Besluit van 26 april 2023 tot wijziging van het Besluit arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie in verband met de implementatie van Richtlijn 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PbEU 2020, L 249)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 februari 2023, nr. 2023-0000077959;

Gelet op de artikelen 4, zevende lid, en 8, achtste lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 maart 2023, nr. W12.23.00034/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 april 2023, nr. 2023-0000229335,

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie.

B

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Onze Minister is bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek de gegevens met betrekking tot dienstverrichters, dienstontvangers, contactpersonen, de voor uitbetaling van het loon verantwoordelijke personen en gedetacheerde werknemers, die zijn verwerkt in verband met de artikelen 9e, 9f, tweede lid, en 9g van de wet, waaronder een nationaal identificatienummer zoals het burgerservicenummer begrepen kan worden, kosteloos te verstrekken aan de Sociale verzekeringsbank, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de tijdvakken van verzekering voor de volksverzekeringen en de verzekeringsstatus van de gedetacheerde werknemers, of de toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEG 2004, L 200).

C

In artikel 4, eerste en tweede lid, wordt «artikel 10a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten» vervangen door «artikel 10a, eerste tot en met vierde lid, van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten».

D

Artikel 9, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. een dienstverrichter die in het kader van transnationale dienstverrichting zijn werknemer ter beschikking stelt in de sector goederenvervoer en op wie zowel artikel 9e als artikel 9g van de wet niet van toepassing is, of een in het buitenland gevestigde zelfstandige die werkzaam is in de sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de groep 49.4 Goederenvervoer over de weg, met inbegrip van de zelfstandige die in Nederland in opdracht van een in Nederland gevestigde dienstontvanger goederen levert.

E

In artikel 10 wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Artikel 8 van de wet is niet van toepassing op de dienstverrichter op wie de verplichting van artikel 9e of artikel 9g van de wet van toepassing is.

F

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «voor de dienstverrichter op wie de meldingsplicht, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet van toepassing is» vervangen door «voor de dienstverrichter op wie de meldingsplicht, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet van toepassing is en voor de dienstverrichter op wie artikel 9e of 9g van de wet van toepassing is».

2. In het tweede lid wordt «artikel 10, tweede lid» vervangen door «artikel 10, derde lid».

3. In het derde lid wordt «artikel 1e van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen» vervangen door «artikel 4.6 van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op het moment dat de Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 april 2023

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Uitgegeven de tiende mei 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

Inleiding

Met dit besluit zijn enkele wijzigingen aangebracht in het Besluit arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (BagwEU) in verband met de implementatie van richtlijn 2020/1057/EU1 (de Mobiliteitsrichtlijn) in Hoofdstuk IIIa van Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (verder: WagwEU of de wet) inzake specifieke regels met betrekking tot de wegvervoersector. In dit hoofdstuk is de Mobiliteitsrichtlijn grotendeels geïmplementeerd.

Door de implementatie van de Mobiliteitsrichtlijn ontstaan er twee regimes voor detachering in het wegvervoer en ook twee meldplichten afhankelijk van de vorm van transnationale dienstverrichting. Vervoersondernemingen in het goederen- en personenvervoer uit andere lidstaten die werknemers ter beschikking stellen in het kader van transnationale dienstverrichting, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1, van de wet (zuivere dienstverlening) vallen onder de Mobiliteitsrichtlijn.

Artikel 9e WagwEU verplicht deze dienstverrichters een detacheringsverklaring in te dienen in de publieke interface die is verbonden aan het Informatiesysteem Interne Markt (IMI) voor aanvang van de detachering van een gedetacheerde bestuurder. Deze verplichting komt voor vervoersactiviteiten die onder artikel 9b WagwEU vallen in plaats van de meldplicht van artikel 8 WagwEU. Dit wordt in dit besluit nader uitgewerkt.2

Zoals aangegeven in paragraaf 8 van de memorie van toelichting bij de Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector (de Implementatiewet), dient deze richtlijn op grond van artikel 9, eerste lid, van de richtlijn op 2 februari 2022 omgezet te zijn in nationale wetgeving. Deze datum is overschreden, met als gevolg dat de bepalingen van dit besluit eerst gelden met ingang van het moment van inwerkingtreding. De administratieve verplichtingen inzake de detacheringsverklaring en het beschikbaar stellen van documenten tijdens wegcontroles en via het IMI gelden niet tot dat moment. Wel is het vanaf 2 februari 2022 mogelijk op vrijwillige basis een detacheringsverklaring in te dienen via de IMI-module, tot aan het moment van inwerkingtreding van dit besluit. Indien van die mogelijkheid gebruik is gemaakt, kon het doen van een jaarmelding op grond van artikel 9 BagwEU achterwege blijven.

