de artikelen 3 en 4, wordt mede verstaan».
B
In artikel 2 wordt de komma vervangen door «en».
C
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De komma aan het slot van de onderdelen a tot en met e en aan het slot van de onderdelen A tot en met C en de punt aan het slot van onderdeel f wordt telkens vervangen door een puntkomma.
b. In onderdeel d wordt «morphine, diacetylmorphine» vervangen door «morfine, diacetylmorfine» en wordt «hare» vervangen door «hun».
c. In onderdeel f wordt «de minister» vervangen door «Onze Minister» en wordt «, welke» telkens vervangen door «die».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Onze Minister kan bereidingen aanwijzen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, waarop het eerste lid geheel of ten dele niet van toepassing is.
3. In het derde lid vervalt telkens de komma na «opium», wordt «20 pct.» vervangen door «20%» en wordt «morphine» telkens vervangen door «morfine».
4. Het vierde lid komt te luiden:
4. Onder omzetten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel D, wordt alleen het omzetten langs scheikundige weg verstaan. Daaronder wordt niet het omzetten verstaan van alkaloïden in hun zouten.
5. In het vijfde lid vervalt de komma en wordt «regelen besteld» vervangen door «regels gesteld».
D
In artikel 3a, eerste lid, wordt de komma aan het slot van de onderdelen A en B telkens vervangen door een puntkomma.
E
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De komma aan het slot van de onderdelen a tot en met d en aan het slot van onderdeel A wordt telkens vervangen door een puntkomma.
b. In onderdeel c vervalt de komma na «hars».
c. In onderdeel d vervalt de komma na «bereidingen», vervallen de haakjes en wordt «hashish» vervangen door «hasjiesj».
2. In het tweede lid vervallen de eerste twee komma’s en wordt «het verbod, vervat in het eerste lid onder B» vervangen door «het eerste lid, onderdeel B».
3. In het derde lid vervallen de komma’s en wordt «regelen» vervangen door «regels».
F
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «, in de artikelen 3 en 3a bedoeld,» vervangen door «als bedoeld in de artikelen 3 en 3a».
2. In het tweede lid wordt «, in artikelen 3 en 3a bedoeld,» vervangen door «als bedoeld in de artikelen 3 en 3a», wordt «, bedoeld in het eerste lid van artikel 7,» vervangen door «als bedoeld in artikel 7, eerste lid,» en wordt «, bedoeld in het tweede lid van artikel 7,» vervangen door «als bedoeld in artikel 7, tweede lid,».
3. In het derde lid wordt «in artikel 3 bedoeld» vervangen door «als bedoeld in artikel 3».
G
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Het verbod, gesteld in artikel 3, eerste lid, A, en het verbod, gesteld in artikel 4, eerste lid, A, is» vervangen door «Artikel 3, eerste lid, onderdeel A, en artikel 4, eerste lid, onderdeel A, zijn» en wordt «plaats hebben» vervangen door «plaatshebben».
2. In het tweede lid wordt «ieder verlof, in dit artikel bedoeld,» vervangen door «een verlof» en wordt «volgens een tarief overeenkomstig regelen, bij algemene maatregel van bestuur, vast te stellen» vervangen door «overeenkomstig een bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld tarief».
H
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Het verbod, gesteld in artikelen 3, eerste lid B, C en D, en 3a eerste lid, B, C en D en in artikel 4, eerste lid, B, is» vervangen door «Artikel 3, eerste lid, onderdelen B tot en met D, artikel 3a, eerste lid, onderdelen B tot en met D en artikel 4, eerste lid, onderdeel B, zijn», wordt «onder g» vervangen door «, onderdeel f», wordt de komma aan het slot van onderdeel a vervangen door een puntkomma, wordt «ieder verlof, in dit artikel bedoeld,» vervangen door «een verlof» en wordt «volgens een tarief, overeenkomstig regelen, bij algemene maatregel van bestuur, vast te stellen» vervangen door «overeenkomstig een bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld tarief».
