30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 807 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2023

Met deze brief ga ik in op de voortgang van acties uit het Nationaal plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen 2021–2025 «Opdrachtgeven met ambitie, inkopen met impact», dat mijn voorgangster begin 2021 aan uw Kamer toestuurde1. Dit doe ik mede namens de bewindspersonen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Economische Zaken en Klimaat (EZK), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Het plan kent zeven «actielijnen»: 1. bestuurlijke afspraken maken, 2. impact behalen in kansrijke sectoren, 3. maatschappelijk verantwoord opdrachtgeverschap aanjagen, 4. ondersteunen van inkopers en opdrachtgevers, 5. communiceren, 6. monitoring en 7. governance verstevigen. Per actielijn geef ik hieronder een samenvatting van de belangrijkste ontwikkelingen en acties sinds begin 2021.

1. Bestuurlijke afspraken maken

Op 24 november jl. is het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen met veel enthousiasme ondertekend door ruim 70 bestuurders die zo’n 90 organisaties van verschillende (semi)overheidsorganisaties vertegenwoordigen. Alle departementen, vier provincies, de Unie van Waterschappen, zo’n 50 gemeenten en een aantal andere partijen zijn toegetreden. En de groep groeit; sinds de ondertekening hebben zich nog meer organisaties gemeld om toe te treden. Het doel van het Manifest is het verbinden van overheden en andere partijen om gezamenlijk impact te maken door het stimuleren van ambitieus maatschappelijk verantwoord opdrachtgeven en inkopen. Jaarlijks geven Nederlandse overheden samen voor ruim € 85 miljard uit aan producten, werken en diensten. Door doelbewust hun inkoopkracht in te zetten, dragen deelnemende partijen bij aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen waar Nederland voor gesteld staat. De zes MVI-thema’s zijn: milieu en biodiversiteit, klimaat, circulair (inclusief biobased), Internationale Sociale Voorwaarden (ISV ofwel ketenverantwoordelijkheid), diversiteit en inclusie en social return. Deze zijn gekoppeld2 aan de Sustainable Development Goals. Met dit Manifest werken wij concreet toe naar realisatie van de eigen maatschappelijke ambities, naar het verkleinen van de eigen voetafdruk en het geven van het goede voorbeeld. Het Manifest benadrukt het belang van een goede borging in de organisatie en de verantwoordelijkheid van interne opdrachtgevers om te sturen. Om die reden is, ten opzichte van het vorige Manifest MVI 2016–2021, het woord «opdrachtgeven» in de titel toegevoegd.

Deelname aan het Manifest is niet meer vrijblijvend: met het ondertekenen, zeggen toetredende bestuurders toe om een actieplan op te stellen en te publiceren, hun voortgang te monitoren en hierover jaarlijks te rapporteren aan het Rijk. Hierin gaan zij in op de ambitieniveaus voor elk van de zes MVI-thema’s, de concrete acties en de middelen die zij hiertoe beschikbaar stellen. RVO/PIANOo, het Expertisecentrum Aanbesteden, zal een analyse van de rapportages op het geaggregeerde niveau van alle Manifestpartijen maken en op basis hiervan een overzicht publiceren, inclusief leerpunten die voor alle partijen interessant zijn.

Voor de bedrijfsvoering van het Rijk zelf, wordt Rijksbreed ook gerapporteerd in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk3. IenW en BuZa hebben vorig jaar als eerste departementen hun actieplan 2022–20254 opgesteld en geven daarmee tevens invulling aan de Rijksinkoopstrategie «Inkopen met impact»5. Voor het verbeteren van de toepassing van het ISV-beleid als onderdeel van deze strategie is vorig jaar door de Ministers van BZK, SZW en voor BHOS de Uitvoeringsagenda ISV6 aan de Kamer aangeboden. Hiermee zet het Rijk in op het voorkomen en aanpakken van misstanden op het gebied van arbeidsomstandigheden, mensenrechten en milieu in de toeleveringsketen.

