Besluit van 20 oktober 2022 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer in verband met diverse aanpassingen (onderhoudswijziging Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 10 februari 2022, nr. IENW/BSK-2022/16572, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 13, eerste lid, en 14, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 juni 2022, nr. W17.22.00046/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 18 oktober 2022, nr. IENW/BSK-2022/235890, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het begrip ambulance komt te luiden:

ambulance:

een voor het verlenen van zorg aan en vervoer van zieken en gewonden ingericht motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen;

2. Het begrip diensten voor spoedeisende medische hulpverlening komt te luiden:

diensten voor spoedeisende medische hulpverlening:

de op grond van artikel 4, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen aangewezen Regionale Ambulancevoorzieningen, alsmede andere hulpverleningsdiensten die zich in opdracht van een Regionale Ambulancevoorziening als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen bezig houden met het verlenen van spoedeisende medische hulpverlening;.

3. Het woord «haaietanden» wordt vervangen door «haaientanden».

4. Het woord «kolonne» wordt vervangen door «colonne».

5. In de alfabetische rangschikking wordt het volgende begrip en de bijbehorende begripsbepaling ingevoegd:

kampeerwagen:

kampeerwagen als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;.

B

In de artikelen 2, derde lid, 16, 37 en in het opschrift van paragraaf 6 van Hoofdstuk II wordt «kolonnes» vervangen door «colonnes».

C

In de artikelen 9, 49, derde lid, 56, tweede lid, en 68, vierde lid, wordt «kolonne» vervangen door «colonne».

D

In artikel 26, tweede lid, wordt «artikel 25, tweede lid» vervangen door «artikel 25, tweede tot en met vijfde lid».

E

Artikel 41a, eerste lid, onderdeel a, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder 7° wordt «artikel 4, eerste lid, van de Tijdelijke wet ambulancezorg» vervangen door «artikel 4, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen».

2. Onder 8° wordt «die zich in opdracht van een meldkamer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Tijdelijke wet ambulancezorg» vervangen door «die zich in opdracht van een Regionale Ambulancevoorziening als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen».

F

In artikel 46, tweede lid, wordt «is ten aanzien van het parkeren van voertuigen artikel 25» vervangen door «zijn ten aanzien van het parkeren van voertuigen artikel 25 en 26».

G

In artikel 59, zesde lid, wordt «artikel 84, derde lid, van die wet» vervangen door «artikel 81, tweede lid, van die wet».

H

Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het vijfde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Zij dienen alsdan het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan.

2. Het zesde lid vervalt, onder vernummering van het zevende lid tot zesde lid.

I

In artikel 80 wordt «Haaietanden» vervangen door «Haaientanden».

J

Artikel 86c wordt als volgt gewijzigd:

1. De definitie van kampeerwagen vervalt.

2. In de begripsomschrijving van «voor rolstoelen toegankelijk voertuig» wordt de zinsnede «van de bijzonderheidscodes 145, 146, 147 of 149» vervangen door «van de bijzonderheidscodes 70, 145, 146, 147 of 149».

K

Na artikel 96 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 96a

Verkeersborden die zijn geplaatst voor de inwerkingtreding van Besluit van 20 oktober 2022 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer in verband met diverse aanpassingen (onderhoudswijziging Reglement verkeersregels verkeerstekens 1990) (Stb.2022,413), die niet voldoen aan dit Reglement, voldoen aan het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van deze wijziging.

L

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische en numerieke volgorde van de verkeersborden worden de bestaande afbeeldingen vervangen door de in de bijlage bij dit besluit opgenomen afbeeldingen.

2. De omschrijving van verkeersbord C21 komt te luiden:

Gesloten voor voertuigen en samenstellen van voertuigen, waarvan de totaalmassa of de som van de aslasten hoger is dan op het bord is aangegeven.

