Besluit van 21 juni 2024, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 19 juni 2024, houdende tijdelijke regels over de opvang van ontheemden uit Oekraïne (Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne) (Stb. 2024, 190)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 14 juni 2024, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 5545728;

Gelet op artikel 10, eerste lid, van de wet van 19 juni 2024 houdende tijdelijke regels over de opvang van ontheemden uit Oekraïne (Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne) (Stb. 2024, 190);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De wet van 19 juni 2024, houdende tijdelijke regels over de opvang van ontheemden uit Oekraïne (Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne) (Stb. 2024, 190) treedt in werking op het moment dat de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking buiten werking worden gesteld.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 juni 2024

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Uitgegeven de zevenentwintigste juni 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Bij koninklijk besluit van 31 maart 2022 zijn de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking (hierna: Wvb) in werking gesteld.1 Sindsdien hebben de burgemeesters de wettelijke taak zorg te dragen voor de opvang en verzorging van ontheemden uit Oekraïne.

Met de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne wordt voorzien in reguliere wettelijke grondslag voor de taak van gemeenten om te voorzien in de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Daardoor dient de werking van de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking geen doel meer. De Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne treedt in werking op het moment waarop de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking buiten werking worden gesteld (Stb. 2024, 190).

Daarmee wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van drie maanden.2 Deze afwijking is gerechtvaardigd, gelet op de op de regering rustende verplichting om de artikelen 2c en 4 van de Wvb zo spoedig mogelijk buiten werking te stellen.3 Voorts is van belang dat de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne ten opzichte van deze noodwettelijke bepalingen geen nieuwe taken, verantwoordelijkheden of bevoegdheden bij gemeenten belegt, maar louter strekt tot voorzetting van een bestaande praktijk.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg


X Noot
1

Stb. 2022, 133.

X Noot
2

Ar. 4.17, vierde lid.

X Noot
3

Artikel 2, vierde lid, Wet verplaatsing bevolking en Ar. 4.17, vijfde lid, onder b.

Naar boven