Besluit van 3 juni 2023 tot wijziging van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht in verband met de introductie van de D-erkenning inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht en enkele andere aanpassingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 21 februari 2023, nr. IENW/BSK-2023/6458, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gelet op artikel 6.55, derde lid, van de Wet luchtvaart;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 5 april 2023, nr. W17.23.00048/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 30 mei 2023, nr. IENW/BSK-2023/98940, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1, onderdelen b en c, 4, 5, 6, 7, 8 en 9, eerste en derde lid, wordt «Onze Minister van Infrastructuur en Milieu» telkens vervangen door «Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat».

B

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduidingen a tot en met f vervallen.

2. De begripsomschrijvingen worden in alfabetische volgorde geplaatst.

3. De begripsomschrijving van «afzender» komt te luiden: natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die gevaarlijke stoffen, in eigendom aan hem toebehorend of afkomstig uit eigen onderneming, aan kan bieden voor vervoer door de lucht;

4. De begripsomschrijving van «expediteur-luchtvrachtagent» komt te luiden: natuurlijke persoon of een rechtspersoon die gevaarlijke stoffen door de lucht kan doen vervoeren;

5. De begripsomschrijving van «grondafhandelaar» komt te luiden: natuurlijke persoon of een rechtspersoon die namens de houder van een luchtvaartuig de acceptatie of het laden en lossen van gevaarlijke stoffen kan verrichten;

6. In de alfabetische volgorde wordt een begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

logistieke dienstverlener:

natuurlijke persoon of rechtspersoon die gevaarlijke stoffen die hij contractueel voor derden in opslag heeft namens de eigenaar verzendklaar kan maken en als afzender kan aanbieden voor vervoer door de lucht;.

7. In de begripsomschrijving «Technische Voorschriften» wordt «Dangerous goods» vervangen door «Dangerous Goods» en wordt de aanduiding «Doc 9284-AN/905» vervangen door «Doc 9284».

C

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel 4° komt te luiden:

  • 4°. een D-erkenning: een erkenning voor een logistieke dienstverlener, zijnde een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, welke de bevoegdheid geeft om gevaarlijke stoffen welke hij contractueel voor derden in opslag heeft, namens de eigenaar verzendklaar te maken en als afzender aan te bieden voor vervoer door de lucht;

b. Aan onderdeel 5° wordt na «verpakker van gevaarlijke stoffen» toegevoegd «alsook om de binnenverpakkingen van zendingen te herverpakken en af te vullen».

2. In het derde lid wordt de zinsnede «dient de aanvrager te voldoen» vervangen door «voldoet de aanvrager».

D

Na het opschrift «Paragraaf 5. Overgangs- en slotbepalingen» wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a

  • 1. Op verzoek van een logistiek dienstverlener zet Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat een aan die dienstverlener afgegeven E-erkenning om naar een D-erkenning.

  • 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan tot 1 juli 2023 worden ingediend bij Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

  • 3. Met ingang van 1 juli 2023 wordt een D-erkenning aangevraagd overeenkomstig de krachtens het derde lid van artikel 9 vastgestelde regeling.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 juni 2023

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Uitgegeven de twaalfde juni 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

§ 1.1 Inleiding

Met dit besluit wordt een nieuwe erkenning geïntroduceerd in de erkenningensystematiek van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht, te weten de D-erkenning. Deze systematiek bestaat uit een aantal verplichte erkenningen voor natuurlijke en rechtspersonen die zich bezighouden met het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht en is vastgelegd in het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht.

