Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2024, 182 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2024, 182 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 11 april 2024, nr. 2024-0000088057;
Gelet op de artikelen 51, elfde lid, en 143, tweede lid, van de Pensioenwet en artikelen 62, elfde lid, en 138, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies 6 juni 2024, nr. W12.24.00072/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 14 juni 2024, nr. 2024-0000164331;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt artikel 9f vervangen door drie artikelen, luidende:
1. Bij toepassing van artikel 51, tweede lid, onderdeel b, van de Pensioenwet dan wel artikel 62, tweede lid, onderdeel b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling verstrekt het pensioenregister ten behoeve van de keuzebegeleiding aan de aangewezen uitvoerder:
a. gegevens over pensioenaanspraken en pensioenrechten, inclusief de verwachte hoogte van het te bereiken pensioen;
b. voor zover het ouderdomspensioen betreft, de gegevens over een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario;
c. gegevens over uitvoerders waarbij pensioen wordt opgebouwd of is opgebouwd;
d. gegevens over aanspraken op ouderdomspensioen en rechten op ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet.
2. De gegevens, bedoeld in het eerste lid, kunnen tevens gegevens over een derde zijn, indien dat voor een adequate keuzebegeleiding nodig is en indien die derde daar toestemming voor heeft verleend.
Voor de gegevensverwerking in het kader van keuzebegeleiding:
a. zijn de Sociale verzekeringsbank en de uitvoerders die via het pensioenregister gegevens verstrekken, gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken voor de verwerking van de door hen verstrekte gegevens via het pensioenregister;
b. is de aangewezen uitvoerder, bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de Pensioenwet, verwerkingsverantwoordelijke voor:
1°. de verwerking van gegevens die plaatsvindt na verstrekking van de gegevens uit het pensioenregister;
2°. de verwerking van gegevens voor zover het gegevens betreft over pensioenaanspraken en pensioenrechten bij die uitvoerder.
Bij de toepassing van artikel 9g, onderdeel a, dragen de volgende organisaties zorg voor de toepassing van de artikelen 12 tot en met 22, 33 en 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming:
a. de Sociale verzekeringsbank voor zover het gegevens betreft over aanspraken op ouderdomspensioen en rechten op ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet;
b. de uitvoerder voor zover het gegevens betreft met betrekking tot pensioenaanspraken en pensioenrechten die zijn opgebouwd bij die uitvoerder.
Aan artikel 22, achtste lid, van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen wordt toegevoegd «en over de voorwaarden waaronder in het kader van de transitie kan worden bepaald dat de haalbaarheidstoets, in afwijking van het eerste lid, niet jaarlijks behoeft te worden uitgevoerd».
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 19 juni 2024
Willem-Alexander
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Uitgegeven de vierentwintigste juni 2024
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Het voorliggende besluit wijzigt het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en regelt de waarborgen omtrent gegevensuitwisseling van pensioeninformatie tussen pensioenuitvoerders via het pensioenregister ten behoeve van keuzebegeleiding. Hierbij wordt invulling gegeven aan artikel 51, tweede lid, onderdeel b, van Pensioenwet en artikel 62, tweede lid, onderdeel b, Wet Verplichte Beroepspensioenregeling, de wettelijke grondslag van deze gegevensuitwisseling.
Zowel de genoemde gegevensuitwisseling als de norm van keuzebegeleiding zijn geïntroduceerd in de pensioenwet met de Wet toekomst pensioenen (Wtp), en maken onderdeel uit van de ambitie van de regering om pensioenen persoonlijker en begrijpelijker te maken.
In aanvulling op de bovengenoemde onderwerpen is er voor gekozen om in de fase na internetconsultatie en toetsing nog een onderdeel aan dit besluit toe te voegen. Dit onderdeel introduceert in het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen een grondslag voor het stellen van voorwaarden waaronder, in het kader van de transitie, incidenteel kan worden afgezien van de verplichte jaarlijkse haalbaarheidstoets.
De jaarlijkse haalbaarheidstoets dient op grond van artikel 2.3, tweede lid, van de Regeling verslagstaten pensioenfondsen 2015 vóór 30 juni van een jaar bij DNB te zijn aangeleverd. Het is daarom noodzakelijk dat de grondslag op grond waarvan kan worden afgeweken van de verplichte jaarlijkse haalbaarheidstoets in dit besluit tijdig (met terugwerkende kracht) wordt geïntroduceerd. Om redenen van wetgevingsefficiëntie is gekozen dit deel aan een besluit toe te voegen dat reeds in voorbereiding is en het onderdeel niet zelfstandig in procedure te brengen.
Dit onderdeel wordt verder toegelicht in paragraaf 2.5. van het algemeen deel van deze toelichting en de artikelsgewijze toelichting bij artikel II. De rest van deze toelichting ziet enkel op de wijzigingen met betrekking tot de gegevensuitwisseling voor keuzebegeleiding.
Om te zorgen dat burgers als deelnemers aan een pensioenregeling binnen de pensioenregeling weloverwogen keuzes kunnen maken, heeft de wetgever in de Wet toekomst pensioenen de norm van keuzebegeleiding geïntroduceerd in artikel 48a van Pensioenwet en art. 59a Wet verplichte beroepspensioenregeling. Keuzebegeleiding beoogt adequate begeleiding van (gewezen) deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden (vanaf hier: deelnemers) zodat zij keuzes kunnen maken die passen bij hun financiële doelstellingen en situatie.