2. In het tweede lid wordt na «artikelen 3, eerste lid,» ingevoegd «onderdelen», wordt «onder a en b» vervangen door «onderdelen a en b,», vervalt «mede» en wordt «bepalingen, welke» vervangen door «bepalingen die».
3. Het derde lid komt te luiden:
3. De volgende verboden zijn niet van toepassing op hen die aantonen dat zij deze middelen in de bevonden hoeveelheid nodig hebben voor de uitoefening van de geneeskunde, tandheelkunde of diergeneeskunde of voor eigen geneeskundig gebruik of volgens wettelijk voorschrift in voorraad moeten hebben en langs wettige weg verkregen hebben:
a. artikel 3, eerste lid, onderdeel B, voor zover het betreft het vervoeren;
b. artikel 3, eerste lid, onderdeel C, voor zover het betreft de in dat lid, onderdelen a, c, d, e en f genoemde middelen;
c. artikel 3a, eerste lid, onderdeel C;
d. artikel 4, eerste lid, onderdeel B, voor zover het betreft de in dat lid, onderdelen a en b genoemde middelen.
4. Het vierde lid komt te luiden:
4. De volgende verboden zijn niet van toepassing op hen die aantonen dat zij deze middelen vervoeren in opdracht van een daartoe bevoegde:
a. artikel 3, eerste lid, onderdeel B, voor zover het betreft het vervoeren;
b. artikel 3, eerste lid, onderdeel C, voor zover het betreft het bezitten en aanwezig hebben;
c. artikel 3a, eerste lid, onderdeel B, voor zover het betreft het vervoeren;
d. artikel 3a, eerste lid, onderdeel C, voor zover het betreft het bezitten en aanwezig hebben;
e. artikel 4, eerste lid, onderdeel B, met betrekking tot de in dat lid, onderdelen a en b, bedoelde middelen en voor zover het betreft het bezitten en aanwezig hebben.
I
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b vervallen de eerste twee komma’s.
b. In onderdeel c vervallen de komma’s.
c. In onderdeel d vervalt de komma na «aan hen», vervalt de komma na «aantonen» en wordt «onder» vervangen door «onderdelen».
2. In het tweede lid vervallen de komma’s.
3. In het derde lid vervalt «uit kracht van dit artikel verleend».
4. In het vierde lid wordt «welke» vervangen door «die», vervalt de komma na «vermeldt», wordt «; daarbij» vervangen door «. Daarbij» en wordt «, binnen welke» vervangen door «waarin».
J
In artikel 9, eerste lid, onder a, wordt «Justitie» vervangen door «Justitie en Veiligheid».
K
In artikel 9a, tweede lid, vervalt de komma na «alle plaatsen», vervalt de komma na «zijn», vervalt de komma na «officier van justitie», wordt «hulp-officier» vervangen door «hulpofficier van justitie», wordt «procesverbaal» vervangen door «proces-verbaal» en vervalt de komma na «degene».
L
In artikel 9b, eerste lid, vervalt de komma na «ladingen» en vervalt de komma na «onderwerpen».
M
Artikel 9c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «tot en met» vervangen door «en».
2. In het tweede lid vervalt de komma na «personen».
3. In het vierde lid wordt een komma ingevoegd na «verlangd».
N
In artikel 10a, eerste lid, wordt «artikelen 3, eerste lid, onderdelen A, B, of D 3a» vervangen door «artikelen 3, eerste lid, onderdelen A, B of D, 3a».
O
In artikel 10b, eerste lid, wordt «artikel 3, eerste lid, onderdelen A, B, of D» vervangen door «de artikelen 3, eerste lid, onderdelen A, B of D».
P
Artikel 10c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt een komma ingevoegd na «bevinden» en wordt een spatie ingevoegd na «4,».