3. De volgende modelborden en bijbehorende teksten worden ingevoegd na bord E8 waarmee een parkeergelegenheid voor een kampeerwagen, voor het parkeren met twee wielen op het trottoir en het opladen van elektrische voertuigen wordt aangeduid:

Bord

Omschrijving

E8a

Parkeergelegenheid alleen bestemd voor kampeerwagens

     

Bord

Omschrijving

E8b

Parkeergelegenheid voor het parkeren met twee wielen op het trottoir

     

Bord

Omschrijving

E8c

Parkeergelegenheid alleen bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen

ARTIKEL II

Artikel 4a van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer vervalt.

ARTIKEL III

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023, met uitzondering van artikel I, onderdeel J, onder 2.

  • 2. Artikel I, onderdeel A, onder 1 en 2 en onderdeel E, werkt terug tot en met 1 januari 2021.

  • 3. Artikel I, onderdeel J, onder 2, treedt inwerking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 oktober 2022

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Uitgegeven de eenendertigste oktober 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Bijlage bij artikel I, onderdeel L, onder 1, van het besluit van 20 oktober 2022 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer in verband met diverse aanpassingen (onderhoudswijziging Reglement verkeersregels verkeerstekens 1990)

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. De afbeelding van bord A1 wordt vervangen door:

  • 2. De afbeelding van bord A5 wordt vervangen door:

  • 3. De afbeelding van bord B1 wordt vervangen door:

  • 4. De afbeelding van bord B2 wordt vervangen door:

  • 5. De afbeelding van bord B3 wordt vervangen door:

  • 6. De afbeelding van bord B4 wordt vervangen door:

  • 7. De afbeelding van bord B5 wordt vervangen door:

  • 8. De afbeelding van bord B6 wordt vervangen door:

  • 9. De afbeelding van bord C1 wordt vervangen door:

  • 10. De afbeelding van bord C2 wordt vervangen door:

  • 11. De afbeelding van bord C6 wordt vervangen door:

  • 12. De afbeelding van bord C7 wordt vervangen door:

  • 13. De afbeelding van bord C7a wordt vervangen door:

  • 14. De afbeelding van bord C7b wordt vervangen door:

  • 15. De afbeelding van bord C8 wordt vervangen door:

  • 16. De afbeelding van bord C9 wordt vervangen door:

  • 17. De afbeelding van bord C10 wordt vervangen door:

  • 18. De afbeelding van bord C11 wordt vervangen door:

  • 19. De afbeelding van bord C12 wordt vervangen door:

  • 20. De afbeelding van bord C13 wordt vervangen door:

  • 21. De afbeelding van bord C14 wordt vervangen door:

  • 22. De afbeelding van bord C15 wordt vervangen door:

  • 23. De afbeelding van bord C16 wordt vervangen door:

  • 24. De afbeelding van bord C17 wordt vervangen door:

  • 25. De afbeelding van bord C18 wordt vervangen door:

  • 26. De afbeelding van bord C19 wordt vervangen door:

  • 27. De afbeelding van bord C20 wordt vervangen door:

  • 28. De afbeelding van bord C21 wordt vervangen door:

  • 29. De afbeelding van bord C22 wordt vervangen door:

  • 30. De afbeelding van bord C22a wordt vervangen door:

  • 31. De afbeelding van bord C22b wordt vervangen door:

  • 32. De afbeelding van bord E1 wordt vervangen door:

  • 33. De afbeelding van bord E2 wordt vervangen door:

  • 34. De afbeelding van bord E3 wordt vervangen door:

  • 35. De afbeelding van bord F1 wordt vervangen door:

  • 36. De afbeelding van bord F3 wordt vervangen door:

  • 37. De afbeelding van bord F5 wordt vervangen door:

  • 38. De afbeelding van bord F6 wordt vervangen door:

  • 39. De afbeelding van bord F7 wordt vervangen door:

  • 40. De afbeelding van bord F10 wordt vervangen door:

  • 41. De afbeelding van bord G2 wordt vervangen door:

  • 42. De afbeelding van bord G4 wordt vervangen door:

  • 43. De afbeelding van bord G6 wordt vervangen door:

  • 44. De afbeelding van bord G8 wordt vervangen door:

  • 45. De afbeelding van bord G10 wordt vervangen door:

  • 46. De afbeelding van bord G12 wordt vervangen door:

  • 47. De afbeelding van bord G12b wordt vervangen door:

  • 48. De afbeelding van bord G14 wordt vervangen door:

  • 49. De afbeelding van bord H2 wordt vervangen door:

  • 50. De afbeelding van bord J1 wordt vervangen door:

  • 51. De afbeelding van bord J2 wordt vervangen door:

  • 52. De afbeelding van bord J3 wordt vervangen door:

  • 53. De afbeelding van bord J4 wordt vervangen door:

  • 54. De afbeelding van bord J5 wordt vervangen door:

  • 55. De afbeelding van bord J6 wordt vervangen door:

  • 56. De afbeelding van bord J7 wordt vervangen door:

  • 57. De afbeelding van bord J8 wordt vervangen door:

  • 58. De afbeelding van bord J9 wordt vervangen door:

  • 59. De afbeelding van bord J10 wordt vervangen door:

  • 60. De afbeelding van bord J11 wordt vervangen door:

  • 61. De afbeelding van bord J14 wordt vervangen door:

  • 62. De afbeelding van bord J15 wordt vervangen door:

  • 63. De afbeelding van bord J16 wordt vervangen door:

  • 64. De afbeelding van bord J17 wordt vervangen door:

  • 65. De afbeelding van bord J18 wordt vervangen door:

  • 66. De afbeelding van bord J19 wordt vervangen door:

  • 67. De afbeelding van bord J20 wordt vervangen door:

  • 68. De afbeelding van bord J21 wordt vervangen door:

  • 69. De afbeelding van bord J22 wordt vervangen door:

  • 70. De afbeelding van bord J23 wordt vervangen door:

  • 71. De afbeelding van bord J24 wordt vervangen door:

  • 72. De afbeelding van bord J25 wordt vervangen door:

  • 73. De afbeelding van bord J26 wordt vervangen door:

  • 74. De afbeelding van bord J27 wordt vervangen door:

  • 75. De afbeelding van bord J28 wordt vervangen door:

  • 76. De afbeelding van bord J29 wordt vervangen door:

  • 77. De afbeelding van bord J30 wordt vervangen door:

  • 78. De afbeelding van bord J31 wordt vervangen door:

  • 79. De afbeelding van bord J32 wordt vervangen door:

  • 80. De afbeelding van bord J33 wordt vervangen door:

  • 81. De afbeelding van bord J34 wordt vervangen door:

  • 82. De afbeelding van bord J35 wordt vervangen door:

  • 83. De afbeelding van bord J36 wordt vervangen door:

  • 84. De afbeelding van bord J37 wordt vervangen door:

  • 85. De afbeelding van bord J38 wordt vervangen door:

  • 86. De afbeelding van bord J39 wordt vervangen door:

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

1. Inleiding

Dit besluit brengt een aantal wijzigingen aan in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en een wijziging van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). Het betreft een onderhoudswijziging van het RVV 1990. Ook worden enkele (redactionele) omissies hersteld. De wijzigingen worden toegelicht in het artikelsgewijze deel van deze nota van toelichting. In het oorspronkelijke ontwerpbesluit was de RVV-wijziging helmplicht snorfietsers gecombineerd met deze onderhoudswijziging. Na advisering door de Raad van State is het oorspronkelijke conceptbesluit gesplitst in het reeds gepubliceerde Besluit helmplicht snorfiets1 en het onderhavige besluit.

2. Toezicht en handhaving

Over deze wijziging van het RVV 1990 heeft afstemming plaatsgevonden tussen Politie, het Openbaar Ministerie, het ministerie van Justitie en Veiligheid en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De belangrijkste aspecten waar rekening mee is gehouden, betreffen de handhaafbaarheid en het effect op verkeersveiligheid.

De wijziging van de borden en de artikelen van het RVV 1990 worden, voor zover deze wijzigingen verboden in het leven roepen, handhaafbaar geacht en hebben naar verwachting een positief effect op de verkeersveiligheid.

