30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 185 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2014

Tijdens de eerste termijn van het Algemeen overleg (AO) Grondstoffen en Afval van 18 juni jl. (Kamerstuk 30 872, nr. 166) heeft het lid Cegerek verzocht om aanvullende afspraken te maken bij de Raamovereenkomst ten behoeve van verduurzaming. Ik heb toegezegd met de Raamovereenkomstpartijen in overleg te gaan hierover en vóór het einde van 2014 met een uitwerking van aantal afspraken te komen.

Ik heb ook toegezegd om uw Kamer te informeren over de organisaties die deelnemen in de klankbordgroep voor de milieueffectenanalyse van de Raamovereenkomst.

Daarnaast is er tijdens het VAO Grondstoffen en afval van 4 december jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 33, item 13) een aantal vragen gesteld over de drankenkartons en over de aangenomen motie over de wijze waarop (sport)verenigingen zo goed mogelijk gefaciliteerd kunnen worden om een deel van de opbrengsten van de recycling van verpakkingsafval terug te ontvangen (Kamerstuk 30 872, nr. 88).

In deze brief informeer ik u over de bovengenoemde onderwerpen en geef ik aan hoe ik uitvoering geef aan de motie die naar aanleiding van de VAO aangenomen is over de milieueffectenanalyse van de Raamovereenkomst Verpakkingen (Kamerstuk 30 872, nr. 172).

1. Nadere uitwerking afspraken Raamovereenkomst

Uitgangspunt bij het formuleren van de aanvullende afspraken is geweest dat de afspraken moeten passen binnen de Raamovereenkomst. Dat is namelijk de samenwerking die het Rijk, de gemeenten en het verpakkende bedrijfsleven zijn aangegaan en in stand willen houden. Dit is belangrijk voor continuïteit van beleid. Daarnaast vind ik het belangrijk dat de afspraken zichtbaar bijdragen aan de doelen die we hebben, namelijk verduurzamen van verpakkingen, meer en beter recyclen en het bestrijden van zwerfafval.

Voor de duidelijkheid, het gaat om nadere uitwerking van een aantal afspraken in de Raamovereenkomst en nadrukkelijk niet om aanvullende prestatiegaranties voor het vrijgeven van statiegeld.

Samen met de raamovereenkomstpartijen hebben we de volgende aanvullende afspraken gemaakt:

Verduurzamen van verpakkingen

Om de keten van verpakkingen (van productie tot en met de recyclingfase) te sluiten is inzet van recyclaat in nieuwe producten nodig. Het gebruik van PET recyclaat in nieuwe flessen stimuleert de inzameling en sortering.

Daarnaast dwingt het een hoge kwaliteit af en verhoogt het ook de economische waarde van PET recyclaat, omdat de vraag ernaar zal toenemen.

Om meer ambitie hierin te realiseren, wordt er als eerste voor deze productverpakkingscombinatie een zogenaamd «hoogst haalbaar doel» vastgesteld.

Er ligt nu een voorstel bij de toetsingscommissie die door het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) hiervoor opgericht is. Naar verwachting zal in januari van 2015 het hoogst haalbare doel hiervoor gereed zijn.

Meer en beter recyclen

In het kader van meer en beter recyclen zetten de raamovereenkomstpartijen verschillende stappen.

  • Om de glasinzameling en recycling een impuls te geven, is een landelijke campagne gestart sinds november van dit jaar. De campagne heet «Glas in het Bakkie». De brochure van deze campagne is bijgesloten (zie bijlage 11). Met deze campagne wordt de burger bewust gemaakt van het feit dat glazen verpakkingen ook met restjes en het dekseltje in de glasbak kunnen.

  • Om de ontwikkeling van de circulaire economie verder kracht bij te zetten is een afspraak gemaakt tussen het verpakkende bedrijfsleven en de Noordelijke Hogeschool in Leeuwarden (NHL), het Van Hall Instituut in Leeuwarden (VHL) en met de Stenden Hogeschool om vanaf 2015 een leerstoel Hergebruik kunststof verpakkingsafval in het leven te roepen. Het doel van de leerstoel is het ontwikkelen van nieuwe producttoepassingen voor gerecycled kunststof in Nederland. Hierbij zal ook nauw samengewerkt worden met andere universiteiten en het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken.