Voor transnationale dienstverrichtingen die onder artikel 1, eerste lid, onder 2 (intra-concerndetachering) en onder 3 (terbeschikkingstelling van arbeidskrachten), WagwEU vallen, blijft de meldingsplicht op grond van artikel 8 WagwEU bestaan voor de sector goederenvervoer over de weg. Dit geldt ook voor buitenlandse zelfstandigen die werkzaam zijn in de sector goederenvervoer over de weg.

Schematisch ziet dit er als volgt uit.

 

Zuivere dienstverrichting

Intra-concernuitlening

Uitzendarbeid

Cabotage

Gedetacheerde bestuurder

Detacheringsverklaring artikel 9e WagwEU

Gedetacheerde werknemer

Meldplicht artikel 8 WagwEU voor goederenvervoer

(jaarmelding)

Gedetacheerde werknemer

Meldplicht artikel 8 WagwEU voor goederenvervoer

(jaarmelding)

Niet-bilateraal vervoer

Gedetacheerde bestuurder

Detacheringsverklaring artikel 9e WagwEU

Gedetacheerde werknemer

Meldplicht artikel 8 WagwEU voor goederenvervoer

(jaarmelding)

Gedetacheerde werknemer

Meldplicht artikel 8 WagwEU voor goederenvervoer

(jaarmelding)

Bilateraal vervoer

Geen detachering

(Mobiliteitsrichtlijn van toepassing)

Geen detacheringsverklaring

Geen detachering

(Mobiliteitsrichtlijn niet van toepassing)

Geen meldplicht

Geen detachering

(Mobiliteitsrichtlijn niet van toepassing)

Geen meldplicht

Transitovervoer

Geen detachering

(Mobiliteitsrichtlijn van toepassing)

Geen detacheringsverklaring

Geen detachering

(Mobiliteitsrichtlijn niet van toepassing)

Geen meldplicht

Geen detachering

(Mobiliteitsrichtlijn niet van toepassing)

Geen meldplicht

In deze nota van toelichting wordt in paragraaf 2 ingegaan op de voorlichting over de nieuwe meldplicht. Vervolgens wordt in paragraaf 3 aandacht besteed aan de gegevensuitwisseling tussen bestuursorganen en toezichthouders. In paragraaf 4 en 5 komen de administratieve lastendruk en aspecten van handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid aan de orde.

2. Voorlichting over de nieuwe meldingsplicht

De nieuwe verplichtingen worden opgelegd aan vervoersondernemingen uit andere lidstaten en hun bestuurders, die hun werkzaamheden meestal kortdurend in verschillende lidstaten uitvoeren. Een goede voorlichting voor zowel uitvoering als de wegvervoersector is dus van groot belang.

De Europese Commissie heeft al bijgedragen aan het verduidelijken van de nieuwe regels door de publicatie van scenario’s en vragen en antwoorden. Daarnaast heeft de Europese Commissie trainingen verzorgd aan vertegenwoordigers van vervoersondernemingen ten aanzien van het invoeren van detacheringsverklaringen in het nieuwe Europese IMI-portaal. Ook de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) verzorgt een deel van de communicatie over de nieuwe regels met een informatiecampagne en door het ondersteunen van overheden en sociale partners met voorlichtingsmateriaal. Nederland neemt uiteraard deel. Hierdoor komt er uniforme en consistente informatie tot stand die werkgevers en werknemers, zoveel mogelijk in de eigen taal, informeert over hun rechten en plichten.

