31 793 Internationale klimaatafspraken

Nr. 117 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 augustus 2015

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, over het proces richting de 21e Conferentie van Partijen bij het VN Klimaatverdrag (UNFCCC), van 30 november tot 11 december 2015 in Parijs (COP21). Tevens bevat voorliggende brief een beknopte appreciatie van de zogenaamde Co-chairs’ tool (bijlage 11) die op 24 juli jl. door de covoorzitters van de onderhandelingen is gepubliceerd, zoals toegezegd bij het schriftelijk overleg Informele Milieuraad.2

Proces in aanloop naar COP21

In aanloop naar de klimaattop in Parijs vinden nog twee ambtelijke onderhandelingsrondes plaats, van 31 augustus tot en met 4 september en van 19 tot en met 23 oktober 2015. Tijdens deze sessies wordt intensief verder gewerkt aan de tekst van het nieuwe klimaatakkoord en het terugbrengen van het aantal opties in deze tekst. U wordt op 9 september geïnformeerd over de stand van zaken door middel van een technische briefing. Het onderhandelingsmandaat van de EU voor de 21e UNFCCC Conferentie van Partijen (COP21) zal worden vastgesteld op de extra Milieuraad van 18 september. Hiervoor ontvangt u separaat een geannoteerde agenda. Voor wat betreft financieringselementen wordt het onderhandelingsmandaat vastgesteld door de Ecofinraad op 10 november. Na de laatste ambtelijke onderhandelingsronde in oktober zal duidelijker worden hoe het krachtenveld voor Parijs er uitziet en welke mogelijkheden tot compromissen zich aftekenen. U zult in het najaar per brief nader worden geïnformeerd over de kabinetsinzet voor Parijs en het krachtenveld.

Ook na de twee bovengenoemde ambtelijke rondes zullen naar verwachting enkele punten open blijven staan die alleen op politiek niveau kunnen worden beslecht tijdens de COP in Parijs. Onder deze punten vallen naar alle waarschijnlijkheid de differentiatie tussen ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden, een langetermijndoelstelling, ambitiecycli, internationale klimaatfinanciering, de juridische vorm van het akkoord en de koppeling van dat akkoord met de huidige toezeggingen van landen om hun uitstoot te verminderen (de Nationaal Bepaalde Bijdragen).

Zoals aangegeven in de geannoteerde agenda voor de informele milieuraad van 22 en 23 juli jl.3 zullen de komende maanden nog diverse politieke bijeenkomsten en activiteiten buiten de ambtelijke onderhandelingen worden georganiseerd, die kunnen bijdragen aan convergentie tussen partijen op deze en andere punten en aan positief momentum richting Parijs. En marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties eind september zal klimaat zeker ook besproken worden. Op 2 en 3 november organiseert Nederland de conferentie «Planetary Security» in het Vredespaleis, waarin de relatie tussen klimaat, veiligheid en stabiliteit centraal staat. Frankrijk zal ondertussen doorgaan met het organiseren van informele – soms ministeriële – consultaties en begin november zal er een ministeriële pre-COP plaatsvinden.

Appreciatie nieuwe versie van de onderhandelingstekst

Met het oog op het bespoedigen van de voortgang van de onderhandelingen hebben de covoorzitters bij de vorige ambtelijke onderhandelingsronde, van 1 tot en met 11 juni 2015 in Bonn, mandaat gekregen om te komen tot «een volledig gestroomlijnde, geconsolideerde, duidelijke en beknopte versie» van de onderhandelingstekst. Deze is op 24 juli gepubliceerd onder de titel Co-chairs’ tool (bijlage 1).

De Co-chairs’ tool is een geherstructureerde versie van de officiële onderhandelingstekst die in februari jl. is vastgesteld in Genève. De covoorzitters van de onderhandelingen hebben opties geconsolideerd door teksten te herorganiseren en samen te voegen, en een scheiding gemaakt tussen de potentiële elementen voor het in Parijs af te sluiten klimaatakkoord en paragrafen die beter in een begeleidend COP-besluit kunnen worden opgenomen. Overkoepelende verplichtingen en andere toekomstbestendige bepalingen met betrekking tot o.a. mitigatie, adaptatie en financiering zijn opgenomen in deel I van de tekst, getiteld «Draft Agreement». Deel II bevat paragrafen met detailvoorstellen die in begeleidende COP-besluiten kunnen worden opgenomen, gerelateerd aan o.a. implementatie, pre-2020 klimaatactie en tijdelijke regelingen tot de ingang van het nieuwe akkoord. Zaken waarover nog geen overeenstemming bestaat of deze in het akkoord dan wel een begeleidend besluit thuishoren, zijn samengevoegd in deel III. Hierin zijn elementen opgenomen zoals de rol van koolstofmarkten, compensatie voor verlies en schade door klimaatverandering, en de omgang met emissies uit landgebruik.

De nieuwe versie van de tekst is een waardevol hulpmiddel voor de onderhandelingen in de komende maanden. Veel cruciale elementen en Nederlandse prioriteiten, gericht op een toekomstbestendig, dynamisch en flexibel akkoord met brede participatie van landen, komen in ruime mate terug in de opties voor het kernakkoord. Echter, veel opties in de tekst sluiten elkaar uit, dus op deze punten zal nog onderhandeld moeten worden voordat een akkoord binnen handbereik komt. Wel is bij informele consultaties gebleken dat op bepaalde fundamentele onderdelen partijen reeds dichter naar elkaar toekomen. Deze convergentie, bijvoorbeeld op het gebied van het mechanisme om met de tijd tot grotere ambitie te komen (de vijfjaarlijkse herzieningscyclus), is nog niet in de tekst verwerkt.

In de tekst is voor enkele elementen die wat Nederland en de EU betreft cruciaal zijn te weinig aandacht, bijvoorbeeld met betrekking tot de overeen te komen regels omtrent monitoring, rapportage en verificatie (MRV). Daarnaast zou het kabinet graag een prominentere verankering zien van de rol van niet-statelijke actoren in het akkoord. Nederland zal er in EU-verband bij de informele consultaties richting Parijs op aandringen om deze elementen beter te verankeren.

Alle landen zijn zich bewust van de urgentie van deze onderhandelingen en de uitdagingen die er nog liggen om tot een akkoord te komen in Parijs. De nieuwe versie van de tekst geeft goede hoop op het opschroeven van de snelheid van de onderhandelingen en het destilleren van een beperkt aantal politieke kernpunten waarover in Parijs de knoop kan worden doorgehakt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-08, nr. 585

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-08, nr. 584

Naar boven