2. Impact behalen in kansrijke sectoren

i. Nationaal

Door als overheden extra te focussen op een aantal sectoren waar veel geld in gespendeerd wordt, behalen we meer impact met MVI in de keten. Sinds 2020 zijn hiertoe met Klimaatmiddelen7 zo’n 35 Buyer Groups8 opgericht. De Buyer Groups hebben zich primair gericht op het terugdringen van CO2-uitstoot en het stimuleren van circulaire inkoop. Publieke en private opdrachtgevers uit diverse sectoren (onder meer de GWW, Bouw, Mobiliteit, ICT, Textiel en Kunststoffen) werken praktijkgericht samen aan een gedeelde marktvisie en inkoopstrategie, om deze vervolgens in de eigen aanbestedingspraktijk te implementeren. Het doel is om daarmee een helder signaal af te geven aan de markt en hen te stimuleren om duurzame, innovatieve of sociale oplossingen te ontwikkelen. Deelnemers voeren een uitgebreide marktdialoog, leren van elkaars ervaringen en trekken samen op in het ontwikkelen van specificaties en gunningscriteria.

Een mooi voorbeeld van een succesvolle Buyer Group is de Buyer Group «Circulaire Viaducten». Om de urgente vervangingsopgave van viaducten en bruggen in Nederland aan te pakken, heeft Rijkswaterstaat een Open Leeromgeving opgezet. Zestig marktpartijen, overheden en kennisinstellingen kwamen bijeen om kennis en ervaringen uit te wisselen over het circulair bouwen van viaducten en bruggen. Hieruit volgde een Small Business Innovation Research (SBIR) Circulaire Viaducten waarbij recent tweeëndertig aanbieders hun concrete ideeën aan aanbestedende diensten hebben getoond. Volgende stappen zijn een marktverkenning en -dialoog, kennisuitwisseling en de ontwikkeling van specificaties en gunningscriteria. Deze aanpak helpt aanbestedende diensten om concrete stappen te maken naar het realiseren van de ambitie van de Transitieagenda Bouw, om in 2030 alle infrastructuur circulair uit te vragen.

Nieuwe productgroepen zullen aansluiten op de prioritaire ketens uit het Nationaal Programma Circulaire Economie9. Binnen een keten speelt ook de inkoop door private partijen een belangrijke rol. Waar wenselijk, zullen zij in de toekomst zodoende ook meer deelnemen aan de Buyer Groups.

Het monitoren van de impact van de Buyer Groups is belangrijk voor het vervolg. In het Briefrapport «Potentiële duurzaamheidswinst door een nieuwe manier van maatschappelijk verantwoord inkopen»10 verkent het RIVM de verwachte klimaat- en circulariteitswinst van dertien van de Buyer Groups die in 2020 zijn gestart. Op basis van de beperkt beschikbare aanbestedingsinformatie en de verschillende manieren om winst voor circulaire economie te meten, komt het briefrapport tot een voorzichtige conclusie dat zes van de dertien Buyer Groups een equivalent aan 80.125 ton CO2 reductie zullen realiseren in de aanbestedingen die in voorbereiding zijn. Dit staat gelijk aan de jaarlijkse uitstoot van 19.000 huishoudens.

Met het oog op de voorbeeldrol van de rijksoverheid, schetst de inkoopstrategie «Inkopen met Impact»11 duurzaam, sociaal en innovatief inkopen als het nieuwe normaal en als gedeelde verantwoordelijkheid van alle ministeries. Dit is in lijn met de UN Sustainable Development Goals, het Klimaatakkoord en het Rijksbrede Nationaal Programma Circulaire Economie. Een belangrijke component hiervan is het verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering. Zo heeft EZK, met het winnen van de Procura+ Award Innovation Procurement of the Year12 vorig jaar, laten zien dat het Rijk met de rijksbrede categorie ICT Werkomgeving Rijk (IWR) de markt sterk weet uit te dagen en op het gebied van circulariteit en duurzaamheid een nieuwe standaard in het veld zet. De Provincie Zeeland was in 2021 winnaar van wederom een Procura+ Award. Met haar tweede actieplan MVI won de Provincie de inzending voor de Procurement Initiative of the Year.