Gebleken is dat in de keten van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht voor de «logistieke dienstverlener» geen adequate erkenning bestond. De logistieke dienstverlener heeft nl. taken en bevoegdheden die niet onder te brengen zijn onder één van de andere erkenningen. In de huidige praktijk krijgt de logistieke dienstverlener een E-erkenning. De E-erkenning ziet echter op taken en bevoegdheden die zwaarder zijn dan noodzakelijk voor een logistieke dienstverlener. De zwaardere eisen voor E-erkenninghouders brengen ook hoge kosten met zich mee. Er zijn logistieke dienstverleners die de zwaardere taken en bevoegdheden verbonden aan de E-erkenning niet kunnen uitvoeren respectievelijk dragen, vanwege gebrek aan juist opgeleid personeel of financiële belemmeringen. Voor die logistieke dienstverleners die de E-erkenning taken en bevoegdheden wel kunnen uitvoeren en dragen is een E-erkenning een optie. Voor logistieke dienstverleners die dat niet kunnen (of willen) is de meer op deze schakel in de keten van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht toegesneden D-erkenning een mogelijkheid. Bovenstaande vormt reden om specifiek voor deze schakel in de keten een nieuwe erkenning vast te stellen.

Voor de E-erkenning wordt ter verduidelijking een aanvulling in de omschrijving toegevoegd. Verder zijn enkele actualiseringen en correcties aangebracht. Hierop wordt in de artikelsgewijze toelichting nader ingegaan.

§ 1.2 Uitvoering en handhaving

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op de naleving van onder meer (veiligheids)wetten en regels voor de luchtvaart en handhaaft deze. In dat verband is dit besluit aan de inspecteur-generaal (IG) van de ILT voorgelegd ter toetsing op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toets). De IG heeft ten aanzien van het oorspronkelijke conceptbesluit in de HUF-toets aangegeven bezwaren te hebben tegen de constructie waarbij de aan de logistieke dienstverleners afgegeven E-erkenning ambtshalve werd omgezet naar een D-erkenning. De IG heeft in zijn reactie aangegeven dat aan de logistieke dienstverleners destijds geen E-erkenningen onder beperkingen zijn afgegeven, maar alleen E-erkenningen zonder restricties. Ambtshalve omzetting zou voor de betreffende bedrijven betekenen dat zij een erkenning met meer bevoegdheden (E) zouden moeten inleveren voor een lichtere erkenning (D). De IG acht het niet ondenkbaar dat enkele bedrijven hiertegen zouden willen ageren. Er zijn namelijk ook logistieke dienstverlenende bedrijven die ook de andere taken en verantwoordelijkheden verbonden aan de E-erkenning kunnen uitvoeren en dragen. Enkele «logistieke dienstverleners» blijken dat onder hun huidige E-erkenning ook te doen.

Gelet op de bezwaren en de argumenten daarvoor aangedragen door de IG is afgezien van de ambtshalve omzetting van de E-erkenning naar een D-erkenning. De E-erkenninghouder mag qua taken en bevoegdheden meer dan de houder van een D-erkenning. In onderhavig besluit is het onderscheid tussen deze twee erkenningen verduidelijkt door in de omschrijving van de E-erkenning expliciet op te nemen dat de houder van deze erkenning bevoegd is om ook binnenverpakkingen van zendingen te herverpakken en af te vullen. De binnenverpakking betreft volgens de Technical Instructions1 de inner packaging (verpakking) van stoffen waarvoor een buitenverpakking nodig is voor transport.

De ILT toetst in het kader van haar toezichthoudende bevoegdheden en bij de handhaving of logistieke dienstverleners, die in het bezit zijn van een E-erkenning, nog voldoen aan de voorwaarden verbonden aan de E-erkenning. Is dat niet geval dan kan de erkenning worden ingetrokken op grond van artikel 6.55 van de Wet luchtvaart. Logistieke dienstverleners die hun E-erkenning niet willen behouden maar opteren voor een D-erkenning kunnen dat bij de minister (ILT) aangeven (verzoeken). De E-erkenning wordt in dat geval door de minister omgezet naar een D-erkenning. Dit betreft geen ambtshalve omzetting maar een omzetting op verzoek van de betreffende logistieke dienstverlener. In een overgangsbepaling is dit geregeld.

