Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over opsporingscapaciteit voor pgb-fraude (ingezonden 11 mei 2016).

Vraag 1

Bent u het er mee eens dat voor een goede en serieuze bestrijding van fraude met persoonsgebonden budgetten er voldoende opsporingscapaciteit beschikbaar moet zijn?1

Vraag 2

Kunt u een overzicht aan de Kamer sturen met daarin helder weergegeven

  • welke organisaties betrokken zijn bij het opsporen van fraude met persoonsgebonden budgetten,

  • welke rol de betreffende partijen spelen in het opsporen van fraude,

  • hoeveel FTE elke betrokken partij beschikbaar heeft voor het opsporen van fraude en

  • hoe zij precies samenwerken in geval van samenloop van fraudeonderzoek?

Vraag 3

Bent u van mening dat de capaciteit die beschikbaar is bij de verschillende betrokken partijen om pgb-fraude op te sporen voldoende is? Zo ja, kunt u dat onderbouwen? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?

Vraag 4

Hoeveel zaken hebben de verschillende instanties in onderzoek, hoeveel zaken zijn er inmiddels afgerond en met welk resultaat?

Vraag 5

Kunt u een overzicht geven hoeveel fraudesignalen er bij de verschillende instanties zijn binnengekomen en hoeveel daarvan in onderzoek zijn genomen?

Naar boven