Pensioenuitvoerders bieden deze keuzebegeleiding aan in hun keuzeomgeving. Een keuzeomgeving is het geheel van de offline en online ingerichte omgeving om (gewezen) deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden te begeleiden bij het maken van passende pensioenkeuzes. De keuzeomgeving dient alle individuele deelnemers op een toegankelijke wijze te informeren over/begeleiden bij de keuzemogelijkheden. Daarnaast moeten de gevolgen van deze keuzes inzichtelijk worden gemaakt voor zowel afzonderlijke keuzes als keuzecombinaties.
Het doel van keuzebegeleiding is deelnemers in staat stellen om de keuzes die zij maken binnen de pensioenovereenkomst zo goed mogelijk te laten aansluiten bij hun financiële situatie en wensen. Daarbij heeft het een grote meerwaarde als pensioenuitvoerders een compleet beeld hebben van de verwachte pensioenuitkeringen. Veel pensioenuitvoerders wensen ook om voor keuzebegeleiding over een integraal beeld van alle opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemer te beschikken, ook voor zover deze bij andere pensioenuitvoerders is opgebouwd. Dit komt de keuzebegeleiding ten goede. Door een compleet beeld te hebben van de pensioenaanspraken van de deelnemer kan deze beter worden begeleid in de te maken keuzes in de pensioenregeling.
Deelnemers leveren deze momenteel veelal handmatig aan. Als een deelnemer bij een andere pensioenuitvoerder ook pensioenaanspraken heeft opgebouwd, kan een pensioenuitvoerder daar nu niet op een betrouwbare manier kennis van nemen en dit niet meenemen bij de keuzebegeleiding.
Veilige, betrouwbare en actuele informatie en een geautomatiseerde elektronische gegevensverstrekking zijn van belang voor keuzebegeleiding indien de pensioenuitvoerder alle (ook elders) opgebouwde pensioenaanspraken hierbij wil betrekken.
Met de Wet toekomst pensioenen is met het amendement van het lid Stoffer c.s.1 de mogelijkheid gecreëerd om deelnemers de optie te geven om een pensioenuitvoerder aan te wijzen die de betreffende gegevens over pensioenaanspraken en pensioenrechten bij andere uitvoerders geautomatiseerd, via het pensioenregister, in te zien en te gebruiken voor keuzebegeleiding bij de pensioenuitvoerder die een keuze aanbiedt. Deze gegevensverstrekking zal via een Application Programming Interface (API) verlopen.
Doel van voorliggend besluit is om de noodzakelijke privacy- en gegevensdelingswaarborgen te regelen die hiervoor – in aanvulling op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) – noodzakelijk zijn, zoals ook is aangekondigd in het besluit toekomst pensioenen.
Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het bieden van keuzebegeleiding, conform de daartoe opgenomen norm in de pensioenwet, losstaat van de mogelijkheid om hierbij gebruik te maken van gegevens over elders opgebouwde pensioenaanspraken en rechten. Het bieden van adequate keuzebegeleiding is dan ook, los van dit besluit, een verplichting die per 1 juli 2023 voor pensioenuitvoerders geldt. Vanaf deze datum dienen pensioenuitvoerders over een adequate keuzeomgeving te beschikken op basis van onder meer de eigen gegevens.
Daarnaast wordt opgemerkt dat keuzebegeleiding, ook na inwerkingtreding van dit besluit, alleen ziet op keuzes die binnen de pensioenregeling bij de desbetreffende uitvoerder kunnen worden gemaakt. De keuzebegeleiding strekt zich niet uit tot keuzes die bij andere pensioenuitvoerders kunnen worden gemaakt. Ook keuzebegeleiding buiten de pensioenovereenkomst valt niet onder de reikwijdte van artikel 48a van de Pensioenwet. Die uitvoerders dienen uiteraard zelf te voorzien in adequate keuzebegeleiding voor de keuzes binnen de door hen uitgevoerde regelingen, ook wanneer de deelnemer niet gebruikmaakt van de mogelijkheid om pensioenaanspraken en -rechten via het pensioenregister te leveren aan de aangewezen pensioenuitvoerder.
In 2008 hebben de pensioenfondsen, verzekeraars en de Sociale Verzekeringsbank gezamenlijk de Stichting Pensioenregister (SPR) opgericht.
De Minister heeft in 2011 SPR aangewezen als de instelling die tot taak heeft het ontwikkelen en beheren van het pensioenregister,2 zoals bedoeld in artikel 51, zesde lid, van de Pensioenwet en artikel 62, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
SPR beheert mijnpensioenoverzicht.nl. Op deze website kunnen burgers, na een succesvolle DigiD-inlog, een overzicht zien van hun opgebouwde aow- en pensioenaanspraken.
SPR heeft een koppeling met de administratie van de pensioenuitvoerders waar burgers pensioenaanspraken hebben opgebouwd. Na een succesvolle inlog door de burger haalt SPR deze gegevens op en toont ze op mijnpensioenoverzicht.nl
Met dit besluit wordt er een tweede manier van inzicht in het pensioenregister gefaciliteerd, door gegevensverstrekking via mijnpensioenoverzicht.nl aan de door de deelnemer aangewezen pensioenuitvoerder voor keuzebegeleiding mogelijk te maken, via een Application Programming Interface (API).
Een API is een gestructureerd en gedocumenteerd koppelvlak voor gegevenslevering tussen applicaties. Deze softwarematige koppeling maakt het mogelijk dat verschillende computerprogramma’s of machines met elkaar te communiceren, zonder dat het noodzakelijk is om de interne werking van het andere computerprogramma of de andere machine te kennen.