§ 1.3 Financiële gevolgen

Met de introductie van de D-erkenning wordt een hiaat in de regelgeving weggenomen, in die zin dat voor de logistieke dienstverlener een «eigen» erkenning wordt vastgesteld. Voor de ongeveer 35 logistieke dienstverlenende bedrijven die thans over een E-erkenning beschikken heeft deze aanpassing geen (omvangrijke) financiële gevolgen.

Logistieke dienstverleners die onder hun E-erkenning meer kunnen en ook meer doen dan alleen de logistieke werkzaamheden behouden hun E-erkenning indien gewenst en indien ze (nog) aan de eisen voor die erkenning voldoen. Logistieke dienstverleners die zich willen beperken tot enkel logistieke dienstverlenende werkzaamheden kunnen bij de minister aangeven een D-erkenning te willen. Met dit verzoek wordt hun E-erkenning omgezet in een D-erkenning. Voor de betreffende bedrijven brengt de omzetting geen administratieve lasten met zich mee.

De overige wijzigingen hebben evenmin gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

De ontwerpregeling is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (hierna: ATR). Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen (omvangrijke) gevolgen voor de regeldruk heeft.

§ 1.4 Internetconsultatie

Een ontwerp van het onderhavige besluit is in periode van 25 mei 2022 tot en met 22 juni 2022 opengesteld voor openbare internetconsultatie. Doel van deze consultatie is burgers en bedrijven te informeren over de in voorbereiding zijnde regelgeving en hen de gelegenheid te bieden een reactie te geven op het ontwerp. Dit heeft 1 reactie opgeleverd.

Deze reactie van een particulier is openbaar. In de reactie wordt aangegeven dat in het «Besluit tot wijziging Besluit Vervoer Gevaarlijke Stoffen door de lucht ivm D-Erkenning» wordt verwezen naar de Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht, waarin de eisen voor de verkrijging van een D-erkenning opgenomen zouden worden. Respondent heeft gevraagd wat die eisen zouden zijn of worden.

De vraagstelling heeft niet geleid tot aanpassing van onderhavig besluit. De eisen ter verkrijging van een D-erkenning zijn opgenomen in de gelijktijdig met onderhavig besluit in werking getreden gewijzigde Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht. In de toelichting bij die regeling wordt uitleg gegeven over de eisen.

Respondent heeft daarnaast aangegeven dat het verschil tussen een D-erkenninghouder en een E-erkenninghouder zou zijn dat de E-erkenninghouder gevaarlijke stoffen mag classificeren, ompakken en omgieten, terwijl de D-erkenninghouder dat niet zou mogen. Respondent heeft gevraagd hoe dit met name met betrekking tot het ompakken wordt gehandhaafd.

De vraagstelling heeft niet geleid tot aanpassing van onderhavig besluit. Opgemerkt wordt dat de handhaving door de ILT ook in dit geval plaatsvindt op basis van onder meer bestaande informatie over de organisatie waarover de ILT beschikt, audits en inspecties en meldingen van incidenten. De Regeling tot wijziging van de Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht in verband met de vaststelling van de D-erkenning is door de IG getoetst op de uitvoering, handhaving en fraudebestendigheid. In de toelichting bij die regeling wordt het resultaat van deze toetsing (inzake onder meer de handhaving) vermeld.