ii. Internationaal

Omdat veel markten internationaal zijn, heeft het meerwaarde om gezamenlijk internationaal op te trekken. Een treffend voorbeeld hiervan is het Circular and Fair ICT Pact13 dat in juni 2021 op Nederlands initiatief is gesloten. Door het bundelen van ICT-inkoopkracht van diverse landen, wordt de internationale ICT-markt beïnvloed. Wereldwijd, draagt ICT hardware alleen al voor 2% bij aan de mondiale CO2uitstoot. In 9 landen worden inmiddels Buyer Groups van publieke en private inkopers van ICT opgezet, die gezamenlijk leren, instrumenten ontwikkelen en de markt uitdagen. De Nederlandse Buyer Group, met zo’n 15 koplopers en 100 volgers, draagt bij aan de internationale kennisuitwisseling en de dialoog met internationale marktpartijen.

Andere voorbeelden van internationale samenwerking zijn het Big Buyer Initiative14 en internationale projecten, zoals North Sea Region ProCirc15 en CityLoops voor Circulair Inkopen16. Koplopers werken hier praktijkgericht samen met als doel om van elkaar te leren en door middel van Joint Statements of Demands de internationale markten duurzamer te maken. Emissieloos bouwmaterieel is hier een voorbeeld van. Deze praktijkkennis wordt vervolgens ingebracht bij het EU Green Public Procurement programma17 en de EU Leadership Group on Circular Procurement18, het United Nations Sustainable Procurement Programme19 en initiatieven rondom de Internationale Sociale Voorwaarden richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Binnen de internationale organisaties waar we lid van zijn, pleit Nederland samen met gelijkgestemde lidstaten voor verbetering van maatschappelijk verantwoord inkopen. De Minister voor BHOS zet zich hier voor in.

3. Maatschappelijk verantwoord opdrachtgeverschap aanjagen

Goede borging in de organisatie en betrokkenheid van interne opdrachtgevers zijn onmisbare pijlers voor een succesvolle implementatie van het Manifest. PIANOo biedt online handvatten20 voor het onderwerp «van MVI naar MVOI»21 en heeft ook de handreiking van het Ambitieweb22 uitgebreid met de rol van de opdrachtgever. Het Ambitieweb helpt een organisatie bij het in kaart brengen en verankeren van duurzaamheidsambities. De provincies hebben vervolgens het initiatief genomen om een Redenatiekader te ontwikkelen voor gebruik door alle overheden. Waar het Ambitieweb helpt in prioritering tussen duurzame thema’s bij aanbestedingen, helpt dit kader in het maken van meer integrale beleidskeuzes, door het wegen van effecten van de diverse thema’s ten opzichte van elkaar. Op deze manier kan er kosteneffectiever ingekocht en aanbesteed worden en werken we naar win-win situaties toe. Zo kan een weg bijvoorbeeld klimaatadaptief, biodiversiteitsvriendelijk én circulair aangelegd worden. Verder heeft PIANOo recent onderzoek naar intern opdrachtgeverschap laten uitvoeren bij decentrale overheden23. Dit heeft tot aanbevelingen aan decentrale overheden geleid voor het intern verbinden van duurzaamheidsambities aan de praktijk van inkoop en uitvoering. Het rapport laat zien dat de betrokkenheid van en druk vanuit de (algemeen) bestuurders een randvoorwaarde is voor succes, onder andere doordat zij de realisatie van ambities actief blijven volgen.

Hiernaast biedt PIANOo diverse kennis- en verdiepingssessies voor inkoop- en duurzaamheidsfunctionarissen om hen beter in staat te stellen om de interne opdrachtgever te betrekken bij inkoopvraagstukken. Sprekers vanuit de wetenschap dragen hieraan bij en de opgehaalde bevindingen zijn online beschikbaar. Het aanpalende programma «Beter Aanbesteden»24 van EZK, VNG, VNO-NCW/MKB-Nederland is gericht op het verbeteren van de samenwerking tussen publieke opdrachtgevers enerzijds en bedrijven anderzijds. Als onderdeel hiervan zijn sessies verzorgd voor wethouders, raadsleden en andere publieke functionarissen die niet zelf inkopen, maar wel zorgen voor draagvlak en een belangrijke rol hebben in de interne opdrachtverlening.