Daarnaast zal de overheid de wegvervoersector blijven bijstaan in het duidelijk krijgen van de nieuwe regels. Daartoe is in ieder geval de website www.postedworkers.nl aangepast. De sociale partners en de uitvoering zijn betrokken bij de communicatie zodat stakeholders goed worden bereikt. Tevens wordt er communicatie opgezet in verschillende landen van herkomst, bijvoorbeeld in Polen. Dit gebeurt op moderne wijze, bijvoorbeeld via sociale media, zodat informatie ook daadwerkelijk de doelgroep bereikt. Voorts zal de overheid ook de ELA blijven voorzien van actuele informatie, zodat ook daar de informatie over de implementatie van de nieuwe regels up-to-date blijft. Met de sociale partners zal worden overlegd over hoe de overheid de praktijk verder nog kan bijstaan in het hanteren van de nieuwe regels.

3. Gegevensuitwisseling tussen toezichthouders en bestuursorganen in Nederland

Om een juiste toepassing en toezicht op de naleving van de materiële regels inzake de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden voor gedetacheerde bestuurders mogelijk te maken, zijn verschillende overheidsinstanties betrokken. Het gaat om de Nederlandse Arbeidsinspectie (Arbeidsinspectie), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Deze instanties moeten in staat zijn om de noodzakelijke gegevens met elkaar uit te wisselen voor uitvoering en handhaving van de bepalingen die voortvloeien uit de WagwEU en de uitvoering van hun wettelijke taken. In artikel 3 BagwEU zijn regels gesteld over de gegevens die in dit verband worden verwerkt, over de partijen die gerechtigd zijn deze gegevens te ontvangen en over de doeleinden waarvoor zij de ontvangen gegevens verwerken.

Bij de totstandkoming van de Implementatiewet is een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB of DPIA) uitgevoerd, waaruit blijkt dat de risico’s van de gegevensverwerking beperkt zijn3. De wijziging van artikel 3 heeft beleidsmatig geen verstrekkende gevolgen.

4. Administratieve lasten en regeldruk

In het besluit zijn enkele wijzigingen aangebracht in verband met de implementatie van de Mobiliteitsrichtlijn in hoofdstuk IIIa van de wet. Bij de totstandkoming van de Implementatiewet is reeds stilgestaan bij de administratieve lasten die samenhangen met de implementatie. Daarvoor wordt verwezen naar het algemeen deel van de memorie van toelichting bij deze wet. De wijzigingen zijn voornamelijk van technische aard. De administratieve lasten voor de buitenlandse vervoersondernemingen zijn zeer beperkt en vloeien voort uit de kennisname van de nieuwe regels en het gebruik van het nieuwe IMI-systeem. In de inleiding van deze nota van toelichting is reeds beschreven hoe de Europese Commissie en de overheid door voorlichting de buitenlandse vervoersondernemingen hierin ondersteunen.

5. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Nederlandse Arbeidsinspectie

De Arbeidsinspectie acht dit besluit handhaafbaar. De voorliggende wijziging van het BagwEU betreft hoofdzakelijk een technische uitwerking van het nieuwe meldingenregime in systemen dat geïntroduceerd wordt met de implementatie van de Mobiliteitsrichtlijn. Bij deze wijziging ziet de Arbeidsinspectie geen bezwaren.

De Arbeidsinspectie geeft aan dat het toezicht op het internationale wegtransport op dit moment complex is en dat ook blijft. Van bepaalde punten in de wet is op voorhand niet te zeggen hoe die in de praktijk uitpakken. Er gaan twee regimes gelden voor grensoverschrijdende detachering in het wegvervoer afhankelijk van de vorm van detachering. Naast het reguliere systeem voor gedetacheerde werknemers in de huidige WagwEU is een tweede regime gecreëerd voor gedetacheerde bestuurders. Twee (parallelle) regimes betekent aanvullend onderzoek naar de vraag welk regime op welke dienstverrichter van toepassing is. De praktijk zal moeten uitwijzen in hoeverre dit soort onderzoeken zorgt voor meer complexiteit in het toezicht, en daarmee meer benodigde capaciteit. Als het aantal handhavingsverzoeken toeneemt, zal ook de daarvoor benodigde capaciteit moeten toenemen. Op dit moment is geen betekenisvolle inschatting te maken van de eventuele extra benodigde capaciteit. De Arbeidsinspectie komt hierop in de invoeringstoets in 2024 (of eerder indien nodig) terug.

