Besluit van 3 juni 2023, houdende wijziging van het Alcoholbesluit in verband met de vaststelling van eindtermen en een aanvullende voorwaarde voor de erkenning van diploma’s als bedoeld in artikel 11d, tweede lid, van de Alcoholwet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 maart 2023, kenmerk 3515986-1042956-WJZ;

Gelet op artikel 11d, tweede lid, van de Alcoholwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 april 2023, no. W13.23.00061/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 mei 2023, kenmerk 3597600-1042956-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Alcoholbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. De aanhef van het eerste lid (nieuw) komt te luiden:

  • 1. Onder sociale hygiëne wordt verstaan, kennis en inzicht met betrekking tot:

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De eisen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met h, zijn nader uitgewerkt in de in bijlage II te behalen eindtermen.

B

Na artikel 4.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.1a

Een diploma wordt door de Landelijke commissie sociale hygiëne erkend als bewijsstuk indien het diploma in ieder geval voldoet aan de in bijlage II vastgestelde eindtermen.

C

Artikel 7.1 komt te luiden:

Artikel 7.1

Als bijlage als bedoeld in artikel 44b, eerste lid, van de wet wordt vastgesteld de bij dit besluit behorende bijlage I.

D

In de artikelen 7.2 en 7.3 wordt «bijlage» telkens vervangen door «bijlage I».

E

In de bijlage wordt «Bijlage als bedoeld in artikel 7.1» vervangen door «Bijlage I als bedoeld in de artikelen 7.1, 7.2 en 7.3»

F

Er wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

Bijlage II als bedoeld in artikel 4.1

Eindterm 1: Sociale Hygiëne
Exameneis
  • 1.1 De kandidaat heeft kennis over de Alcoholwet en andere regelgeving die verband houdt met alcohol en de introductie van sociale hygiëne.

  • 1.2 De kandidaat heeft kennis en inzicht in het begrip sociale hygiëne en weet wat onder sociaal gedrag verstaan wordt.

  • 1.3 De kandidaat heeft kennis over de eisen die de Alcoholregelgeving stelt aan leidinggevenden, zoals:

    • wat onder leidinggevende wordt verstaan;

    • aan welke wettelijke eisen een leidinggevende moet voldoen.

  • 1.4 De kandidaat heeft kennis over de eisen die het Alcoholbesluit (artikel 4.1 en 4.2) stelt aan leidinggevenden.

  • 1.5 De kandidaat heeft kennis over de verschillende doelgroepen die voorkomen in de markt, de gedragskenmerken van deze doelgroepen en kan voorzieningen treffen gericht op een specifieke doelgroep.

  • 1.6 De kandidaat heeft kennis en inzicht in verschillende bedrijfsformules en gastvrijheidsformules en de invloed, die deze formules kunnen hebben op de werving, dan wel wering van bepaalde doelgroepen.

  • 1.7 De kandidaat heeft kennis over hoe hij een sociaal-hygiënisch beleid kan opstellen en heeft inzicht hoe die gerealiseerd kan worden.

  • 1.8 De kandidaat heeft kennis over relevante wetsartikelen van de Arbeidsomstandighedenwet, zoals:

    • veiligheid, gezondheid en welzijn;

    • voorlichting, instructie, toezicht en werkoverleg.

    De kandidaat heeft inzicht in:

    • hoe hij de voorlichting en instructie vormgeeft;

    • toezicht houdt op naleving van de instructies;

    • het voeren van werkoverleg;

    • de verantwoordelijkheid die de Arbeidsomstandighedenwet stelt aan werknemers en werkgevers.

  • 1.9 De kandidaat kan een omschrijving geven van de slijters-/wijnhandelsmarkt en de op deze slijters-/wijnhandelsmarkt voorkomende aanbieders.

    Formules die de kandidaat dient te onderscheiden zijn:

    • slijterijketens;

    • zelfstandige slijters/franchisegever;

    • levensmiddelenhandel;

    • speciaalzaken in gedistilleerd/bier/wijn.

Eindterm 2: Grenzen stellen aan gedrag
Exameneis
  • 2.1 De kandidaat heeft kennis over regels en huisregels opstellen.

  • 2.2 De kandidaat heeft kennis en inzicht over het handhaven van (wettelijke) regels en huisregels, zoals:

    • controleren;

    • corrigeren;

    • sanctioneren.

  • 2.3 De kandidaat heeft kennis over het deurbeleid en de wettelijk geaccepteerde selectiecriteria.

  • 2.4 De kandidaat heeft kennis en inzicht over het effectief samenwerken met andere partijen, zoals de gemeente, de politie, collega-ondernemers en handhavers van de Alcoholregelgeving.

  • 2.5 De kandidaat heeft kennis en inzicht in het voorkomen van en omgaan met huisvredebreuk.

  • 2.6 De kandidaat heeft kennis en inzicht in het voorkomen en omgaan met discriminatie.

Eindterm 3: Gespreksvaardigheden
Exameneis
  • 3.1 De kandidaat heeft kennis over onderdelen van de communicatietheorie, zoals:

    • informatie uitwisselen;

    • inhoud en betrekking;

    • contact maken.