De deelnemer zal voor keuzebegeleiding eerst inloggen op de MijnOmgeving van de pensioenuitvoerder. Indien de deelnemer voor de keuzebegeleiding tevens gebruik wenst te maken van pensioenaanspraken en pensioenrechten bij een andere uitvoerder, zal de deelnemer – indien de pensioenuitvoerder dit aanbiedt – via een hiertoe aangeboden knop een verzoek doen om deze gegevens op te halen. De deelnemer zal dit verzoek via DigiD aan mijnpensioenoverzicht.nl doen. Wanneer de inlog in de MijnOmgeving bij de pensioenuitvoerder via DigiD heeft plaatsgevonden, zal de tweede inlog bij DigiD dankzij de Single Sign On-functionaliteit een stuk makkelijker gaan. Nadat de gegevens zijn opgehaald zal de keuzebegeleidende pensioenuitvoerder deze pensioenaanspraken en pensioenrechten betrekken in de keuzeomgeving.
Zodra de deelnemer uitlogt uit de MijnOmgeving van de pensioenuitvoerder, vervalt ook de gegevensuitwisseling tussen het pensioenregister en de pensioenuitvoerder. Zodra de deelnemer opnieuw inlogt bij de pensioenuitvoerder en opnieuw doorgaat naar de keuzeomgeving, zal de gegevensuitwisseling met het pensioenregister weer tot stand worden gebracht. Met het oog op het gebruiksgemak hoeft de deelnemer niet opnieuw bij het pensioenregister in te loggen indien de voorgaande inlog korter dan zes maanden geleden heeft plaatsgevonden en het pensioenregister deze functionaliteit heeft ingericht.
Voor de gegevensuitwisseling en gegevensverwerking die van toepassing is bij gebruik van de API geldt overkoepelend de AVG. Allereerst wordt opgemerkt dat de gegevensverwerking tot stand wordt gebracht na toestemming van de betrokkene. Daarmee geldt artikel 6, eerste lid, onder a, van de AVG als grondslag. Dit besluit regelt enkele specifieke aanvullingen. Leidend principe binnen de AVG is dat het doel van de gegevensuitwisseling leidend is. Ook moet sprake zijn van dataminimalisatie: alleen de data die noodzakelijk zijn om het doel te bereiken, mogen worden uitgewisseld. Daarnaast is van belang dat de verwerkingsverantwoordelijkheid helder is. Op deze elementen wordt hieronder ingegaan. Uiteraard gelden hiernaast de overige vereisten uit de AVG, zoals het zorgen voor voldoende technische en organisatorische waarborgen.
De Pensioenwet staat de genoemde gegevensverstrekking alleen toe aan pensioenuitvoerders om deze gegevens te verwerken met het oog op keuzebegeleiding binnen de eigen regeling. Gegevenslevering via het pensioenregister kan ook alleen als het één van de wettelijke doelen van het pensioenregister dient.3 Eén van die doelen is het faciliteren van gegevensuitwisseling ten behoeve van keuzebegeleiding.4
De gegevensuitwisseling met pensioenregister is noodzakelijk om veilige, betrouwbare en actuele informatieverstrekking te borgen. Elke andere gegevensverwerking via de API van SPR heeft geen grondslag in de genoemde wettelijke bepalingen.
In lijn met de voorschriften uit de AVG is er een Data Protection Impact Assesment uitgevoerd. Daaruit is naar voren gekomen dat er bepaalde gegevensverwerking kan plaatsvinden die niet aansluit bij het doel van keuzebegeleiding (i.e. oneigenlijk gebruik). Bijvoorbeeld het Combineren van AOW-aanspraken en geboortedatum: vanuit de combinatie van leeftijd en AOW-aanspraken kan een verwerker afleiden of iemand wel of niet altijd ingezetene is geweest in Nederland. Dergelijk gebruik van gegevens heeft geen relatie met keuzebegeleiding en is derhalve op grond van de AVG niet toegestaan.
De gegevensverwerking zal te allen tijde tot de gerechtvaardigde doelen beperkt moeten blijven. Voor het toepassen van artikel 48a Pensioenwet of 59a Wet verplichte beroepspensioenregeling, of de uitoefening van het gedragstoezicht door de AFM.
Bezien is welke data die reeds ter beschikking wordt gesteld op mijnpensioenoverzicht.nl, noodzakelijk is voor de keuzebegeleiding, indien een deelnemer en een pensioenuitvoerder bij de keuzebegeleiding gebruik willen maken van elders opgebouwde pensioenaanspraken. Het gaat dan om:
a. gegevens over pensioenaanspraken en pensioenrechten, inclusief de hoogte van het te bereiken pensioen;
b. voor zover het ouderdomspensioen betreft, de gegevens over een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario;
c. gegevens over pensioenuitvoerders waarbij pensioen wordt opgebouwd of is opgebouwd;
d. gegevens over aanspraken op ouderdomspensioen en rechten op ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet.
Onder pensioenaanspraken en -rechten worden daarmee alle aanspraken en rechten betreffende pensioenen bedoeld zoals ze gedefinieerd zijn in artikel 1 van de Pensioenwet: ouderdomspensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen of nabestaandenpensioen, zoals tussen werkgever en werknemer overeengekomen.