3. Kosten en administratieve lasten

De wijzigingen uit dit besluit hebben geen gevolgen voor de administratieve lasten van burgers en het bedrijfsleven. Het doorvoeren van de nieuwe verkeersborden kan beperkte financiële lasten veroorzaken bij wegbeheerders. Echter, omdat deze borden in het teken staan van het bieden van mogelijkheden tot verduidelijking van de huidige praktijk en niet een drastische verandering tot doel hebben, behoeft de bebording niet binnen een bepaalde termijn te worden aangepast. Wegbeheerders kunnen werken met een eigen planning.

4. Advies en consultatie

Internetconsultatie

Van 10 februari tot en met 30 maart 2020 heeft een openbare internetconsultatie plaatsgevonden van de wijziging van het RVV 1990. Tijdens de internetconsultatie zijn in totaal 227 reacties ingezonden. Het overgrote deel van de indieners (97%) heeft gereageerd op de invoering van de helmplicht2 en 3% reageerde op de wijzigingen van onderhavig besluit.

Hieronder zal nader worden ingegaan op de verschillende inhoudelijke reacties.

Ruiters op fietspad

Indieners reageerden op het voorstel om ruiters de mogelijkheid te geven ook gebruik te maken van het fietspad (naast de rijbaan of de berm) bij het ontbreken van een ruiterpad. Dit wordt als onveilig beschouwd onder andere vanwege het grote massaverschil tussen fietsen en paarden en omdat het al steeds drukker wordt op het fietspad. Naar aanleiding van de reacties heeft een nadere afweging plaatsgevonden en is besloten de voorgestelde wijziging niet door te voeren.

Verbod op verlichting op kleding of helm motorrijders

In het ontwerpbesluit dat was voorgelegd tijdens de internetconsultatie stond ook een verbod op het voeren van verlichting op de kleding of helm van motorrijders en hun passagiers. Tijdens de internetconsultatie werd zowel positief als negatief gereageerd op dit voorstel. Uit navraag bij de SWOV is gebleken dat er tegenstrijdige studies zijn over wat verlichting doet voor de zichtbaarheid van motorrijders. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat meer verlichting de zichtbaarheid ten goede komt, net zo min dat er sluitend bewijs is dat meer verlichting voor afleiding of verwarring zou zorgen of juist tot betere zichtbaarheid en daarmee meer veiligheid zorgt.

Gelet op het bovenstaande is het expliciete verbod tot het voeren van verlichting op kleding of helm uit het ontwerpbesluit geschrapt. Uit de Regeling voertuigen volgt echter wel dat verlichting op kleding of helm van motorrijders en hun passagiers niet is toegestaan. Wat wel mag aan verlichting staat namelijk expliciet in deze regeling. Hieruit volgt dus ook wat niet mag, zoals het voeren van verlichting op helm en kleding.

Op de overige in het kader van de internetconsultatie naar voren gebrachte opmerkingen wordt ingegaan bij de artikelsgewijze toelichting.

ATR

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) heeft op 13 maart 2020 een advies uitgebracht over het ontwerpbesluit. Het advies van de ATR ging alleen in op de helmplicht voor snorfietsers omdat de andere onderdelen van het oorspronkelijke besluit, het onderhavige besluit, geen regeldrukgevolgen hebben.

5. Voorhang

Het ontwerpbesluit is op 28 mei 2021 op grond van artikel 2b Wegenverkeerswet 1994 voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal3. De Eerste Kamer heeft geen opmerkingen gemaakt. De Tweede Kamer heeft schriftelijke vragen gesteld. Deze vragen zijn op 21 oktober 2021 beantwoord4. De voorhangvragen en de Verzamelbrief commissiedebat verkeersveiligheid5 zijn geagendeerd op het Commissiedebat Verkeersveiligheid van 2 december 2021.

Naar aanleiding van de voorhangvragen is het inwerkingtredingsartikel aangepast.

6. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt, met uitzondering van artikel I, onderdeel J, onder 2, in werking met ingang van 1 januari 2023. Deze datum past binnen het stelsel van vaste verandermomenten van regelgeving. Artikel I, onderdeel J, onder 2, treedt inwerking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel I, onderdeel A, onder 1 en 2 en onderdeel E, werkt terug tot en met 1 januari 2021 omdat zij samenhangen met de op die datum inwerking getreden Wet ambulancezorgvoorzieningen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I (Wijziging RVV 1990)

Onderdelen A, B, C, E, I en J, onder 1

Op 1 januari 2021 is de «Tijdelijke wet ambulancezorg» vervangen door de «Wet ambulancezorgvoorzieningen». Daarom zijn de verwijzingen naar deze wet in de artikelen 1 en 41a aangepast en is aangesloten bij de definitie van ambulance zoals opgenomen in de Wet ambulancezorgvoorzieningen.

Ook is er een definitie van een kampeerwagen opgenomen in artikel 1. Deze definitie geldt voortaan voor het hele RVV 1990. De definitie van «kampeerwagen» die alleen voor hoofdstuk VB gold, is daarom komen te vervallen. De kampeerwagen of «camper» is een bestaand vervoermiddel en in populariteit toenemend. Vaak worden voor deze voertuigen speciale parkeergelegenheden met bijbehorende voorziening ingericht.

Daarnaast is een aantal taalkundige verbeteringen doorgevoerd.

Onderdeel D

Er zijn verschillende gehandicaptenparkeerplaatsen met een tijdbeperking (bord E06). Handhaving op de tijdbeperking is echter juridisch op basis van het huidige reglement niet mogelijk vanwege een «omissie» in het RVV 1990. Door de toevoeging van artikel 25, derde tot en met vijfde lid, in artikel 26, tweede lid is er wel een wettelijke basis voor gehandicaptenparkeerplaatsen met tijdsbeperking.

Onderdeel F

Op gehandicaptenparkeerplaatsen is het soms wenselijk een beperkte parkeerduur in te stellen. Door in artikel 46, tweede lid, ook een verwijzing op te nemen naar artikel 26 kunnen er dergelijke parkeerplaatsen komen met een beperkte parkeertijd.

Onderdeel G

In het voormalige artikel 59, zesde lid, werd naar een vervallen bepaling in de Wet personenvervoer 2000 verwezen.

Onderdeel H

De tekst in artikel 68, zesde lid, was als apart lid opgenomen, terwijl dit bij het vijfde lid behoort. Daarom is de tekst van het zesde lid achter de tekst van vijfde lid geplaatst.

Onderdeel J, onder 2

In artikel 86c RVV 1990 wordt bepaald wat de definitie is van «voor rolstoelen toegankelijke voertuig». Het gaat onder andere om voertuigen met bepaalde bijzonderheidscodes. De bijzonderheidscode 70 valt hier ook onder maar was abusievelijk nog niet opgenomen in de definitie. Dit is nu hersteld.

Onderdeel L, onder 1

In het oorspronkelijke besluit waren alleen de verkeersborden die een voorrangsweg of het einde van een voorrangsweg aanduiden (B1 en B2) aangepast in verband met de zichtbaarheid voor mensen met kleurblindheid. Uit de internetconsultatie bleek echter dat meer verkeersborden uit bijlage I niet goed zichtbaar zijn voor mensen met kleurenblindheid. Om de zichtbaarheid van al deze verkeersborden en daarmee de verkeersveiligheid te verbeteren, zijn de ontwerpen van de borden aangepast. Zo komt op het verkeersbord dat een voorrangsweg of het einde van een voorrangsweg aanduidt, een zwarte bies om het gele vlak, komt een witte bies om de rode lijnen en pijlen en op de buitenrand van verschillende borden. Dit is in lijn met het Verdrag inzake verkeerstekens dat op 8 november 1968 te Wenen voor ondertekening werd opengesteld.

Onderdeel L, onder 2

De betekenis van bord C21 is: Gesloten voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaal massa hoger is dan op het bord is aangegeven. In de praktijk levert de handhaving van dit bord problemen op, wanneer de weging van de voertuigen geschiedt met wiellastmeters. Wiellast is in de natuurkunde namelijk iets anders dan massa.