Specifiek voor klimaatneutraal en circulair inkopen, verstrekt het Rijk sinds 2021 een subsidie aan de koepels IPO, VNG en de Unie van Waterschappen, om hun achterban op bestuurlijk niveau te stimuleren en in de uitvoering te begeleiden. Voor de provincies heeft IPO een krachtenkaart Circulaire Economie25 opgesteld waarin circulair inkopen en aanbesteden een van de ontwikkelpaden is. Momenteel loopt een verkenning naar hoe circulair inkopen een integraal onderdeel van de inkoopactiviteiten van de provincies wordt en hoe hierover te rapporteren. Kennisontwikkeling, kennisborging en de positionering van inkoop als beleidsinstrument worden daarin meegenomen. Medio dit jaar worden de eerste resultaten verwacht. De VNG ondersteunt gemeenten met de CO2-Prestatieladder26, bij het in kaart brengen van de eigen CO2-voetafdruk en het opstellen van het bijbehorende CO2-reductieplan. Ook worden gemeenten begeleid in het opstellen van het bij het Manifest behorende actieplan. De noodzaak en urgentie van het verduurzamen van de eigen gemeentelijke organisatie wordt door vele gemeenten gevoeld. Het programma biedt hen concrete handvatten om invulling te geven aan hun voorbeeldrol en versneld aan te sluiten bij de koplopers. Tot slot ondersteunt de Unie van Waterschappen de waterschappen bij de implementatie van hun strategie «Duurzaam Opdrachtgeverschap Waterschappen 2021–2030»27. Dit doet zij door middel van verbinden, kennisdelen, gezamenlijk ontwikkelen en rapporteren. Deze strategie heeft tot doel om klimaat, energie en circulariteit als belangrijk criterium in alle opdrachten van de waterschappen aan de markt te verankeren. Zo heeft de Unie de routekaarten klimaatneutraal en circulair werken in 2030, van Rijkswaterstaat en Prorail, vertaald voor de belangrijkste waterschapsassets, zoals dijken, rioolwaterzuiveringsinstallaties, gemalen, persleidingen en oeverbeschermingen. Ook delen de waterschappen kennis via een Community of Practice over de toenemende inzet van de CO2-prestatieladder in aanbestedingen en de managementsystemen. Voor de inkoop van baggerwerk en van polymeren in het zuiveringsproces is een tool ontwikkeld om circulariteit en milieu-impact in aanbestedingen mee te nemen. Tot slot, brengt de Klimaatmonitor Waterschappen ieder jaar de voortgang van de geboekte resultaten voor klimaat en duurzaamheid in beeld. Deze laat zien dat er in 2021 bij 41% van de waterschappen één of meerdere projecten liepen waarbij men inzicht heeft in de milieu-impact van de inkoop.

4. Ondersteunen van inkopers en opdrachtgevers

Via PIANOo en Rijkswaterstaat ondersteunt het Rijk bij het toepassen van maatschappelijk verantwoord opdrachtgeven en inkopen en bij het opbouwen van kennis en expertise. Professionals maken actief gebruik van het PIANOo vragenloket over het beleid, de regelgeving en de toepassing in de praktijk. Verder ondersteunt PIANOo Manifestpartijen bij het opstellen en publiceren van hun actieplannen en bijbehorende jaarlijkse rapportages. De webinars over het Manifest en het opstellen van de actieplannen trokken van mei tot november 2022 200 deelnemers.