Sociale Verzekeringsbank

De SVB, vanuit haar rol als technisch beheerder van het meldloket van de WagwEU en verwerker ten behoeve van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in dit verband, acht dit besluit tot wijziging van de BagwEU uitvoerbaar. De wijzigingen veranderen niets in de bestaande taken rond het technisch beheer van het meldloket en voegen geen nieuwe taken toe. De voorgestelde wijzigingen maken het mogelijk dat de SVB gegevens ontvangt uit het nieuwe Europese IMI-portaal voor detacheringsverklaringen in het wegvervoer, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de tijdvakken van verzekering voor de volksverzekeringen en de verzekeringsstatus van de gedetacheerde werknemers, of de toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEG 2004, L 200). De kosten voor invoering van deze wijziging vallen onder regulier onderhoud. Er zijn geen extra structurele kosten.

Autoriteit Persoonsgegevens

Het besluit is voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft geen opmerkingen over het besluit.

Adviescollege toetsing regeldruk (ATR)

Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat de gevolgen voor de regeldruk toereikend in beeld zijn gebracht.

Consultatie sociale partners

Na overleg met de sociale partners in de sector wegvervoer (TLN, CNV en FNV), hebben zij aangegeven dat ze op een aantal punten behoefte aan verduidelijking. Het gaat om het onderscheid tussen gedetacheerde werknemer en gedetacheerde bestuurder. Sociale partners vragen zich af of er andere begrippen kunnen worden gebruikt. Beide begrippen zijn gebruikt in lijn met de Implementatiewet en toegelicht in de bijbehorende memorie van toelichting. Er is een verduidelijking aanbracht in het algemene deel van deze nota van toelichting door middel van een schematisch overzicht.

Daarnaast wijzen sociale partners erop dat het onderscheid tussen de twee regimes van detachering in het wegvervoer gebaseerd is op de vorm van transnationale dienstverlening en niet op basis van de vervoersactiviteit. Dat is verduidelijkt in de nota van toelichting.

Daarnaast hebben sociale partners nog enkele opmerkingen ten aanzien van de voorlichting en communicatie. Deze worden meegenomen in het voorlichtingstraject over de Implementatiewet en dit besluit.

Transponeringstabel

De wijziging van de artikelen 4 en artikel 9, onderdeel c, van het BagwEU strekken tot implementatie van de Mobiliteitsrichtlijn. In de onderstaande tabel is aangegeven welke bepalingen van deze richtlijn zijn omgezet in dit besluit. Voor de omzetting van de overige bepalingen van deze richtlijn wordt verwezen naar de transponeringstabel van de wet4.

Bepaling richtlijn 2020/1057/EU

Bepaling in implementatieregeling of bestaande regeling:

Toelichting indien niet geïmplementeerd of naar zijn aard geen implementatie behoeft

Omschrijving beleidsruimte

Artikel 1 (Specifieke regels betreffende de detachering van bestuurders)

   

Elfde lid, onderdeel a (Afwijkende administratieve maatregelen t.a.v. vervoer – detacheringsverklaring via IMI)

De afwijkende administratieve bepalingen zijn geïmplementeerd in artikel 9e en 9g van de wet (detacheringsverklaring). In artikel 9, onderdeel c, BagwEU wordt geregeld dat de meldplicht in artikel 8 (jaarmelding) blijft gelden voor grensoverschrijdende detacheringen die niet onder artikel 9e of 9g van de wet vallen. Dit wordt verduidelijkt in artikel 10, tweede lid, BagwEU.

Het is een beleidskeuze om van deze mogelijkheid gebruik te maken (echter is er geen beleidsruimte ten aanzien van de in de verklaring op te geven gegevens, of IMI als het voorgeschreven systeem)

Dertiende lid (bevoegde autoriteit kan sociale partners bepaalde gegevens uit IMI verstrekken)

Deze bepaling is geïmplementeerd in artikel 10, vijfde lid, van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet Avv). Omdat verstrekking uit eigen beweging van IMI-gegevens mogelijk is, verduidelijkt de wijziging van artikel 4 BagwEU dat het bepaalde in dit artikel alleen betrekking heeft op artikel 10a, eerste tot en met vierde lid, Wet Avv.