Daarbij worden er niet meer gegevens van het pensioenregister aan de keuzebegeleidende pensioenuitvoerder verstrekt dan aan de burger die direct inlogt bij het pensioenregister. Bij het vaststellen van dit besluit kan de burger de volgende gegevens bij het pensioenregister inzien:
• Ouderdomspensioen, per pensioenuitvoerder:
° Het opgebouwde ouderdomspensioen
° Het te verwachten ouderdomspensioen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
• AOW-aanspraken
° De opgebouwde AOW-aanspraken
° De verwachte aow-aanspraken bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
• Partnerpensioen
° Het verzekerde bedrag
° Het opgebouwde bedrag
° Het verwachte verzekerde bedrag bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
° Het verwachte opgebouwde bedrag bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
• Wezenpensioen
° Het verzekerde bedrag
° Het opgebouwde bedrag
° Het verwachte verzekerde bedrag bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
° Het verwachte opgebouwde bedrag bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
° Een indicatie of het verzekerde bedrag per kind of voor alle kinderen geldt
In de toekomst kunnen er ook andere gegevens over pensioenaanspraken en -rechten worden verwerkt via het pensioenregister, mits deze voldoen aan de wettelijke eisen aan het pensioenregister. Zo verstrekt het pensioenregister nu geen informatie over het arbeidsongeschiktheidspensioen.
De gegevens die worden betrokken bij de keuzebegeleiding kan de pensioenuitvoerder niet alleen de gegevens van de deelnemer betrekken, maar ook van een relevante derde, zoals een partner. In paragraaf 2.4. Betrekken gegevens partner wordt hier verder op ingegaan.
Er zijn ook gegevens die relevant zijn voor deelnemers die mijnpensioenoverzicht.nl bezoeken, maar die niet de toets van noodzakelijkheid en proportionaliteit in het kader van keuzebegeleiding kunnen doorstaan. Deze zullen niet via de API-koppeling verstrekt worden aan de pensioenuitvoerder. Het gaat dan bijvoorbeeld om het klantherkenningnummer: dit dataelement wordt door de pensioenuitvoerder aan het pensioenregister meegeleverd. Wanneer de burger inlogt op het pensioenregister kan deze inzien om het contact met een pensioenuitvoerder te vergemakkelijken. In de voorgestelde gegevensverstrekking aan een keuzebegeleidende pensioenuitvoerder heeft dit persoonsgegeven geen nut en daarmee is er geen rechtmatigheid van deze gegevenslevering.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat mijnpensioenoverzicht.nl geen persoonsgegevens zoals naam, contactgegevens en adresgegevens bevat. Deze zullen dus ook niet worden verstrekt via de API-koppeling. Voor de gegevensuitwisseling tussen de pensioenuitvoerder en het pensioenregister wordt wel het BSN als identificatienummer gebruikt. Hiertoe logt de deelnemer zelf in met DigiD om de gegevens bij het pensioenregister op te laten halen. Dit gebruik is niet anders dan bij een reguliere inlog bij het pensioenregister/mijnpensioenoverzicht.nl. Dit besluit wijzigt dit niet.
De verstekkende pensioenuitvoerders en SVB zijn verwerkingsverantwoordelijken in de zin van de AVG.
Zij bepalen doel en middelen van de registratie.
De pensioenuitvoerders zijn zelfstandig verwerkingsverantwoordelijke, voor zover het pensioenaanspraken betreft die bij hen zijn opgebouwd.
Alleen voor zover het de verstrekking ten behoeve van de onderhavige keuzebegeleiding betreft, zijn zij te beschouwen als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken. Conform artikel 26 lid 1 van de AVG houdt dat in dat er een regeling wordt getroffen waarin de verantwoordelijkheden voor de naleving van de AVG-regels worden vastgelegd. Dit besluit geldt als deze regeling, nu in artikel 9h de verwerkingsverantwoordelijkheden van de pensioenuitvoerders en de SVB worden vastgelegd. In de artikelsgewijze toelichting wordt nader ingegaan op deze verantwoordelijkheidsverdeling.
De SPR is op grond van artikel 51, zevende lid, van de Pensioenwet en artikel 62, zevende lid, Wet verplichte beroepspensioenregeling verwerker van de pensioengegevens die door de pensioenuitvoerders en SVB zijn verstrekt.
De gegevenslevering die via dit besluit mogelijk wordt gemaakt doet geen afbreuk aan de bestaande verplichting van de pensioenuitvoerder de elektronisch of via een website verstrekte informatie te bewaren tot één jaar na het overlijden van de pensioengerechtigde dan wel tot één jaar na het aflopen van de uitkering aan de nabestaanden.5 In het kader van de keuzebegeleiding is de pensioenuitvoerder verplicht om te bewaren wat de keuzebegeleiding is geweest en op basis van welke gegevens deze keuzebegeleiding tot stand is gekomen.
Voor een adequate keuzebegeleiding is het belangrijk dat de gegevens juist zijn. En wanneer dit in uitzonderlijke gevallen niet zo is, is het wenselijk dat kan worden vastgesteld of de uitvoerder die keuzebegeleiding biedt verkeerde informatie heeft verstrekt, of verkeerde gegevens aangeleverd heeft gekregen van een andere uitvoerder. Vanuit het oogpunt van herleidbaarheid door de deelnemer dan wel toezichthouder, is het van belang is dat herleidbaar is van welke uitvoerder de gegevens afkomstig zijn.
Indien gegevens na gebruik voor het beoogde doel bewaard worden door de verwerker, moeten bewaartermijnen geregeld worden. Het bewaren van de gegevens die via de gegevenslevering van dit besluit worden verwerkt vallen onder de reikwijdte van de bovengenoemde bewaarplicht en de daarbij geldende bewaartermijn. Derhalve zijn er geen bewaartermijnen in het besluit opgenomen.