§ 1.5 Inwerkingtreding

Bij de inwerkingtreding wordt niet aangesloten bij de vaste verandermomenten. Dit op grond van Ar. 4.17, vijfde lid, onderdeel a van de Aanwijzingen voor de regelgeving2. Het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht komt met grote risico’s (bijvoorbeeld bij transport van lithium batterijen of radioactieve stoffen) hetgeen optimale waarborging van de luchtvaartveiligheid vraagt. Internationaal geldt in dat verband ingevolge de gewijzigde Technical Instructions (TI)3 bij Annex 18 bij het Verdrag van Chicago4 per 1 januari 2023 een nieuwe trainingsmethodiek voor personen werkzaam bij bedrijven betrokken bij het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht. In Nederland is die wijziging door het gebruik van dynamische verwijzing in nationale regelgeving met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht geïmplementeerd5. Nederland kent in het proces van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht een erkenningensysteem om de luchtvaartveiligheid in het kader van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht ook nationaal te borgen. In paragraaf 1.1 van het algemeen deel van de toelichting is deze systematiek benoemd. Een van de voorwaarden ter verkrijging van een erkenning betreft de opleiding van het personeel. Een deel van het personeel moet en wordt per 1 januari 2023 getraind op de door de TI voorgeschreven wijze. Afhankelijk van de functie wordt een ander deel van het personeel op grond van de Regeling opleiding en assessments vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht op in die regeling vastgelegde wijze getraind. Opdat voor de opleiding van het personeel door het betreffende bedrijf niet twee verschillende trainingssystemen naast elkaar hoeven te worden gevolgd is het wenselijk de nationale trainingssystematiek zo snel mogelijk aan te laten sluiten bij de per 1 januari 2023 geldende internationale trainingsmethodiek. Hiertoe wordt de Regeling opleiding en assessments vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht en wijziging van de Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht gelijktijdig met onderhavig besluit vastgesteld. In dat verband is het van belang dat de introductie van de D-erkenning en de daaraan verbonden eisen (waaronder de opleidingsvereisten) op zo kort mogelijke termijn worden vastgesteld.

Ook voor de logistieke dienstverlenende bedrijven is het van belang zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen omtrent de voor hun geldende taken en verantwoordelijkheden verbonden aan hun betreffende erkenning. De juiste erkenning voor de juiste (logistieke dienstverlenende) bedrijven. Bedrijven betrokken in de keten van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht en meer specifiek de logistieke dienstverleners die opteren voor een D-erkenning, hebben baat bij een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding en zouden nadeel ondervinden wanneer inwerkingtreding pas op het eerstvolgende vaste verandermoment (1 juli 2023) plaatsvindt. Met de vervroegde inwerkingtreding wordt het voor deze logistieke dienstverleners, die een minder zware erkenning (D-erkenning) verkiezen boven de zwaardere E-erkenning, mogelijk op korte termijn de beter bij hun bedrijf passende taken en verantwoordelijkheden uit te voeren en te dragen.

2. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

In de artikelen waarin werd verwezen naar de Minister van Infrastructuur en Milieu is deze verwijzing vervangen door een verwijzing naar de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Onderdeel B

De begrippen in artikel 1 zijn in alfabetische volgorde geplaatst. Dit is praktischer en minder bewerkelijk bij wijzigen van de begripsbepaling in verband met eventuele aanpassing of invoeging van begrippen. Verder is een verschrijving in het onderdeel Dangerous Goods weggenomen en is in het referentienummer van de Technical Instructions (hierna: TI’s) de aanduiding «AN/905» vervallen. Dit betreft het nummer van het document van de Air Navigation Commissie waarbij de inhoud van Annex 18 (zie noot 4) is ontwikkeld. In de omschrijving van het onderdeel Technical Instructions is de omschrijving van de TI’s zoals in Annex 18 wordt gebruikt, gevolgd (Doc 9284) (zie noot 3).

Met dit onderdeel is daarnaast een begripsomschrijving toegevoegd; de logistieke dienstverlener. In de praktijk is gebleken dat in de keten van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht de «logistieke dienstverlener» niet onder één van de bestaande definities voor de erkenningen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht valt, aangezien zij niet eigenaar van de goederen zijn. Bij gebrek aan een meer toegespitste erkenning is aan deze bedrijven een E-erkenning afgegeven. In Onderdeel C is dit verder toegelicht. De definities van «afzender», «expediteur-luchtvrachtagent», en «grondafhandelaar» zijn wat betreft de formulering in lijn met de wijze van definiëring van de «logistieke dienstverlener» aangepast.