2. In het tweede lid, derde zin, wordt na «bevel» ingevoegd «is».
Q
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Hij» vervangen door «Degene», wordt «Indien hij» vervangen door «indien degene», wordt de puntkomma in de aanhef van onderdeel a vervangen door een dubbele punt, wordt telkens aan subonderdeel 1 een puntkomma toegevoegd, wordt «tijdelijk» vervangen door «tijdelijke», wordt «vier en twintig» vervangen door «vierentwintig», wordt «ten hoogste de vijfde categorie» telkens vervangen door «de vijfde categorie», wordt «72» vervangen door «tweeënzeventig», wordt «bedoeld in de onderdelen» telkens vervangen door «als bedoeld in de subonderdelen», wordt de punt in onderdeel a, subonderdeel 4, en in onderdeel b, subonderdeel 2, telkens vervangen door een puntkomma, wordt «In» vervangen door «in» en wordt «36» vervangen door «zesendertig».
2. In het tweede lid wordt «Hij» vervangen door «Degene», wordt «artikelen» vervangen door «artikel», wordt «4 eerste lid» vervangen door «4, eerste lid», wordt «voor zoveel» vervangen door «voor zover», wordt «danwel» vervangen door «dan wel», wordt «4 derde lid» vervangen door «4, derde lid,», wordt «Indien hij» vervangen door «indien degene», wordt aan onderdeel a, subonderdeel 1, een puntkomma toegevoegd, wordt «vier en twintig» vervangen door «vierentwintig», wordt «ten hoogste de vijfde categorie» telkens vervangen door «de vijfde categorie», wordt «72» vervangen door «tweeënzeventig», wordt «bedoeld in de onderdelen» telkens vervangen door «als bedoeld in de subonderdelen», wordt «In» vervangen door «in», wordt «geldboeten van ten hoogste» vervangen door «geldboete van» en wordt «36» vervangen door «zesendertig».
3. In het derde lid wordt «Hij» vervangen door «Degene», wordt «ten hoogste de derde categorie» vervangen door «de derde categorie» en wordt «danwel» vervangen door «dan wel».
4. Het vierde lid komt te luiden:
4. De gebruiker, huurder of eigenaar van een voertuig, vaartuig of luchtvaartuig, gebouw, erf of besloten terrein, waar een of meer van de in de artikelen 3, 3a en 4, eerste lid, bedoelde middelen aanwezig worden bevonden, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of een geldboete van de derde categorie, dan wel met beide straffen, indien niet blijkt dat die aanwezigheid aldaar geoorloofd is. Degene is niet strafbaar, indien blijkt dat diegene alle nodige maatregelen heeft genomen om de ongeoorloofde aanwezigheid van de middelen te voorkomen.
5. In het zesde lid wordt «middelen, als in artikelen 3, 3a en 4, eerste lid, bedoeld» vervangen door «middelen als bedoeld in de artikelen 3, 3a en 4, eerste lid,», vervalt telkens de komma na «voorwerpen», wordt «der» vervangen door «van de», vervalt de komma na «bewijst» en vervalt de komma na «geschied».
6. In het zevende lid vervalt de komma na «personen».
R
In artikel 11a wordt «Hij» vervangen door «Degene», wordt «feit, bedoeld» vervangen door «feit als bedoeld», wordt «3a, eerste lid, onderdeel A, B of D» vervangen door «3a, eerste lid, onderdeel A of B,», wordt de komma na «verschaffen» telkens vervangen door een puntkomma, wordt «hij» vervangen door «degene», wordt «vier en twintig» vervangen door «vierentwintig», vervalt in onderdeel c «ten hoogste» en wordt «straffen bedoeld» vervangen door «straffen als bedoeld».
S
Artikel 11b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Hij» vervangen door «Degene», vervalt de komma na «voorwerp», wordt «vier en twintig» vervangen door «vierentwintig», vervalt in onderdeel b «ten hoogste» en wordt «straffen bedoeld» vervangen door «straffen als bedoeld».
