Besluit van 29 juni 2023 tot wijziging van het Besluit van 15 december 2022 tot vaststelling wettelijke rente (aanpassing wettelijke rente)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 1 juni 2023, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 4683720;

Gelet op artikel 120, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 juni 2023, No. W16.23.00131/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 27 juni 2023, nr. 4727277;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In artikel 1 van het Besluit van 15 december 2022 tot vaststelling van de wettelijke rente wordt «vier procent» vervangen door «zes procent».

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2023.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 juni 2023

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Uitgegeven de dertigste juni 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt per 1 juli 2023 de wettelijke rente als bedoeld in artikel 119 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek verhoogd van 4 procent naar 6 procent. De vorige wijziging van de wettelijke rente vond plaats per 1 januari 2023 (bij algemene maatregel van bestuur van 15 december 2022, Stb. 520, tot vaststelling van de wettelijke rente).

In de nota van toelichting bij het besluit van 15 december 2022, Stb. 520, is nader uiteengezet dat de wettelijke rente wordt berekend door de basisherfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank (de referentierente) te verhogen met een opslag van 2,25 procent, met afronding van halve procenten of meer naar boven en overigens naar beneden. Aanpassing van de wettelijke rente geschiedt, indien nodig, halfjaarlijks per 1 januari en per 1 juli, waarbij de peildatum voor de referentierente ultimo oktober daaraan voorafgaand respectievelijk ultimo april is. Aanpassingen zijn beperkt tot maximaal 2 procentpunten per wijziging. Per 1 juli (peildatum ultimo april) van enig jaar is in beginsel eveneens wijziging van het percentage van de wettelijke rente mogelijk, maar alleen indien de dan geldende wettelijke rente meer dan 1 procentpunt verschilt van de rente die op dat moment zou gelden op basis van de hiervoor aangegeven berekeningswijze.1

De vaste rente van de ECB voor basisherfinancieringsoperaties bedraagt op 30 april 2023 3,5 procent. Dit betekent dat berekening per de peildatum ultimo april 2023 een rentepercentage oplevert van 5,75 procent. In overeenstemming met voornoemde vaststellingssystematiek wordt de wettelijke rente per 1 juli 2023 bepaald op 6 procent.

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen (omvangrijke) gevolgen voor de regeldruk heeft.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Indien overigens per 1 januari van eenzelfde jaar, vanwege de voornoemde beperking van een wijziging tot maximaal 2 procentpunten, een verhoging van de referentierente niet geheel kon worden doorgegeven in het vast te stellen percentage van de wettelijke rente, geldt voor een verdere verhoging de marge van meer dan 1 procentpunt per 1 juli niet. Dit laatste geldt mutatis mutandis ook voor een verlaging van de referentierente die per 1 januari niet geheel kon worden doorgegeven. Zie de nota van toelichting bij het Besluit van 18 december 1989 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1971, Stb. 27 (vaststelling wettelijke rente), p. 4.

Naar boven