Zoals omschreven in paragraaf 2.3 kan gegevensuitwisseling alleen plaatsvinden wanneer de uitgangspunten van de AVG in acht worden genomen. Daarmee kan gegevensuitwisseling ten behoeve van de keuzebegeleiding van een onbekende derde vanuit het oogpunt van noodzakelijkheid en proportionaliteit niet plaatsvinden. De wettelijke bepalingen eisen echter niet dat de aangewezen pensioenuitvoerder een pensioenuitvoerder is waar de deelnemer zelf actief deelnemer is, alleen dat de gegevens worden gebruikt ter toepassing van keuzebegeleiding.
Bij de keuzebegeleiding van een partner ligt dat anders. Gezien de keuzes rondom pensioen vaak plaatsvinden in de context van het huishoudinkomen, ligt het voor de hand om ook de pensioeninkomsten van de partner te betrekken in de keuzebegeleiding. Het is daarom goed mogelijk dat de pensioenuitvoerder in de MijnOmgeving de mogelijkheid biedt aan de partner van de deelnemer om via het pensioenregister de gegevens over de pensioenaanspraken te leveren aan de keuzebegeleidende pensioenuitvoerder, op een zelfde manier als de deelnemer dat kan. Daarbij verdient deze manier van het bijvoegen van de gegevens van de partner de voorkeur boven de huidige situatie waarin de partner de gegevens zelf moet downloaden en opsturen naar de keuzebegeleidende pensioenuitvoerder.
In de MijnOmgeving van de uitvoerder van de deelnemer die keuzebegeleiding ontvangt, is het nodig dat de partner zelf toestemming geeft voor het verstrekken en het combineren van de gegevens die worden opgehaald bij de keuzebegeleidende pensioenuitvoerder.
Ten overvloede wordt daarbij opgemerkt dat voor deze gegevenslevering dezelfde voorwaarden gelden als elders in dit besluit genoemd. Zo kan de keuzebegeleiding alleen gelden voor de keuzes die kunnen worden gemaakt binnen de pensioenregeling van de deelnemer, zoals benoemd in paragraaf 2.1, en gelden dezelfde waarborgen die gelden voor de deelnemer zelf.
Het onderhavige besluit regelt dat bij regeling van de minister nadere regels kunnen worden gesteld over de voorwaarden waaronder, in het kader van de transitie, kan worden afgeweken van het eerste lid van artikel 22 Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (hierna: Besluit ftk). Voor pensioenfondsen die de intentie hebben om alle pensioenaanspraken- en rechten in te varen in het nieuwe stelsel, maar nog geen duidelijk beeld hebben van het fondsbeleid in het nieuwe stelsel, is het niet goed mogelijk om voor het jaar 2024 de jaarlijkse haalbaarheidstoets uit te voeren. Bij regeling van de minister wordt bepaald onder welke voorwaarden geen jaarlijkse haalbaarheidstoets ingediend hoeft te worden.
In artikel 22, eerste lid van het Besluit ftk is geregeld dat een pensioenfonds periodiek (naast de aanvangshaalbaarheidstoets), een jaarlijkse haalbaarheidstoets uitvoert. De jaarlijkse haalbaarheidstoets geeft inzicht in de samenhang tussen de financiële opzet, het verwachte pensioenresultaat en de risico’s die daarbij gelden.
De jaarlijkse haalbaarheidstoets heeft tot doel om te toetsen of het huidige fondsbeleid van een pensioenfonds binnen de risicohouding op lange termijn past waarbij een horizon van 60 prognosejaren wordt betrokken. De jaarlijkse haalbaarheidstoets is een toets gericht op de lange termijn.
De betekenis van de jaarlijkse haalbaarheidstoets blijkt uit artikel 22, zesde lid, van het Besluit ftk. Indien namelijk bij die jaarlijkse toets blijkt dat het verwachte pensioenresultaat onder de ondergrens zakt of in het slechtweerscenario teveel afwijkt van het verwachte pensioenresultaat, dan moet het fonds in overleg treden met de vertegenwoordigers om te bezien of maatregelen genomen moeten worden. Voor fondsen die verwachten volledig in te varen maar nog niet goed in kunnen schatten hoe het fondsbeleid eruit zal komen te zien, is deze toets minder relevant. Daarom is het niet bezwaarlijk om een jaar geen haalbaarheidstoets uit te voeren en wordt daarvoor een uitzondering mogelijk gemaakt. Deze fondsen hebben na het moment van invaren geen oude ftk-rechten meer, waardoor de jaarlijkse haalbaarheidstoets nu ook minder relevant is.
Artikel 51 lid 2 sub b van de Pensioenwet jo. Artikel 62 lid 2 sub b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling geeft de verplichting aan Stichting Pensioenregister om gegevens te verstrekken wanneer een deelnemers bij zijn/haar pensioenuitvoerder daartoe opdracht/toestemming geeft en de pensioenuitvoerder daarmee heeft ingestemd.
De invulling van dit wetsartikel vindt plaats door middel van de bouw van een Application Programming Interface, kortweg API. Deze API wordt gebouwd door het Pensioenregister. Voor individuele pensioenuitvoerders is het een keuze om van dit kanaal voor gegevensverstrekking gebruik te maken.
Bij deze vorm van gegevensverstrekking is sprake van een afzender en ontvanger:
• Stichting Pensioenregister. Deze bouwt en onderhoudt de API en is afzender van de gegevens.
• Individuele pensioenuitvoerders. Deze kunnen kiezen om op de API aan te sluiten waarna zij gegevens kunnen ontvangen.
De gegevens die via de API worden geleverd worden real time bij de overig betrokken pensioenuitvoerders verzameld. Dit gebeurt via het bestaande geautomatiseerde werking van de website Mijnpensioenoverzicht.nl. De komst van de API verandert dit geautomatiseerde proces niet en daarom vallen de kosten die hiermee gepaard gaan niet onder deze regeldrukparagraaf.
