Besluit van 16 december 2022, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Verpakte waters, het Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen en het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen in verband met technische aanpassingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezond, Welzijn en Sport van 31 oktober 2022, kenmerk 3452231-1038036-WJZ;

Gelet op:

  • Richtlijn (EU) 2020/2184 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (herschikking) (PbEU 2020, L 435);

  • Verordening (EG) Nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139);

  • Verordening (EG) Nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PbEU 2004, L 139);

  • de artikelen 7a, eerste lid, en 13 van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 december 2022, No. W13.22.00144/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 december 2022, kenmerk 3480268-1038036-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Verpakte waters wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onder b, komt te luiden:

b. richtlijn (EU) 2020/2184:

Richtlijn (EU) 2020/2184 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (herschikking) (PbEU 2020, L 435);

B

In artikel 12, tweede lid, wordt «richtlijn 98/83/EG» vervangen door «richtlijn (EU) 2020/2184».

C

In artikel 14, tweede lid, onder a, komt de tabel te luiden:

parameter

parameterwaarde

Intestinale enterokokken

afwezig in 250 ml

Escherichia coli (E. Coli)

afwezig in 250 ml

D

Artikel 14a wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «richtlijn 98/83/EG» vervangen door «richtlijn (EU) 2020/2184».

2. In onderdeel a wordt «deel 1» vervangen door «deel A».

3. In onderdeel b wordt «delen 2 en 3» vervangen door «deel B».

ARTIKEL II

Artikel 1, eerste lid, van het Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen wordt als volgt gewijzigd:

«metrologische instantie: de krachtens artikel 10 aangewezen rechtspersoon;» wordt vervangen door «metrologische instantie: de door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen rechtspersoon;»

ARTIKEL III

Artikel 2 van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 3, 4, eerste, tweede en derde lid, 5, eerste lid, tweede lid, laatste alinea, en vierde lid, en 6, tweede lid en derde lid, onderdelen a en b, van verordening (EG) 852/2004 en de krachtens de artikelen 4, vierde lid, en 6, derde lid, onderdeel c, van verordening (EG) 852/2004 vastgestelde bepalingen.

2. Aan het tweede lid wordt toegevoegd «en de krachtens artikel 11 van verordening (EG) 853/2004 vastgestelde bepalingen».

ARTIKEL IV

  • 1. Artikel I treedt in werking met ingang van 12 januari 2023. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 11 januari 2023, treedt artikel I in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 2. De artikelen II en III treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 december 2022

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Uitgegeven de twintigste december 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Dit besluit strekt er toe enkele Warenwetbesluiten te wijzigen in verband met technische aanpassingen.

Het Warenwetbesluit Verpakte waters wordt gewijzigd in verband met de uitvoering van richtlijn (EU) 2020/2184 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (herschikking) (PbEU 2020, L 435) (hierna: richtlijn (EU) 2020/2184).

Het Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen wordt gewijzigd in verband met een onjuiste verwijzing.

Het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen wordt gewijzigd in verband met het herstel van enkele omissies die zijn opgetreden bij de implementatie van Europese regelgeving.

De wijzigingen worden in de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht.

2. Consultatie

Het ontwerp van dit besluit is ter informatie gestuurd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW).1 Er zijn geen reacties ontvangen.

3. Gevolgen voor regeldruk

Dit besluit introduceert geen nieuwe (beleids)effecten die gevolgen voor de regeldruk met zich brengen. De kennisnemingskosten zijn nihil.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

Het ontwerp van dit besluit is in verband met de eventuele gevolgen voor de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid voorgelegd aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De wijzigingen in het Warenwetbesluit Verpakte waters zijn uitvoerbaar en handhaafbaar. Er is in de Nederlandse context ook geen fraude te verwachten door deze wijziging van het besluit. De tekstuele suggestie ten aanzien van artikel I, onderdeel C is overgenomen.

De wijzigingen in het Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen hebben geen invloed op de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en ook niet op de fraudebestendigheid.

De wijzigingen in het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen zijn afgestemd met de NVWA en komen de handhaafbaarheid ten goede.

De wijzigingen doen geen beroep op extra capaciteit voor het toezicht van de NVWA.