Ondersteuning aan inkopende partijen wordt verbreed naar de sociale MVI-thema’s. Vorig jaar zijn de kansen en risico’s ten aanzien van Internationale Sociale Voorwaarden (ISV), diversiteit en inclusie en social return, in negen Buyer Groups onderzocht. Aanbestedende diensten en Buyer Groups kunnen gebruik maken van praktisch advies en coaching. Een voorbeeld hiervan is het «Ondersteuningspunt ISV» waar aanbestedende diensten ISV leren toepassen in een concrete aanbesteding en de daaropvolgende contractfase. Verder wordt ondersteuning op het gebied van ISV voortgezet in de vorm van een e-learning ISV Academy en is er een kennisnetwerk onder andere voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Ten aanzien van diversiteit en inclusie wordt kennis en expertise opgedaan in de Buyer Group «Inhuur en adviesdiensten» en via kennissessies breed gedeeld. Op basis van een marktvisie, die samen met de markt en medeoverheden is ontwikkeld, is diversiteit en inclusie in diverse Rijksbrede Inhuuraanbestedingen als criterium opgenomen. Bedrijven die een opdracht gegund krijgen, ondertekenen daarmee het Charter Diversiteit en Inclusie van de SER28 en committeren zich aan het verankeren van diversiteit in hun organisaties. Momenteel verkent OCW of deze werkwijze ook in andere inkoopcategorieën toepasbaar is. Tot slot, wordt de eerdergenoemde MVI-criteriatool de komende zes jaar in samenwerking met Vlaanderen verder doorontwikkeld en ook uitgebreid naar de sociale MVI-thema’s.

5. Communiceren

De bestaande communicatiekanalen, zoals nieuwsbrieven, de website, bijeenkomsten, netwerken, sectorgerichte media, Buyer Groups en internationale platformen, worden actief benut om inkopende partijen te bereiken over de laatste ontwikkelingen, kennisproducten en events en om hen aan elkaar te koppelen. Het netwerk bestaat voornamelijk uit inkopers, echter de focus van de communicatie breidt zich momenteel uit naar opdrachtgevers.

Naast grote MVI-evenementen, zoals het PIANOo-congres en sessies tijdens de jaarlijkse Nationale Conferentie Circulaire Economie, worden er regelmatig thematische webinars georganiseerd, bijvoorbeeld over het professionaliseren van contractmanagement. In deze sessies worden organisaties geactiveerd om met MVI verder aan de slag te gaan en beschikbare instrumenten toe te passen. Ook het Versnellingsnetwerk Circulair Inkopen (VCI), een samenwerking tussen MVO Nederland, PIANOo, NEVI en Rijkswaterstaat, organiseert regelmatig bijeenkomsten. Hierbij speelt het thema ketensamenwerking een belangrijke rol. Het nieuw gelanceerde platform www.ikwilcirculairinkopen.nl biedt inkopende partijen uitgebreide informatie en praktijkvoorbeelden over circulair inkopen, opdrachtgeverschap en contractmanagement.

Ook worden de regionale kanalen van het eerdergenoemde programma Beter Aanbesteden van EZK benut om regionale aanbestedende diensten te bereiken. Waar mogelijk, werken het programma Beter Aanbesteden en het Nationaal plan MVI in de uitvoering nauw samen, zoals bijvoorbeeld op regionale kennis- en verdiepingssessies en marktdagen.

6. Monitoren

Monitoring stelt bestuurders en opdrachtgevers in staat om actief te sturen, en conform het Manifest jaarlijks aan het Rijk te rapporteren. Dit vraagt om heldere afspraken over KPI’s gekoppeld aan de ambities. Opdat organisaties

KPI’s in hun eigen verantwoording kunnen opnemen en er eenduidigheid richting de markt ontstaat, is het noodzakelijk dat de Rijk samen met lokale partijen regie pakt om te komen tot een geharmoniseerde aanpak. In 2023 wordt het traject hiervoor verder vormgegeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de diverse instrumenten die reeds in gebruik zijn.

i. MVI Effectmonitor

Sinds 2015 monitort het RIVM voor zestien productgroepen hoe MVI in de Nederlandse publieke sector wordt ingezet en de mate waarin dat tot positieve milieu- en sociale effecten leidt29. Momenteel wordt het onderzoek voor de monitoringsperiode 2019–2020 afgerond.