Het mogelijk maken van deze gegevensverstrekking is optioneel. De gegevens kunnen alleen anders dan via het IMI worden verstrekt, en slechts voor zover noodzakelijk voor handhaving van de detacheringsregels.

Artikelsgewijs deel

Artikel I

Onderdeel A (artikel 1)

Met de implementatiewet zijn de begripsbepalingen van «IMI» en «IMI-verordening» overgeheveld uit het BagwEU naar de WagwEU.

Onderdeel B (artikel 3)

Artikel 3 bevat regels over de gegevens met betrekking tot transnationale dienstverrichting die in nationaal verband worden verwerkt, in het bijzonder de partijen aan wie de minister deze gegevens kan verstrekken en de doeleinden waarvoor zij de ontvangen gegevens kunnen verwerken.

Het verstrekken van gegevens uit het meldloket aan de SVB is mogelijk op grond van zowel artikel 4 als artikel 8 WagwEU. Aangezien artikel 8 WagwEU geen delegatiegrondslag bevat, berust artikel 3 BagwEU op artikel 4 WagwEU, vijfde lid, in samenhang met het tweede en zevende lid. Hierin is bepaald dat de gegevens die worden verwerkt op grond van de WagwEU, en dus ook de gegevens die zijn verwerkt in verband met artikel 9e, 9f, tweede lid, en 9g van de wet, aan bestuursorganen kunnen worden verstrekt.

In het eerste lid was al opgenomen dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bevoegd is gegevens aan de SVB te verstrekken die door de Arbeidsinspectie worden verkregen in verband met de uitvoering van de wetten, genoemd in artikel 4, tweede lid, van de wet, evenals de gegevens die door de Arbeidsinspectie, in hoedanigheid van het verbindingsbureau, worden verkregen van de bevoegde instanties in andere lidstaten op grond van artikel 4, derde lid, van de wet in samenhang met artikel 2 van dit besluit, en de gegevens die worden geregistreerd in het meldingssysteem.

Met de toevoeging van het derde lid is aanvullend hierop geregeld dat dit ook geldt voor de gegevens uit de IMI-module. Net zoals in het eerste lid is de bevoegdheid gegevens aan de SVB te verstrekken op een vergelijkbare wijze beperkt, in die zin dat verstrekking slechts toegestaan is voor zover de SVB die gegevens nodig heeft voor het vaststellen van de tijdvakken van verzekering voor de volksverzekeringen en de verzekeringsstatus van de gedetacheerde werknemers, of de toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEG 2004, L 200).

Onderdeel C (artikel 4)

Op grond van artikel 10a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (hierna: Wet Avv) kunnen gegevens die de minister verwerkt en verkrijgt ter uitvoering van de WagwEU verstrekt worden aan sociale partners en de door hen opgerichte organisaties die toezien op de naleving van cao’s, ten behoeve van hun toezicht op de naleving van de harde kern van arbeidsvoorwaarden van algemeen verbindend verklaarde cao’s ten aanzien van gedetacheerde werknemers.

Artikel 4 BagwEU regelt waar een verzoek om informatie op grond van artikel 10a Wet Avv minimaal aan dient te voldoen en om welke informatie verzocht kan worden.

Artikel 10a, vijfde lid, Wet Avv, dat is toegevoegd met de Implementatiewet, heeft betrekking op het delen van gegevens, die door de toezichthoudende ambtenaren van de Arbeidsinspectie worden verkregen via het IMI. Bij uit IMI verkregen informatie kan met name worden gedacht aan de detacheringsverklaringen, bedoeld in artikel 9e WagwEU, en informatie verkregen in het kader van de administratieve samenwerking met de bevoegde autoriteiten in andere lidstaten. In tegenstelling tot de informatieverstrekking op grond van het eerste tot en met het vierde lid vindt de deling van deze gegevens niet slechts plaats op verzoek van sociale partners of paritaire handhavers. Omdat verstrekking uit eigen beweging van IMI-gegevens mogelijk is, wordt met deze wijziging van artikel 4 verduidelijkt dat het bepaalde in dit artikel alleen betrekking heeft op artikel 10a, eerste tot en met vierde lid, Wet Avv.

Onderdeel D (artikel 9)

Op grond van artikel 8, zevende lid, WagwEU worden bij algemene maatregel van bestuur categorieën van gedetacheerde werknemers en dienstverrichters aangewezen waarop dat artikel inzake de meldingsplicht niet van toepassing is of voor wie nadere regels gelden. Artikel 9 BagwEU betreft een van de bepalingen waarbij nadere regels zijn gesteld.

Artikel 9e WagwEU ziet op de detacheringsverklaring, die dienstverrichters in de wegvervoersector uiterlijk bij de aanvang van de detachering via de met het IMI verbonden interface moeten indienen. Deze detacheringsverklaring beoogt hetzelfde doel als de reguliere meldplicht van artikel 8 WagwEU, en komt daar voor vervoersondernemingen in de wegvervoersector (goederen- en personenvervoer) die bestuurders detacheren in het kader van zuivere dienstverrichting voor in de plaats. Deze wijziging van artikel 9 BagwEU regelt dat de jaarmelding nog blijft gelden voor dienstverrichters die niet onder de Mobiliteitsrichtlijn vallen. Dit zijn dienstverrichters die in de wegvervoersector werknemers ter beschikking stellen, maar die niet onder artikel 9e en 9g WagwEU vallen. Dit is het geval als zij werknemers detacheren in het kader van intra-concernuitlening of de terbeschikkingstelling van werknemers (uitzendarbeid), en dus niet in het kader van zuivere dienstverlening. De meldplicht van artikel 8 WagwEU blijft gelden voor buitenlandse zelfstandigen die werkzaam zijn in de sector goederenvervoer over de weg.

Onderdeel E (artikel 10)

In artikel 10, eerste lid, BagwEU zijn de categorieën werknemers opgesomd die een dienstverrichter niet hoeft te melden, in het kader van de meldplicht van artikel 8 van de wet.

In het nieuwe tweede lid is opgenomen dat de dienstverrichter in de wegvervoersector (goederen- en personenvervoer) die verplicht is de IMI-verklaring in te dienen omdat hij gedetacheerde bestuurders ter beschikking stelt ook is uitgezonderd van deze meldplicht. Op grond van artikel 9e WagwEU dienen zij in plaats hiervan een detacheringsverklaring in.

Ook de dienstverrichter die onder artikel 9g valt is uitgezonderd van de meldplicht van artikel 8 WagwEU. Hierbij gaat het om de dienstverrichters die wel «zuivere dienstverrichting» laten uitvoeren in het wegvervoer, maar waarbij geen sprake is van een gedetacheerde bestuurder, omdat er bilateraal vervoer of transitovervoer (doorvoer) wordt uitgevoerd. Deze groep valt onder de Mobiliteitsrichtlijn, zodat op grond van artikel 1, elfde lid, van die richtlijn geen andere administratieve maatregelen en controlevoorschriften – met inbegrip van deze meldplicht – kunnen worden opgelegd dan de voorschriften die in de richtlijn zijn genoemd.

De artikelen 9e en 9g bepalen zelf al dat deze verplichtingen gelden in afwijking van artikel 8 WagwEU. Voor de duidelijkheid is dit ook in artikel 10 van dit besluit opgenomen.

Bij andere vormen van detachering dan zuivere dienstverlening, namelijk intra-concerndetachering of uitzendarbeid, is de Mobiliteitsrichtlijn niet van toepassing en is er dus geen sprake van een gedetacheerde bestuurder. In dat geval valt de dienstverrichter ook niet onder artikel 9e of 9g van de wet. Voor deze gevallen blijft de meldplicht van artikel 8 WagwEU wel gelden, voor zover wel sprake is van detachering (in het geval van cabotage of transitovervoer).

Onderdeel F (artikel 11)

Op grond van artikel 4.6 van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 (BuWav 2022) geldt het verbod om in Nederland arbeid te verrichten zonder tewerkstellingsvergunning niet met betrekking tot vreemdelingen, die op grond van alle voorschriften voor verblijf, werkvergunning en sociale zekerheid als werknemer arbeid mogen verrichten in een lidstaat, en die in het kader van grensoverschrijdende dienstverlening tijdelijk in Nederland arbeid verrichten in dienst van een werkgever die is gevestigd in een andere lidstaat van de EU, de EER of Zwitserland. In plaats van de tewerkstellingsvergunningsplicht geldt in beginsel de verplichting voor de werkgever om het in Nederland tewerkstellen van die vreemdelingen te melden bij het UWV, op grond van artikel 2a, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Op grond van het tweede lid van dat artikel geldt die meldingsverplichting echter niet, indien de werkgever reeds uit hoofde van andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen bepalingen een meldingsplicht heeft.