De kosten voor Stichting Pensioenregister zijn als volgt onder te verdelen:
• Eenmalige kosten bouw van de API (ca. 200.000 euro)
• Eenmalige aansluitkosten per pensioenuitvoerder (500 per aansluiting, 206 pensioenuitvoerders, p*q= 500x206=103.000 euro)
• Structurele kosten voor beheer en onderhoud van de API (ca. 40.000 per jaar)
Totaal regeldruk Stichting Pensioenregister is € 303.000 eenmalig en € 40.000 structureel.
Individuele pensioenuitvoerders ervaren geen regeldruk op basis van onderhavige AMvB. Het is een keuze om gebruik te maken van de API, geen verplichting. Maar als een pensioenuitvoerder kiest voor aansluiting op de API, dan bedragen de eenmalige kosten naar inschatting ca. € 20.000 per pensioenuitvoerder om de optie tot het ophalen van gegevens via het pensioenregister op de MijnOmgeving te ontwikkelen. Voor pensioenuitvoerders die nu deelnemers vragen om gegevens toe te sturen, is er ook sprake van een lastenverlichting. Zij hoeven deze gegevens niet meer op te vragen en in te lezen in het systeem, een geschatte besparing van 1 uur werk per deelnemer die hier gebruik van maakt. Met inachtneming van de demografische gegeven dat ruim 200.000 mensen jaarlijks de aow-leeftijd bereiken, en jaarlijks circa 150.000 daarvan inlogt op mijnpensioenoverzicht.nl, wordt geschat dat circa 100.000 burgers per jaar gebruik maken van de keuzebegeleiding die pensioenuitvoerders aanbieden.
Als de pensioenuitvoerder de gegevens van andere pensioenuitvoerders gebruikt, levert de API met name maatschappelijke voordelen. Gemak voor de deelnemer en daardoor een lagere drempel voor nog betere keuzebegeleiding.
Het indienen van een verzoek in de MijnOmgeving van de pensioenuitvoerder zal circa een halve minuut kosten, en bespaart de geboden optie dat deelnemers gegevens eerst via mijnpensioenoverzicht.nl downloaden en vervolgens deze gegevens uploaden bij de betreffende pensioenuitvoerder of zelfs via de post of e-mail aanleveren aan de pensioenuitvoerder om deze informatie te laten betrekken bij de keuzebegeleiding, een geschatte gemiddelde inspanning van 10 minuten. Dit borgt niet alleen dat de informatie op veilige en betrouwbare manier verstrekt wordt; het zorgt ook voor een lastenvermindering onder burgers.
Bovenstaande toelichting wordt hieronder schematisch weergegeven. Op basis van deze schattingen, en met inachtneming van de standaard uurtarieven die het ATR hanteert, zou de voorgestelde maatregel incidenteel € 715.000 kosten en structureel € 4.129.000 per jaar besparen.
Incidentele kosten |
Post |
PUO |
SPR, aansluiten PUO’s |
SPR, bouw API |
---|---|---|---|---|
Huidige situatie |
P |
– |
– |
– |
Q |
– |
– |
– |
|
Som |
– |
– |
– |
|
Voorgestelde situatie |
P |
€ 20.000 |
€ 500 |
€ 200.000 |
Q |
206 |
206 |
1 |
|
Som |
€ 412.000 |
€ 103.000 |
€ 200.000 |
|
Totaal |
€ 715.000 |
€ 412.000 |
€ 103.000 |
€ 200.000 |
Structurele kosten per jaar |
Post |
Burgers |
PUO |
SPR |
---|---|---|---|---|
Huidige situatie |
P |
10 minuten * € 17 = € 2,83 |
1 uur * € 39 = € 39 per deelnemer |
– |
Q |
Circa 100.000 burgers |
Circa 100.000 burgers |
– |
|
Som |
€ 283.000 |
€3.900.000 |
– |
|
Voorgestelde situatie |
P |
30 seconden * € 17 per uur= € 0,14 |
– |
€ 40.000 |
Q |
Circa 100.000 burgers |
– |
1 |
|
Som |
€ 14.000 |
– |
€ 40.000 |
|
Totaal |
– € 4.129.000 |
– € 269.000 |
– € 3.900.000 |
€ 40.000 |
PUO : Pensioenuitvoerder
SPR: Stichting Pensioenregister
P: Prijs
Q: Aantal
Bij brief van 6 juli 2023 is de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op grond van het bepaalde in artikel 36, vierde lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), geraadpleegd over de conceptwijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met gegevensverstrekking voor keuze begeleiding bij pensioenen. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft op 16 oktober 2023 laten weten dat de beoordeling van de persoonsgegevensaspecten van het concept de Autoriteit Persoonsgegevens geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.
Het ATR stelt twee wijzigingen voor in zijn advies:
Het ATR is van mening dat het verlopen van het verzoek van de deelnemer aan de gegevensleverende uitvoerder belastend is voor een deel van de deelnemers die over een periode van langer dan zes maanden keuzebegeleiding ontvangt, en adviseert de regering de toestemming onbeperkt geldig te laten zijn.
Vanuit het oogpunt van dataminimalisatie en opslagbeperking is het onbeperkt geldig laten zijn van het verzoek niet te verantwoorden. Het is goed denkbaar dat een deelnemer die decennia in het verleden het verzoek heeft gedaan, hiermee weer gegevenslevering tot stand brengt zonder daar bewust van te zijn. De gekozen periode van zes maanden is de uitkomst van de belangenafweging tussen de eerdergenoemde gegevensbeschermende normen en belasting van de burger anderzijds.