ii. Spend- en Impactanalyse

Het RIVM heeft een Spend- en Impactanalyse30 gepubliceerd die inzicht geeft in de milieu-impact van de jaarlijkse 85 miljard Euro aan producten, werken en diensten ingekocht door alle Nederlandse overheden. Dit helpt de overheden om gerichte keuzes maken in het verkleinen van hun milieu-impact. CO2-uitstoot, benodigd landgebruik en gebruik van grondstoffen in productie, transport, gebruik en verwerking tot afval zijn gemeten. In 2023 volgt een actualisatie van de Spend- en Impact Analyse.

iii. Monitoring en contractuele borging

In juli 2021 is een handreiking31 gepubliceerd om aanbestedende diensten met hun MVI-monitoring en het contractueel borgen van MVI te ondersteunen. Daarnaast is er een Community of Practice «Contractmanagement in circulaire inkooptrajecten»32 opgezet. Hier wordt vanuit de praktijk bekeken hoe de ambities en effecten in inkooptrajecten, organisaties en de markt kunnen worden vormgegeven.

iv. MVI-zelfevaluatie Tool

De MVI-zelfevaluatie tool33 (MVI-ZET) maakt sinds 2018 inzichtelijk hoe aanbestedende diensten op het gebied van MVI scoren in vergelijking met de MVI-ambities van de organisatie. Vorig jaar is de MVI-ZET geactualiseerd zodat deze aansluit bij de zes MVI-thema’s uit het Nationaal plan en zowel het gebruik van de MVI-criteria als het ambitieniveau monitort. Ter ondersteuning van effectmeting heeft het RIVM onderzocht hoe de uitkomsten van bovengenoemde Spend- en Impactanalyse voor de indicatoren CO2-uitstoot, landgebruik en grondstoffenverbruik als nieuwe functionaliteit in de MVI-ZET toegepast kunnen worden. Daarmee wordt inzichtelijk gemaakt wat de verwachte voetafdruk per bestede Euro zal zijn.

7. Governance verstevigen

Om de samenwerking tussen alle overheidslagen te versterken en zo de duurzame en sociale impact van MVI te vergroten, is bij de start van het Nationaal plan MVI 2021–2025 gekozen voor een gezamenlijke governancestructuur34. Sturing vindt plaats door de 3 koepels, IPO, VNG en Unie van Waterschappen, en het Rijk.

Terugblik en vooruitblik

Bovenstaande weergave van activiteiten en initiatieven sinds de start van het Nationaal plan MVI 2021–2025, laat zien dat we continu stappen zetten en voortgang boeken in het verder maatschappelijk verantwoord maken van de overheidsinkoop. Drie belangrijke ontwikkelingen wil ik benadrukken. Ten eerste laat de ondertekening van het nieuwe Manifest zien dat er breed draagvlak en commitment is voor het inzetten van MVI om onze maatschappelijke doelen te behalen. Ten tweede kunnen we alleen impact in de markt maken door samen op te trekken en kennis en ervaring uit te wisselen. Het uitgebreide aanbod aan instrumenten is daarvoor de afgelopen periode verder ontwikkeld waarbij alle MVI-thema’s nu ook worden meegenomen. Ten derde, om goed te kunnen sturen en daad bij het woord te voegen, spreken we af om op eenduidige manier te monitoren en te rapporteren. Dit gaat om de monitoring van de voortgang op toegezegde actieplannen, maar ook het effect van het gebruik van de beschikbare instrumenten.

Samen met mijn collega-bewindspersonen zal ik mij de komende jaren blijven inzetten om door middel van ons MVI-beleid bij te dragen aan de transformatie van Nederland naar de sociale, duurzame, inclusieve en innovatieve samenleving die we nodig hebben.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstukken 30 196, nr. 746.

X Noot
3

Kamerstuk 31 490, nr. 316.

X Noot
5

Kamerstuk 30 196, nr. 679.

X Noot
6

Bijlage bij Kamerstuk 26 485, nr. 399.

X Noot
7

Bijlage bij kamerstuk 32 813, nr. 1112.

X Noot
9

Kamerstuk 32 852, nr. 225.

X Noot
11

Bijlage bij Kamerstuk 30 196, nr. 54.

Naar boven