Onderdeel C

In het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht worden de verschillende erkenningen aangeduid met een letter: A-erkenning, B-erkenning, C-erkenning en E-erkenning. Vóór 2017 bestond een D-erkenning voor luchtvaartmaatschappijen om gevaarlijke stoffen te mogen vervoeren van en naar Nederland. Voor de eisen waaraan luchtvaartmaatschappijen moeten voldoen voor dit vervoer is met ingang van 2017 aangesloten bij de Europese regelgeving ter zake. De D-erkenning voor luchtvaartmaatschappijen is toen vervallen. Met het onderhavige besluit wordt in artikel 9 nu specifiek voor de logistieke dienstverlener, een nieuwe D-erkenning opgenomen. Deze logistieke dienstverlener heeft gevaarlijke stoffen contractueel voor derden in opslag en maakt deze gevaarlijke stoffen gereed voor verzending. Tevens biedt hij, namens de eigenaar, deze goederen aan voor vervoer door de lucht. Hieruit volgt dat de «logistieke dienstverlener» geen eigenaar is van deze stoffen en dat hij om die reden niet onder de definitie van een A-erkenning valt. Hij valt evenmin onder de definitie van een E-erkenning. E-erkenninghouders zijn namelijk gespecialiseerde bedrijven die alle taken en verantwoordelijkheden van een afzender kunnen overnemen. Zo zijn deze bedrijven als afzender in staat en ook verplicht op grond van internationale regelgeving (TI) om stoffen te classificeren waarmee ze ook binnen het bedrijf recipiënten (containers) mogen afvullen en innerpacking mogen herverpakken. De logistieke dienstverlener mag deze handelingen niet uitvoeren.

Vanwege de cruciale rol van de logistieke dienstverlener in de keten van het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht is specifiek voor deze categorie een nieuwe erkenning geïntroduceerd: de D-erkenning.

In de Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht worden de eisen voor de verkrijging van een D-erkenning opgenomen.

Teneinde in het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht het onderscheid tussen de D-erkenning en de E-erkenning te verduidelijken is de omschrijving van de E-erkenning aangevuld met de bevoegdheid van de houder van deze erkenning om binnenverpakkingen van zendingen te mogen afvullen en herverpakken.

Onderdeel D

Dit onderdeel betreft een overgangsvoorziening ten behoeve van de logistieke dienstverleners die hun E-erkenning naar een D-erkenning willen omzetten. Deze bedrijven kunnen bij de ILT aangeven (verzoeken) dat ze een D-erkenning willen en hun E-erkenning willen laten omzetten. Hiermee wordt voorkomen dat de betreffende bedrijven administratieve kosten maken. Alvorens de E-erkenning wordt omgezet naar een D-erkenning toetst de ILT nog wel of aan de eisen voor een D-erkenning wordt voldaan. De betreffende logistieke dienstverleners kunnen tot 1 juli 2023 bij de ILT aangeven dat ze willen omzetten. Per 1 juli 2023 moeten logistieke dienstverleners ter verkrijging van een D-erkenning ingevolge de Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht een aanvraag hiertoe indienen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Ingevolge een mededeling van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat gepubliceerd in de Staatscourant inzake de van kracht zijnde versie van de bij Annex 18 behorende «Technical Instructions for the Safe Transport of Dangerous Goods by Air», Doc 9284, inclusief het Supplement, zoals ter inzage gelegd op de bij die mededeling aangegeven locatie.

X Noot
2

Stcrt. 1992, 230, zoals laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2022, 5649.

X Noot
3

De bij Annex 18 bij het Verdrag van Chicago behorende «Technical Instructions for the Safe Transport of Dangerous Goods by Air», Doc 9284-AN/905, inclusief het Supplement.

X Noot
4

De op grond van de artikelen 37, 54 en 90 van het op 7 december 1944 te Chicago gesloten Verdrag inzake de Burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109) door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie vastgestelde Annex 18 inzake het veilig vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht (The Safe Transport of Dangerous Goods by Air).

X Noot
5

Wet luchtvaart, hoofdstuk 6, Titel 6.5, Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht en de Regeling erkenningen vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht.

Naar boven