  • Hoogwaardigheid voor kunststof is in de Raamovereenkomst gedefinieerd. Recycling is hoogwaardig als ten minste 45% monostromen van PET, PE, PP en kunststoffolie van het totaal aan kunststofstromen beschikbaar komt na sortering. Omdat monostromen beter toegepast kunnen worden en een waarde hebben, hebben we afgesproken dat er gekeken wordt hoe en welke monostromen nog meer toegevoegd kunnen worden aan deze afspraak. In dit kader is nu al de stap gezet om ook de stroom EPS («piepschuim) als monostroom toe te voegen aan de afspraken.

2. Klankbordgroep milieueffectenanalyse van de Raamovereenkomst

Tijdens het AO van 18 juni jl. heb ik aangegeven dat een klankbordgroep voor de milieueffectenanalyse van de Raamovereenkomst Verpakkingen zal worden ingesteld. Ik heb aan uw Kamer toegezegd u te informeren over de deelnemers aan deze klankbordgroep. In de bijlage treft u het overzicht van de deelnemers van deze klankbordgroep, waaronder NGO’s (zie bijlage 22). Zoals eerder aangegeven heeft deze klankbordgroep geen besluitvormend karakter. Deze is bedoeld om draagvlak voor het proces te waarborgen en om te reflecteren op het proces.

3. Drankenkartons

Het beleidsprogramma Van Afval Naar Grondstof is er op gericht om verantwoord met grondstoffen om te gaan. Voor huishoudelijk afval is veel aandacht in het programma, omdat daar nog veel winst is te halen door meer materiaal te recyclen. Op 1 december jl. heb ik uw Kamer het Publiek Kader en het Uitvoeringsprogramma VANG Huishoudelijk Afval toegestuurd (Kamerstuk 30 872, nr. 184).

Daarin heb ik u geïnformeerd over de ambitie voor het gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval, namelijk van 250kg restafval naar 100kg per inwoner in 2020.

Drankenkartons verdwijnen nu nog voornamelijk in het restafval.

Om steeds meer te recyclen en ketens verder te sluiten hebben we afspraken gemaakt over de recycling van drankenkartons in het kader van de Raamovereenkomst Verpakkingen.

Tijdens het algemeen overleg van 18 juni jl. heb ik aangegeven dat er nu een vergoeding is vastgesteld door het verpakkende bedrijfsleven en dat de gemeenten per 1 januari 2015 kunnen beginnen met de inzameling van drankenkartons. Daarbij heb ik ook aangegeven dat halverwege 2016 de raamovereenkomstpartijen kijken of er voldoende ingezameld is en of de aanpak eventueel aangepast moet worden.

De VNG heeft in dit kader aangegeven een principieel bezwaar te hebben tegen de manier waarop deze vergoeding tot stand is gekomen. Om die reden hebben de raamovereenkomstpartijen aanvullende afspraken gemaakt. Door drankenkartons apart in te zamelen, besparen de gemeenten kosten, omdat deze drankenkartons niet meer met het restafval ingezameld en vervolgens verbrand hoeven te worden. Dit worden vermeden kosten genoemd. Bij het vaststellen van de vergoeding zijn deze vermeden kosten afgetrokken van de totale kosten voor de inzameling en recycling. De VNG geeft aan dit niet terecht te vinden. Zij wil deze besparing ten goede laten komen van de burger, die zijn best doet om te scheiden. Dat kan door een verlaging van de afvalstoffenheffing. Het verpakkende bedrijfsleven heeft aangegeven dat de vergoeding is vastgesteld voor de periode 2015 – 2017. Ze zijn echter bereid om al in 2015 te evalueren.

Om die reden hebben de raamovereenkomstpartijen afgesproken dat er al eerder dan in 2016, namelijk in de zomer van 2015 geëvalueerd zal worden door te kijken naar de kosten die gemeenten maken, de resultaten van de inzameling en recycling van drankenkartons op dat moment. Ook zullen andere relevante resultaten, zoals de resultaten van de onderzoeken in het kader van de vergoedingen voor kunststof verpakkingen, waar relevant hierbij betrokken worden. Mocht deze evaluatie daartoe aanleiding geven, zal hierbij ook gekeken worden naar de hoogte van de vergoeding.