5. Artikelsgewijs

Artikel I

Richtlijn 98/83/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PbEG L 330) (hierna: richtlijn 98/83/EG) wordt met ingang van 12 januari 2023 ingetrokken door richtlijn (EU) 2020/2184. Voor de omzetting van richtlijn (EU) 2020/2184 worden het Drinkwaterbesluit en het Besluit kwaliteit leefomgeving en Besluit activiteiten leefomgeving (Omgevingswet) gewijzigd, naast wijziging van de Drinkwaterregeling, de Regeling legionellapreventie drink- en warmtapwatervoorziening en de Regeling materialen en chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening.

Het Warenwetbesluit Verpakte waters bevat enkele verwijzingen naar richtlijn 98/83/EG. Met dit besluit worden deze verwijzingen aangepast. Op advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn drie parameterwaarden vervallen in de tabel in bijlage I, deel A, van richtlijn (EU) 2020/2184. De tabel bij artikel 14, tweede lid, onder a, van het Warenwetbesluit Verpakte waters is hiermee in overeenstemming gebracht.

Artikel II

Dit besluit voorziet in een technische aanpassing van het Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen. In artikel 1 wordt verwezen naar het reeds vervallen artikel 10. Op grond van artikel 7a, eerste lid, van de Warenwet is aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de bevoegdheid toegekend om een metrologische instantie aan te wijzen, die taken uitvoert in het kader van voorgeschreven keurings- of beoordelingsprocedures, zoals in het Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen.2 Met deze wijziging wordt de onjuiste verwijzing in artikel 1 van het Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen hersteld.

Artikel III

Met dit besluit worden enkele omissies die zijn opgetreden bij de implementatie van Europese regelgeving in het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen hersteld. In artikel 2, eerste lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, ontbreekt een grondslag voor handhaving van voorschriften die krachtens artikel 6, derde lid, onderdeel c, van verordening (EG) 852/20043, zijn vastgesteld. In artikel 2, tweede lid, van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, ontbreekt een grondslag voor handhaving van voorschriften die krachtens artikel 11 van verordening (EG) 853/20044 zijn vastgesteld. Artikel III van dit besluit zorgt voor de aanwijzing van voorschriften, die krachtens artikel 6, derde lid, onderdeel c, van verordening (EG) 852/20045 en krachtens artikel 11 van verordening (EG) 853/20046 zijn vastgesteld, als verboden, zodat overtreding daarvan bestraft kan worden met een bestuurlijke boete.

Artikel IV

Teneinde de inwerkingtreding van de wijziging van het Warenwetbesluit Verpakte waters gelijk te laten lopen met de datum van inwerkingtreding van richtlijn (EU) 2020/2184, wordt voor de inwerkingtreding van dit Warenwetbesluit afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van regelgeving. Implementatie van EU-regelgeving is één van de uitzonderingsgronden met betrekking tot de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van regelgeving. Derhalve treedt dit besluit in werking met ingang van 12 januari 2023, de datum waarop de richtlijn in nationale regelgeving geïmplementeerd moet zijn, tenzij het besluit later dan 11 januari 2023 in het Staatsblad wordt gepubliceerd. Dan treedt het besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

De wijziging van het Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen betreft een verbetering van technische aard. Reparatieregelgeving is één van de uitzonderingsgronden met betrekking tot de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van regelgeving. Derhalve treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

De wijziging van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen betreft het herstel van enkele omissies die zijn opgetreden bij de implementatie van EU-regelgeving. Reparatieregelgeving en implementatie van EU-regelgeving zijn uitzonderingsgronden met betrekking tot de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van regelgeving. Derhalve treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het besluit wordt geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

X Noot
3

Verordening (EG) Nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PbEU 2004, L 139).

X Noot
4

Verordening (EG) Nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139).

X Noot
5

Het gaat dan in ieder geval om Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de erkenning van inrichtingen die kiemgroenten produceren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2013, L 68).

X Noot
6

Het gaat dan in ieder geval om Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 854/2002 en (EG) nr. 882/2004, tot afwijking van Verordening (EG) nr. 852/2004 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 (PbEU 2005, L 338).

Naar boven