In de Regeling voertuigen (artikel 5.18.17a en volgend) is dit opgelost door daar waar wordt bepaald dat de in het kentekenregister vermelde toegestane massa niet mag worden overschreden toe te voegen dat de som van de aslasten niet meer mag zijn dan de vermelde toegestane maximum massa.

In lijn hiermee is dit bij de omschrijving van bord C21 ook toegevoegd. Hierdoor is handhaving met wiellastmeters mogelijk.

Onderdeel L, onder 3

Volgens artikel 8, derde lid van het BABW kunnen alleen de in het tweede lid, onderdeel d, onder 1e en 2e bedoelde aanduidingen van het BABW op het betreffende verkeersbord worden aangebracht. Dit betreft uitsluitend de voertuigcategorieën of groep voertuigen, de wijze van parkeren (met twee wielen op het trottoir) of het doel van het parkeren (bijvoorbeeld opladen elektrische voertuigen). Vanwege de strafbaarheid bij een overtreding horen deze borden bij elkaar in dezelfde serie (E8).

Nu een definitie van kampeerwagen is toegevoegd in artikel 1, wordt in de E8-serie een bord toegevoegd met het symbool van een kampeerwagen (E8a). Daarnaast wordt voor de parkeergelegenheid voor het parkeren met twee wielen op het trottoir een modelbord toegevoegd (E8b).

Er zijn steeds meer elektrische auto’s op de weg die dienen te worden opgeladen. Hiervoor zijn speciale parkeerplaatsen aangewezen. Een officieel bord hiervoor was nog niet opgenomen in het RVV 1990. Elke gemeente had hiervoor een andere oplossing. Om tot uniformiteit te komen en handhaving eenvoudiger te maken, wordt in bijlage I een modelbord toegevoegd dat bij een parkeerplaats voor het opladen van elektrische voertuigen kan worden geplaatst.

Artikel II (wijziging BABW en bijlage I RVV 1990)

Voor sommige kleurenblinden zijn bepaalde in het RVV 1990 voorgeschreven borden onvoldoende begrijpelijk, doordat de kleuren niet te onderscheiden zijn. De verkeersborden waarop rode elementen in een blauw vlak worden weergegeven, lijken voor sommige kleurenblinden bijvoorbeeld te bestaan uit één vlak van dezelfde kleur. Dit geldt onder meer voor de borden E1 («parkeerverbod») en E2 («verbod stil te staan») en F6 («Bestuurders uit tegengestelde richting moeten verkeer dat van deze richting nadert voor laten gaan»).

Sinds 2012 was het door de toenmalige toevoeging van artikel 4a van het BABW mogelijk voor de wegbeheerder om de genoemde verkeersborden te vervangen door verkeersborden die dankzij een kleine aanpassing ook voor kleurenblinden begrijpelijk zijn. De contrasterende bies tussen grafische elementen van verschillende kleuren zorgt ervoor dat de kleuren elkaar niet raken en dus voor kleurenblinden niet mengen. Door de rode borden van een witte bies te voorzien vallen deze beter op, met name in het donker.

Omdat het voor de verkeersveiligheid wenselijk is dat alle verkeersborden kleurenblindproof zijn, worden zij voortaan met een contrasterende of witte bies in de Bijlage 1 van het RVV 1990 voorgeschreven. Artikel 4a BABW kan daarom komen te vervallen.

Artikel III

Verwezen zij naar paragraaf 6 van het algemeen deel van deze toelichting.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Besluit van 24 juni 2022 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in verband met de invoering van de helmplicht voor snorfietsers (helmplicht snorfietsers). Stb. 2022, 270

X Noot
2

Besluit van 24 juni 2022 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in verband met de invoering van de helmplicht voor snorfietsers (helmplicht snorfietsers). Stb. 2022, 270

X Noot
3

Kamerstukken II 2020/21, 29 398, nr. 940.

X Noot
4

Kamerstukken II 2021/22, 29 398, nr. 966.

X Noot
5

Kamerstukken II 2021/22, 29 398, nr. 975.

Naar boven