  • 3.2 De kandidaat heeft inzicht in het communicatieproces en het herkennen van positieve en negatieve invloeden op het communicatieproces.

  • 3.3 De kandidaat heeft inzicht in de effecten van goede en gebrekkige gastgerichtheid.

  • 3.4 De kandidaat heeft kennis over samenwerking met collega’s bij (dreigende) conflicten met gasten, zoals:

    • assistentie vragen;

    • overnemen;

    • scheiden van partijen.

  • 3.5 De kandidaat heeft inzicht in wanneer en hoe de samenwerking met collega’s bij (dreigende) conflicten met gasten wordt uitgevoerd.

Eindterm 4: Risicogedrag bij regelhandhaving
Exameneis
  • 4.1 De kandidaat heeft kennis van diverse soorten risicogedrag van gasten, zoals:

    • tegenwerkend gedrag;

    • agressie en geweld;

    • groepsgedrag;

    • criminaliteit.

  • 4.2 De kandidaat heeft inzicht in de verschillende oorzaken van risicogedrag en de wijze waarop hij daarmee omgaat.

Eindterm 5: Gespreksmodellen
Exameneis
  • 5.1 De kandidaat heeft kennis en inzicht in het kunnen toepassen van gesprekstechnieken ten behoeve van «Nee verkopen».

  • 5.2 De kandidaat heeft kennis en inzicht in het kunnen toepassen van gesprekstechnieken ten behoeve van «Openlijke regelovertreding».

  • 5.3 De kandidaat heeft kennis en inzicht in het kunnen toepassen van gesprekstechnieken ten behoeve van «Verborgen regelovertreding».

  • 5.4 De kandidaat heeft kennis en inzicht in het kunnen toepassen van gesprekstechnieken ten behoeve van «Agressie en geweld».

  • 5.5 De kandidaat heeft kennis en inzicht in het kunnen toepassen van gesprekstechnieken ten behoeve van «Omgaan met klachten».

Eindterm 6: Alcohol
Exameneis
  • 6.1 De kandidaat heeft kennis over alcohol, zoals:

    • informatie over alcohol (de stof);

    • het bloedalcoholgehalte (Bag);

    • de effecten van alcohol op lichaam en geest;

    • verantwoord alcohol gebruik;

    • alcoholmisbruik;

    • de Alcoholregelgeving;

    • de Wegenverkeerswet;

    • het Wetboek van Strafrecht;

    • alcoholgebruik in combinatie met drugs of geneesmiddelen;

    • de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken.

  • 6.2 De kandidaat heeft inzicht in hoe hij verantwoord alcoholgebruik kan bevorderen en alcoholmisbruik kan voorkomen of beperken.

  • 6.3 De kandidaat heeft inzicht hoe hij de Alcoholregelgeving effectief kan handhaven.

Eindterm 7: Drugs
Exameneis
  • 7.1 De kandidaat heeft kennis over drugs, zoals:

    • informatie over softdrugs en diverse soorten harddrugs (de stof) en de effecten van drugs op lichaam en geest;

    • wijze waarop drugs gebruikt worden;

    • de Opiumwet en het gedoogbeleid.

  • 7.2 De kandidaat heeft inzicht in hoe hij drugsgebruik en drugshandel kan voorkomen.

  • 7.3 De kandidaat heeft inzicht in hoe hij de Opiumwet effectief kan handhaven.

Eindterm 8: Tabak
Exameneis
  • 8.1 De kandidaat heeft kennis over tabak, zoals:

    • informatie over tabak (de stof) en de effecten van tabak op lichaam en geest;

    • de Tabaks- en rookwarenregelgeving;

  • 8.2 De kandidaat heeft inzicht in hoe hij de Tabaks- en rookwarenregelgeving effectief kan handhaven.

Eindterm 9: Gokken
Exameneis
  • 9.1 De kandidaat heeft kennis over gokken, zoals:

    • informatie over kansspelautomaten als spel en de effecten van problematisch gokken op lichaam en geest;

    • de Wet op de kansspelen.

  • 9.2 De kandidaat heeft inzicht in hoe problematisch gokgedrag te herkennen en aan te pakken.

  • 9.3 De kandidaat heeft inzicht in hoe hij de Wet op de kansspelen effectief kan handhaven.

Eindterm 10: Veiligheidsvoorzieningen
Exameneis
  • 10.1 De kandidaat heeft kennis over de bouwkundige eisen, voortvloeiend uit de Alcoholregelgeving en het Bouwbesluit en aanverwante regelgeving, zoals:

    • de hoogte van de lokaliteiten;

    • de ventilatie en voorzieningen.

  • 10.2 De kandidaat heeft kennis over de noodzaak van ruimtelijke voorzieningen, zoals:

    • doorzicht;

    • verlichting.

  • 10.3 De kandidaat heeft inzicht in het adequaat gebruik maken van de ruimtelijke voorzieningen.

  • 10.4 De kandidaat heeft kennis over de eisen die gesteld worden aan technische voorzieningen in een horecabedrijf, zoals:

    • kluizen;

    • camerasystemen;

    • alarmsystemen;

    • controlesystemen.