Het ATR adviseert de regeldruk-paragraaf aan te vullen met informatie over het verwachte gebruik van pensioenuitvoerders en de kosten van het doen van het verzoek van de burger. De nota van toelichting is op dit punt aangevuld.
Bij de internetconsultatie zijn (naast de bovenstaande reactie van het ATR), drie reacties ontvangen.
Adviesbureau Adfiz bepleit dat een deelnemer pensioengegevens via het Pensioenregister moet kunnen delen met elke partij naar eigen keuze.
Het besluit ziet op een nadere regeling met betrekking tot artikel 51, tweede lid, onderdeel b, van Pensioenwet en artikel 62, tweede lid, onderdeel b, Wet Verplichte Beroepspensioenregeling. De wetsartikelen beperken de gegevensverstrekking tot andere pensioenuitvoerders, en alleen in het kader van keuzebegeleiding. Er is geen wettelijke grondslag om de gegevenslevering aan derden mogelijk te maken, zoals Adfiz bepleit. De wetgever heeft nadrukkelijk de keuze gemaakt om alleen keuzebegeleiding verplicht te stellen en geen financieel advies.6
De Pensioenfederatie gaat ervan uit dat de bewaartermijn alleen betrekking heeft op de gegevensverstrekking aan de pensioenuitvoerder. En dat een pensioenuitvoerder wel een «rapport» kan maken van de informatie waarop een definitieve keuze is gemaakt. Hiervoor gelden de bestaande bewaartermijnen. Op deze manier kan de keuzebegeleiding voor de gemaakte keuze worden gereproduceerd. Dit kan
nodig zijn richting de deelnemer en/of toezichthouder.
De nota van toelichting is op dit punt aangevuld om de relatie tussen de gegevenslevering via SPR en de bewaarplicht van pensioenuitvoerders te verduidelijken.
De Pensioenfederatie vraagt te regelen dat deelnemers ook de gegevens van hun partners mogen ophalen (natuurlijk na toestemming van de partner) om een nog completer beeld te geven. Het Pensioenregister kent de mogelijkheid om pensioeninkomen voor het huishouden te tonen, als twee partners gezamenlijk inloggen. De Pensioenfederatie en Stichting Pensioenregister geven in overweging mee om (in het belang van adequate keuzebegeleiding) de mogelijkheid te bieden om via de API de pensioengegevens van beide partners beschikbaar te stellen.
Het besluit en de nota van toelichting is op dit punt aangevuld om het betrekken van de pensioenaanspraken van de partner in de keuzebegeleiding toe te lichten.
In de Nota van toelichting worden de termen API en gegevensuitwisseling veel gehanteerd, maar in de artikelen van het besluit ziet de Pensioenfederatie dit vervolgens niet terug. De Pensioenfederatie raadt aan om het besluit op dit punt te duidelijken.
Bij de tekst van de regeling wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en verwante wet- en regelgeving. De nota van toelichting dient ter toelichting en verduidelijking van de regelgeving.
De Autoriteit Financiële Markten is als toezichthouder op het gedragstoezicht op de financiële markten verzocht om een toezichttoets. De AFM oordeelt dat zij in staat is op basis van Besluit haar toezicht uit te voeren.
De AFM komt tot dit oordeel omdat zij heeft begrepen dat het bewaren van de gegevens de aandacht heeft en het voornemen bestaat het Besluit hierop aan te passen. De AFM vindt het belangrijk dat pensioenuitvoerders in het kader van keuzebegeleiding de via de API ontvangen gegevens mogen vastleggen. Dit heeft tot een heroverweging geleid op dit onderdeel van de toelichting van het Besluit, waarna de nota van toelichting op dit punt is aangepast.
Ook maakt de AFM twee algemene opmerkingen. De eerste opmerking ziet op het belang van de uniformiteit van de informatie die verstrekt wordt via de API, zodat deze informatie op een juiste wijze geduid kan worden in de keuzebegeleiding. Dit belang wordt onderschreven. De gegevensuitlevering via het pensioenregister zorgt ervoor dat de gegevensvelden geüniformeerd worden.
De tweede opmerking ziet op de toegang tot de gegevensuitwisseling bij keuzebegeleiding voor de niet of beperkt digitaal vaardige deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner of pensioengerechtigde (deelnemer). Ook dit wordt onderschreven. Juist de gegevensuitwisseling via de API is digitaal toegankelijkere manier dan het huidige alternatief, waar deelnemers in verschillende omgevingen moeten inloggen, de juiste bestanden downloaden, en toesturen naar de uitvoerder. De gegevensuitlevering via het pensioenregister vergemakkelijkt dit proces.
In het kader van de keuzebegeleiding bij pensioenen kan het pensioenregister gegevens verstrekken aan een daartoe aangewezen pensioenuitvoerder. Deze pensioenuitvoerder is daartoe aangewezen door een (gewezen) deelnemer, gewezen partner of pensioengerechtigde. De gegevens zijn afkomstig van de aangewezen pensioenuitvoerder, de Sociale verzekeringsbank en eventuele andere pensioenuitvoerders waarbij rechten of aanspraken zijn opgebouwd. De gegevensuitwisseling vindt plaats op grond van twee bepalingen:
– artikel 51, tweede lid, onderdeel b, van de Pensioenwet; en
– artikel 62, tweede lid, onderdeel b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Met deze wijziging worden drie nieuwe artikelen met betrekking tot deze gegevensverstrekking toegevoegd aan het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. Deze artikelen vervangen artikel 9f van het besluit, dat is toegevoegd door middel van het Besluit toekomst pensioenen.7
De grondslag voor deze bepalingen zijn artikelen 51, elfde lid, van de Pensioenwet en 62, elfde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling. De bepalingen bevatten nadere regels met betrekking tot de gegevensverstrekking aan de pensioenuitvoerder die is aangewezen om keuzebegeleiding te bieden.