2. In het tweede lid wordt «hem» vervangen door «degene».
T
Artikel 11c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Hij» vervangen door «Degene» en wordt «ten hoogste de vijfde categorie» vervangen door «de vijfde categorie».
2. In het tweede lid wordt «hem» vervangen door «degene».
U
Artikel 11d komt te luiden:
V
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «voor zoveel» vervangen door «voor zover», wordt «regelen» vervangen door «regels», wordt «verlof, bedoeld» vervangen door «verlof als bedoeld», wordt een komma ingevoegd na «4, derde lid», wordt «, bij een verlof, bedoeld» vervangen door «bij een verlof als bedoeld», vervalt de komma na «8» en wordt «artikelen 11 a t/m c» vervangen door «artikelen 11a tot en met 11c».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Op feiten die vallen onder een strafbepaling van deze wet, zijn de strafbepalingen niet van toepassing die voorkomen in wetten die gaan over de invoerrechten en accijnzen.
3. In het derde lid wordt «der» vervangen door «van de», wordt «artikel 11 a» vervangen door «artikel 11a», wordt «, dan wel» vervangen door een puntkomma en wordt «of artikel 3a, eerste lid onderdeel A» vervangen door «artikel 3a, eerste lid, onderdeel A,».
4. In het vierde lid wordt «der» vervangen door «van de».
De Tabaks- en rookwarenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, komt de begripsbepaling van grensoverschrijdende verkoop op afstand te luiden:
een verkoop op afstand aan consumenten waarbij:
a. de consument zich op het tijdstip waarop hij het product bij een detaillist bestelt in Nederland bevindt en die detaillist in een andere staat van de Europese Economische Ruimte of een derde land gevestigd is; of
b. de consument zich op het tijdstip waarop hij het product bij een detaillist bestelt in een andere staat van de Europese Economische Ruimte of een derde land bevindt en die detaillist is gevestigd in Nederland, met dien verstande dat een detaillist wordt aangemerkt als te zijn gevestigd in Nederland:
1°. in het geval van een natuurlijk persoon: indien de zetel van zijn bedrijf zich in Nederland bevindt;
2°. in andere gevallen: indien de statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging, met inbegrip van een filiaal, agentschap of enige andere vestiging, van de detaillist zich in Nederland bevindt;
B
Artikel 9a, derde lid, vervalt.
Ba
Artikel 11c, vierde lid, vervalt.
C
In artikel 12 wordt na «artikel 9, derde lid,» ingevoegd «artikel 9a, eerste lid,».
Artikel 11 van de Wet afbreking zwangerschap wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «eens per maand» vervangen door «eens per jaar».
2. In het derde lid wordt «eens per drie maanden» vervangen door «eens per jaar».
Indien de Wet van 16 januari 2023 tot wijziging van de Wet afbreking zwangerschap alsmede enkele andere wetten in verband met de legale medicamenteuze afbreking van de zwangerschap via de huisarts (Stb. 2023, 43) in werking treedt, wordt in artikel 6a, derde lid, van de Wet afbreking zwangerschap «algemene maatregel van bestuurd» vervangen door «algemene maatregel van bestuur».
Aan artikel 4.2.6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 worden twee leden toegevoegd, luidende:
8. Een vertrouwenspersoon is tot geheimhouding verplicht van hetgeen in de uitvoering van zijn taak aan hem is toevertrouwd, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht, uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit of de persoon die hij in het kader van het eerste lid ondersteunt toestemming geeft om vertrouwelijke informatie te delen.
9. Een vertrouwenspersoon kan zich op grond van zijn geheimhoudingsplicht verschonen van het geven van getuigenis of het beantwoorden van vragen in een klachtprocedure of een rechterlijke procedure.
De Wet marktordening gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 40b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt na «zich jaarlijks» ingevoegd «over het voorafgaande kalenderjaar».
2. Onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid, komen het vijfde lid en zesde lid te luiden:
5. In afwijking van het eerste lid kunnen bij ministeriële regeling regels gesteld worden over het geheel of gedeeltelijk niet openbaar maken van de jaarverantwoording door zorgaanbieders die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, hebben voldaan aan ten minste twee van de in artikel 395a, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek genoemde vereisten. De artikelen 395a, tweede lid, en 398, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.
6. Bij ministeriële regeling, bedoeld in het vijfde lid, worden regels gesteld over:
a. de wijze en het tijdstip waarop de niet-openbare jaarverantwoording wordt overgelegd aan Onze Minister; en
b. het verstrekken van de niet-openbare jaarverantwoording aan door Onze Minister aan te wijzen organisaties.
B
In artikel 86, eerste lid, wordt na «3,» ingevoegd «17, zevende lid,» en wordt «2828a, zesde lid,» vervangen door «28, 28a, zesde lid,».
De Wet medische hulpmiddelen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5 worden, onder vernummering van het tweede lid tot vierde lid, twee leden ingevoegd, luidende:
2. In afwijking van artikel 17, tweede lid, van Verordening (EU) 2017/745 is herverwerking en gebruik van hulpmiddelen voor eenmalig gebruik in een zorginstelling toegestaan onder de voorwaarden van artikel 17, derde lid, van Verordening (EU) 2017/745.
3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op hulpmiddelen voor eenmalig gebruik die op verzoek van een zorginstelling door een externe herverwerker worden herverwerkt, mits het herverwerkte hulpmiddel in zijn geheel wordt terugbezorgd aan die zorginstelling en de externe herverwerker voldoet aan de vereisten in artikel 17, derde lid, onderdelen a en b, van Verordening (EU) 2017/745.
B
Artikel 5a vervalt.
C
Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Van de toepassing van artikel 59, eerste lid, van Verordening (EU) 2017/745, of artikel 54, eerste lid, van Verordening (EU) 2017/746, doet de ingevolge het vierde lid aangewezen autoriteit, zo spoedig mogelijk mededeling in de Staatscourant.
D
Artikel 23, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «artikel 120, derde en vierde lid» vervangen door «artikel 120, leden 3bis en 3ter» en wordt «artikel 110, derde en vierde lid» vervangen door «artikel 110, derde lid».
2. Onder verlettering van de onderdelen b en c tot c en d, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. van toepassing op medische hulpmiddelen als bedoeld in artikel 120, vierde lid, van Verordening (EU) 2017/745, en op medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek als bedoeld in artikel 110, vierde lid, van Verordening (EU) 2017/746;
Aan artikel 14 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt een lid toegevoegd, luidende:
13. Het vierde en twaalfde lid zijn niet van toepassing op een regeling als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, voor zover die strekt tot wijziging van de bedragen, bedoeld in dat onderdeel, overeenkomstig de ontwikkeling van de consumentenprijsindex sinds de vorige wijziging van de bedragen en de organisatie mededeling doet van de wijziging van de bedragen op de eigen website en de bedragen op de website plaatst.
Artikel 26a, zesde lid, van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening BES, komt te luiden:
6. Onze Minister beslist niet eerder tot toekenning, weigering of intrekking van een vergunning als bedoeld in het eerste lid, dan nadat een bij Onze Minister aan te wijzen commissie is gehoord. Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld over de uitvoering van de werkzaamheden van de commissie.
Artikel 4 van de Wet op de organisatie ZorgOnderzoek Nederland wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt na «een periode van» ingevoegd «ten hoogste».
2. Het zesde lid vervalt.
De Wet toetreding zorgaanbieders wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt «met meer dan tien zorgverleners of».
2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid.
B
In artikel 5, eerste lid wordt «vierde lid» vervangen door «derde lid».
C
In artikel 11 wordt «4, eerste tot en met derde lid,» vervangen door «4, eerste en tweede lid,».
D
Na artikel 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In artikel 1 van de Wet publieke gezondheid wordt het tweede onderdeel ac verletterd tot onderdeel ad.
In artikel 29 van de Wet uitvoering antidopingbeleid wordt «Wet van xxxx» vervangen door «Wet van 19 april 2023» en wordt «(Stb. xxxx, xxx)» vervangen door «(Stb. 2023, 143)».
De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vervanging van de punt aan het slot van het tweede lid, onderdeel k, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
l. de bijdragen, bedoeld in artikel 68b, vijfde lid.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het derde lid, onderdeel i, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
j. de vergoedingen, bedoeld in artikel 68b, eerste lid.
B
Na artikel 68a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Een persoon die met toepassing van een verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, toepassing van zodanige verordening krachtens de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte dan wel toepassing van een verdrag met het Verenigd Koninkrijk met terugwerkende kracht van langer dan vier maanden verzekeringsplichtig wordt ingevolge deze wet, kan bij het CAK een vergoeding aanvragen voor kosten van zorg.
2. Voor vergoeding komen uitsluitend in aanmerking de kosten van zorg die een persoon als bedoeld in het eerste lid heeft ontvangen in de periode gelegen tussen de ingangsdatum van de verzekeringsplicht voor deze wet en het moment waarop hij van het CAK een kennisgeving heeft ontvangen van de verplichting om een zorgverzekering af te sluiten of, als dat eerder is, het moment waarop hij krachtens een zorgverzekering verzekerd is.
3. Kosten van zorg die is aangevangen in en ontvangen na de periode, bedoeld in het tweede lid, worden toegerekend aan de periode waarin de zorg is aangevangen, indien de kosten door de zorgaanbieder in één bedrag in rekening zijn gebracht.
4. Het CAK beslist op de aanvraag van de vergoeding.
5. Een persoon waaraan de vergoeding is verleend, is voor zover deze in de periode, bedoeld in het tweede lid, achttien jaar of ouder was, een bijdrage verschuldigd, die voor de toepassing van de Wet op de zorgtoeslag geheel of gedeeltelijk als premie voor een zorgverzekering wordt beschouwd.
6. Het CAK stelt de bijdrage ambtshalve vast en zendt een afschrift van de beschikking aan de Belastingdienst/Toeslagen.
7. Het CAK:
a. is bevoegd de vergoeding te verrekenen met de bijdrage;
b. kan de bijdrage bij dwangbevel invorderen.
8. Het CAK:
a. gebruikt voor de uitvoering van dit artikel het burgerservicenummer van personen als bedoeld in het eerste lid;
b. is bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid als bedoeld in artikel 9 van de Algemene verordening gegevensbescherming, van de personen, bedoeld in het eerste lid, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit artikel.
9. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
a. de aanvraag van de vergoeding en de besluitvorming daarover, met inbegrip van beslistermijnen;
b. de kosten van zorg die voor vergoeding in aanmerking komen;
c. de voorwaarden waaronder de vergoeding kan worden verleend;
d. de verplichtingen die aan de vergoeding kunnen worden verbonden;
e. de hoogte van de vergoeding en de wijze van betaling daarvan;
f. de hoogte van de bijdrage en de besluitvorming daarover;
g. het deel van de bijdrage dat als premie voor de zorgverzekering wordt beschouwd;
h. de verwerking van de persoonsgegevens, bedoeld in het achtste lid.
10. De zorgverzekering, afgesloten door een persoon als bedoeld in het eerste lid, werkt, zo nodig in afwijking van artikel 925, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, terug indien zij ingaat binnen vier maanden na ontvangst van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, tot en met de dag waarop die kennisgeving is ontvangen.
C
Artikel 89, vijfde lid, komt te luiden:
5. De verstrekking aan Onze Minister op grond van artikel 88, eerste lid, of het eerste lid betreft, voor zover het gaat om persoonsgegevens als bedoeld in de Algemene verordening gegevensbescherming, waaronder gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15 van die verordening, gegevens die noodzakelijk zijn voor de bepaling van de criteria, bedoeld in artikel 32, derde lid, of van het criterium, bedoeld in artikel 32, vierde lid, onderdeel b, of de statistische onderbouwing van de aan de criteria krachtens artikel 32, vierde lid, onderdeel c, gekoppelde bijdragen.