  • 10.5 De kandidaat heeft inzicht in het adequaat gebruik maken van de technische voorzieningen.

  • 10.6 De kandidaat heeft kennis over brandveiligheid, zoals:

    • een omgevingsvergunning;

    • het ontstaan van brand en de oorzaken van brand;

    • verplichting en taken van bedrijfshulpverlening.

  • 10.7 De kandidaat heeft inzicht in het adequaat uitvoeren van brandalarm en het toepassen van brandcontroles.

  • 10.8 De kandidaat heeft inzicht in de wijze waarop persoonlijke voorzieningen adequaat worden ingezet bij toezicht en controle van de veiligheid, zoals:

    • nachtportiers;

    • horecaportiers.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel E, met betrekking tot de artikelen 11b en 11d tot en met 11f, van de Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet (Stb. 2021, 26), in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 juni 2023

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Uitgegeven de negende juni 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen deel

1. Inleiding

In de Alcoholwet (Stb. 2021, 26) wordt geregeld dat de publieke taken die belegd waren bij de private Stichting Vakbekwaamheid Horeca worden ondergebracht bij een nieuw publiek zelfstandig bestuursorgaan: de Landelijke commissie sociale hygiëne (hierna: Lcsh). De Lcsh heeft onder andere als taak het erkennen van diploma’s waarmee geborgd wordt dat degene die het diploma ontvangt, beschikt over voldoende kennis en inzicht in sociale hygiëne.

Leidinggevenden van horeca- en slijtersbedrijven dienen op grond van artikel 8, derde lid, van de Alcoholwet te beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne en zijn ingeschreven in het Register sociale hygiëne. In artikel 4.1 van het Alcoholbesluit is op hoofdlijnen bepaald over welke kennis en inzicht leidinggevenden dienen te beschikken. Zij kunnen dit verwerven door het volgen van bekostigd of niet-bekostigd onderwijs en het behalen van een diploma. Op grond van artikel 11c, eerste lid, onderdeel a, van de Alcoholwet heeft de Lcsh onder andere tot taak het erkennen van diploma’s op grond van de bijbehorende eindtermen als bewijsstuk van voldoende kennis en inzicht in sociale hygiëne. Personen die beschikken over een erkend diploma kunnen door de Lcsh worden ingeschreven in het Register sociale hygiëne.

Onderhavig besluit regelt dat de kennis- en inzichtvereisten uit artikel 4.1 nader uitgewerkt worden in eindtermen. De eindtermen worden vastgesteld in bijlage II van het Alcoholbesluit. De eindtermen geven het totaal aan kennis, vaardigheden en attitudes op opleidingsniveau weer. Het doel van een opleiding is dat alle betreffende eindtermen verworven worden. Daarnaast wordt met dit besluit geregeld dat een diploma door de Lcsh wordt erkend als bewijsstuk indien dat diploma in ieder geval voldoet aan de in bijlage II vastgestelde eindtermen. Daarmee wordt bewerkstelligd dat het onderwijs met betrekking tot sociale hygiëne leidt tot gelijkwaardige kennis en inzicht.

Bovenstaande wijzigingen worden in de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht.

2. Gevolgen voor regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

II Artikelsgewijs

Artikel I

Aan het Alcoholbesluit wordt een nieuwe bijlage II toegevoegd waarin de kennis- en inzichtvereisten uit artikel 4.1 nader uitgewerkt worden in eindtermen. De eindtermen omvatten de kennis en vaardigheden waarover een kandidaat die bijgeschreven wenst te worden in het Register sociale hygiëne, dient te beschikken. Met ingang van 19 mei 2020 heeft de Stichting Vakbekwaamheid Horeca 2.0 eindtermen Sociale Hygiëne voor het horeca- en slijtersbedrijf vastgesteld. De inhoud van deze bestaande eindtermen is overgenomen in de nieuwe bijlage II. Er is op dit moment geen aanleiding voor een inhoudelijke wijziging.

De Lcsh heeft op grond van artikel 11c, eerste lid, onderdeel a, van de Alcoholwet tot taak het erkennen van diploma’s als bewijsstuk op grond van deze eindtermen. Een diploma wordt op grond van artikel 11d, eerste lid, slechts erkend als bewijsstuk indien de onderwijsinstelling die het diploma afgeeft, waarborgt dat degene die het diploma ontvangt, beschikt over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne. Op grond van artikel 11d, tweede lid, van de Alcoholwet kunnen andere voorwaarden worden gesteld aan de erkenning van diploma’s als bewijsstuk. Derhalve is in het nieuwe artikel 4.1a als aanvullende voorwaarde opgenomen dat een diploma door de Lcsh kan worden erkend als bewijsstuk indien het diploma voldoet aan de in bijlage II vastgestelde eindtermen.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de artikelen die zijn opgenomen in de wijziging van de Drank- en horecawet die betrekking hebben op de Lcsh (Stb. 2021, 26), in werking treden. De beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 juli 2023.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Naar boven