In deze artikelen wordt nader uitgewerkt welke gegevens verstrekt worden (artikel 9f), welke partijen verwerkingsverantwoordelijke zijn voor de verschillende verwerkingen die plaatsvinden in het kader van de keuzebegeleiding (artikel 9g), en wat de taakverdeling is met betrekking tot de rechten van betrokkenen voor zover er sprake is van gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid (artikel 9h).
Het pensioenregister verstrekt bij toepassing van artikel 51, tweede lid, onderdeel b, van de Pensioenwet dan wel artikel 62, tweede lid, onderdeel b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling gegevens aan de aangewezen pensioenuitvoerder. De in artikel 9f, eerste lid, genoemde gegevens heeft de aangewezen pensioenuitvoerder nodig om keuzebegeleiding te kunnen geven over de keuzes die een aanspraakgerechtigde of pensioengerechtigde kan nemen ten aanzien van diens pensioen.
Voor een adequate keuzebegeleiding kan het nodig zijn om de gegevens van meerdere personen op te halen en te combineren, bijvoorbeeld wanneer het de keuzebegeleiding van partners betreft. Zie hiervoor ook paragraaf 2.4 van het algemeen deel van deze toelichting.
In dit lid wordt expliciet gemaakt dat het ophalen van gegevens van een dergelijke derde en het combineren van de gegevens van betrokkenen niet is toegestaan zonder uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene.
In dit artikel wordt de verantwoordelijkheid van de verschillende betrokkenen met betrekking tot de gegevensverstrekking uit het pensioenregister verduidelijkt. Er wordt uitgewerkt voor welke gegevens de betrokkenen verwerkingsverantwoordelijken zijn in de zin van de AVG. Deze verwerkingsverantwoordelijkheid volgt de oorsprong van de gegevens.
De Sociale verzekeringsbank en de pensioenuitvoerders zijn gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijke voor zover zij gegevens verstrekken door middel van het pensioenregister.
Stichting Pensioenregister is, als instelling als bedoeld in artikel 51, zesde lid, van de Pensioenwet en artikel 62, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, verwerker in de zin van de AVG. Dit volgt ook uit artikel 51, zevende lid, van de Pensioenwet en artikel 62, zevende lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
De pensioenuitvoerder die keuzebegeleiding biedt is verwerkingsverantwoordelijke voor zover het de verdere verwerking betreft van de gegevens die door middel van het pensioenregister zijn verstrekt. Ook is de pensioenuitvoerder die keuzebegeleiding biedt verwerkingsverantwoordelijke voor zover het de eigen gegevens betreft.
In dit artikel wordt gedeeltelijk invulling gegeven aan artikel 26, eerste lid, van de AVG inzake gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken en de daarbij geldende taakverdeling. Deze taakverdeling ziet op de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid van de Sociale verzekeringsbank en pensioenuitvoerders voor de verstrekking van gegevens via het pensioenregister.
De taakverdeling heeft betrekking op de zorg voor bepaalde rechten en plichten van betrokkenen, waaronder het recht op rectificatie, het wissen van persoonsgegevens en het melden van datalekken. Daartoe wordt in artikel 9g, tweede lid, naar de artikelen 12 tot en met 22 en artikelen 33 en 34 van de AVG verwezen.
Bij deze taakverdeling draagt de Sociale verzekeringsbank zorg voor de toepassing van bovengenoemde rechten voor zover het gegevens betreft over aanspraken op ouderdomspensioen en rechten op ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet. Pensioenuitvoerders dragen die zorg voor zover het gegevens betreft over pensioenaanspraken en pensioenrechten die bij die pensioenuitvoerder zijn opgebouwd.
In verband met artikel 26 van de AVG zullen pensioenuitvoerders en de Sociale verzekeringsbank in een nadere regeling de verdere verdeling van verantwoordelijkheden en verplichtingen nader uitwerken.
Artikel 22 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (Besluit ftk) bevat regels over de haalbaarheidstoets. In het achtste lid van dit artikel is bepaald dat bij ministeriële regeling (nadere) regels kunnen worden gesteld over de haalbaarheidstoets. Met de voorgestelde wijziging van het achtste lid, wordt mogelijk gemaakt dat bij ministeriële regeling voorwaarden kunnen worden gesteld waaronder in het kader van de transitie kan worden afgeweken van de in het eerste lid opgenomen verplichting om jaarlijks een haalbaarheidstoets uit te voeren. Het kan wenselijk zijn onder voorwaarden voor bepaalde jaren van deze verplichting te kunnen afwijken. Deze voorwaarden zullen in een dergelijk geval worden opgenomen in de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling.
In de inwerkingtredingsbepaling is opgenomen dat artikel II terugwerkt tot en met 1 januari 2024. Dit omdat de jaarlijkse haalbaarheidstoets uit artikel 22 van het Besluit ftk op grond van artikel 2.3, tweede lid, van de Regeling verslagstaten pensioenfondsen 2015 voor 30 juni van een jaar bij DNB moet zijn aangeleverd. De wijziging van artikel 22 Besluit ftk creëert een mogelijkheid om af te wijken van deze verplichting om een jaarlijkse haalbaarheidstoets in te dienen. Om hier nog vóór de deadline van 30 juni 2024 gebruik van te kunnen maken, werkt de wijziging van dit artikel terug tot en met 1 januari 2024.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2024-182.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.