In artikel 9 van bijlage 2 en in artikel 2 van bijlage 3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt in de zinsnede met betrekking tot de Zorgverzekeringswet voor «69» ingevoegd «68b,».
De artikelen VII, VIII, IX, X, onderdeel A, subonderdeel 1, XIII, XIV, XVI, onderdeel A, subonderdeel 1, en onderdeel B, XVII, onderdeel B, subonderdeel 1, onder b, en onderdeel C, en XIX van de Verzamelwet VWS 2018 vervallen.
Artikel XXVI, onderdeel C, van de Verzamelwet VWS 2020 vervalt.
In artikel 31h, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, vijfde lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet».
In artikel 35d, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, vijfde lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet».
In artikel 28h, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, vijfde lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet».
De Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 20, eerste en tweede lid, en artikel 21, eerste en tweede lid, wordt «artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, eerste lid, of artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet».
B
In artikel 23a, tweede lid, wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, vijfde lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet».
De Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 14, tweede en derde lid, en artikel 15, eerste en tweede lid, wordt «artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, eerste lid, of artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet».
B
In artikel 17a, tweede lid, wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 68b, vijfde lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet».
De Wet langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.2.3, vijfde lid, wordt «eerste lid, onder a,» vervangen door «eerste lid,».
B
In artikel 6.1.2, onderdeel g, wordt «artikel 69 van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «de artikelen 68b, 69, 69a en 69b van de Zorgverzekeringswet».
De Wet op de zorgtoeslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, onderdeel c, komt als volgt te luiden:
de persoon, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Zorgverzekeringswet, de persoon die een bijdrage als bedoeld in artikel 68b, vijfde lid, van de Zorgverzekeringswet verschuldigd is, of de persoon, bedoeld in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet, steeds vanaf de eerste dag van de kalendermaand volgende op de maand waarin hij achttien jaar wordt, met uitzondering van de verzekerde, bedoeld in artikel 24, eerste of derde lid, van die wet;
B
Artikel 3 wordt vernummerd tot artikel 4a en wordt na artikel 4 opgenomen, en artikel 2a wordt vernummerd tot artikel 3.
C
In artikel 4a (nieuw) wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid een lid ingevoegd, luidende:
3. De aanspraak op een zorgtoeslag van een verzekerde met een partner die een persoon is als bedoeld in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet, wordt berekend met toepassing van artikel 2, eerste lid, tweede zin, waarbij de standaardpremie, bedoeld in het eerste lid, in acht wordt genomen.
D
Onder vernummering van het derde lid tot vijfde lid worden in artikel 5 twee leden ingevoegd, luidende:
3. De persoon, bedoeld in artikel 68b, vijfde lid, van de Zorgverzekeringswet, wordt geacht, zo nodig in afwijking van artikel 15, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, tijdig een aanvraag als bedoeld in laatstgenoemd artikel te hebben gedaan voor de berekeningsjaren in de periode gelegen tussen de ingangsdatum van de verzekeringsplicht voor de Zorgverzekeringswet en het moment waarop hij van het CAK een kennisgeving heeft ontvangen van de verplichting om een zorgverzekering af te sluiten.
4. Voor de toepassing van artikel 16, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt in het geval, bedoeld in het derde lid, de aanvraag geacht te zijn gedaan op het moment waarop de Belastingdienst/Toeslagen van het CAK een afschrift heeft ontvangen van de beschikking, bedoeld in artikel 68b, zesde lid, van de Zorgverzekeringswet.
In artikel 47, tweede lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt «artikel 2a, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag» vervangen door «artikel 3, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag».
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 2 oktober 2024
Willem-Alexander
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
Uitgegeven de achttiende oktober 2024
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2024-291.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.