In artikel 11, eerste lid, BagwEU was de meldingsplicht op grond van artikel 8, eerste lid, van de wet reeds aangewezen als een andere meldingsplicht in de zin van artikel 2a, tweede lid, Wav. Omdat op de dienstverrichter de meldingsplicht op grond van de WagwEU van toepassing is, geldt de meldingsplicht op grond van artikel 2a Wav dus niet.

Met de wijziging van artikel 11, eerste lid, wordt toegevoegd dat dit ook geldt voor de dienstverrichter op wie artikel 9e WagwEU van toepassing is. Ook voor deze dienstverrichter geldt de meldingsplicht op grond van artikel 2a Wav niet, aangezien deze dienstverrichter een detacheringsverklaring indient.

Daarnaast is een verwijzing naar artikel 9g ingevoegd. Dit zijn de dienstverrichters die wel «zuivere dienstverrichting» laten uitvoeren in het wegvervoer, maar waarbij geen sprake is van een gedetacheerde bestuurder, omdat er bilateraal vervoer of transit wordt uitgevoerd. De meldplicht van artikel 8 WagwEU is op hen niet van toepassing, want het gaat niet om gedetacheerde bestuurders. Ook dienen zij geen detacheringsverklaring in en op hen is dus geen andere meldplicht van toepassing zoals op de dienstverrichters op wie artikel 9e WagwEU van toepassing is.

In artikel 11, tweede lid, van het BagwEU is de verwijzing naar artikel 10, tweede lid, aangepast, aangezien artikel 10 vernummerd is. Ingevolge het tweede lid is artikel 10, derde lid (nieuw), van dit besluit niet van toepassing op de dienstverrichter, die een vreemdeling in Nederland tewerkstelt in het kader van transnationale dienstverrichting als bedoeld in artikel 4.6 BuWav 2022. De vrijstelling voor de meldplicht voor dienstverrichters, gaat daarmee niet op indien de dienstverrichter een derdelander detacheert. Artikel 10, tweede lid (nieuw), is echter wel van toepassing op deze dienstverrichters. Dit betekent dat dienstverrichters in de wegvervoersector die een derdelander in Nederland detacheren, wel zijn vrijgesteld van de meldplicht, aangezien artikel 9e op deze dienstverrichters van toepassing is en zij voor de gedetacheerde derdelanders een detacheringsverklaring indienen.

De wijziging van artikel 11, derde lid, is redactioneel van aard. Op 16 december 2021 is het besluit houdende de herziening van het BuWav 2022 gepubliceerd (Stb. 2021, 608). Met het BuWav 2022 zijn ook de verwijzingen naar het oude BuWav bijgewerkt. Hierbij is abusievelijk de verwijzing in artikel 11, derde lid, niet meegenomen. Bij deze wijziging gebeurt dit hierbij alsnog.

Artikel II

Artikel II bevat de inwerkingtredingsbepaling. Het besluit treedt tegelijkertijd met de Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector in werking. Op grond van artikel 9, eerste lid, van de richtlijn dient deze op 2 februari 2022 omgezet te zijn in nationale wetgeving. Omdat deze datum niet haalbaar is gebleken, is afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn om de bepalingen zo spoedig mogelijk in werking te laten treden. In paragraaf 8 van de memorie van toelichting bij de wet is nader ingegaan op de gevolgen van het overschrijden van de implementatietermijn.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Richtlijn 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PbEU 2020, L 249).

X Noot
2

Transponeringstabel bij de Implementatiewet Mobiliteitsrichtlijn (Kamerstukken II 2021/2022, 36 166, nr. 3, bijlage 1).

X Noot
3

Memorie van toelichting bij de Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector, Kamerstukken II 2021/2022, 36 166, nr. 3, p. 9.

X Noot
4

Memorie van toelichting bij de Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector, Kamerstukken II 2021/2022, 36 166, nr. 3, p. 40.

Naar boven