Ik ben blij met deze afspraak, omdat met deze stap ook de uitgangspunten van het Publiek Kader voor huishoudelijk afval, zoals werken aan het volledig sluiten van de keten en het principe «de vervuiler betaalt», worden toegepast.

Afgesproken is dat de VNG de gemeenten zoveel mogelijk zal stimuleren en enthousiasmeren om mee te doen met de gescheiden inzameling zodat we onze ambitie van 40% gescheiden inzameling in de deelnemende gemeenten in 2015 realiseren en naar 70% gaan in 2017.

IenM zal ook hieraan bijdragen door via haar communicatiekanalen gemeenten te enthousiasmeren om zoveel mogelijk drankenkartons gescheiden in te zamelen. Deze stap zal ook bijdragen aan het realiseren van meer verwerkingscapaciteit voor sorteer- en recyclebedrijven en meer banen in Nederland.

4. Stand van zaken uitvoering motie Van der Werf «terugvloeien van opbrengsten naar verenigingen» (Kamerstuk 30 872, nr. 88)

Verenigingen, clubs en maatschappelijke organisaties kunnen bijdragen aan de inzameling van verpakkingsafval.

In het voorjaar van 2012 is een motie aangenomen door uw Kamer die de regering verzoekt om zo goed mogelijk te faciliteren dat een deel van de opbrengsten van diverse afvalstromen kan terugvloeien naar verenigingen, clubs en andere maatschappelijke organisaties die actief bijdragen aan inzameling van dit afval. Als invulling van deze motie zijn in de Raamovereenkomst Verpakkingen hier afspraken over gemaakt.

Onder meer in dit kader heeft Stichting Afvalfonds Verpakkingen (StAV) een concept ontwikkeld om invulling te geven aan deze afspraak. Hierin worden twee dingen gecombineerd: het opzetten van aanvullende acties ter voorkoming van zwerfafval en de inzameling van kunststof verpakkingen bij sportaccommodaties.

Om te beginnen, worden in overleg met de gemeenten inzamelbakken geplaatst bij sportaccommodaties.

Sporters en andere betrokkenen bij de vereniging worden gestimuleerd om kunststof verpakkingsafval (en waar van toepassing ook blik en drankenkartons) van de accommodatie en uit de directe omgeving daarvan in de inzamelbakken te gooien.

De sportaccommodatie wordt vervolgens beloond voor deze actie.

Op dit moment vinden er gesprekken plaats met de betrokken partijen: gemeenten, sportaccommodaties en de ontwikkelaars van het concept (inzamelmiddelen, communicatie, etc.). Alles is er op gericht om voor het einde van het jaar te starten met pilots in de gebieden met een stedelijk karakter. Het streven is om dit concept verder uit te rollen naar landelijke schaal.

Uitvoering motie Van Veldhoven «onafhankelijk beleggen van de milieueffectenanalyse van de Raamovereenkomst (Kamerstuk 30 872, nr. 172)

Naar aanleiding van het VAO van 4 december is een motie aangenomen die verzoekt om de milieueffectenanalyse onafhankelijk te beleggen.

Zoals al eerder aangegeven, heb ik de onderzoeksvraag voor dit onderzoek geformuleerd. Vervolgens heb ik aan het KIDV gevraagd om dit onderzoek te begeleiden.

Het KIDV (met een bestuur bestaande uit vertegenwoordigers van verpakkend bedrijfsleven, VNG en rijksoverheid) heeft de opdracht voor uitvoering van het onderzoek inmiddels belegd bij een consortium van CE Delft en TNO. Er is een volstrekt open en transparant onderzoeksproces opgesteld, waarin alle relevante partijen zijn betrokken. Er is een brede klankbordgroep die hiervoor is geformeerd, onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. Daarnaast laat het KIDV de aanpak en resultaten toetsen door een extern review team. Als laatste is het goed te noemen dat het merendeel van de kosten van dit onderzoek door IenM betaald worden. Naar mijn mening bieden deze zaken voldoende waarborg voor de onafhankelijkheid en het draagvlak van het onderzoek.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven