29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 395 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2016

Op 14 juli jl. heeft de vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie verzocht om een reactie op het bericht «NCTV: Europese vluchtelingenroute veelvuldig gebruikt door IS». Met deze brief gaan wij in op dat verzoek en de daarin gestelde vragen.

Uw Kamer heeft gevraagd of duidelijkheid kan worden gegeven over «operatives» van de terroristische organisatie ISIS die mogelijk via de vluchtelingenstroom naar Nederland zijn gekomen. Uw Kamer heeft daarnaast gevraagd of de Nederlandse wijze van het screenen van asielzoekers tegen het licht zal worden gehouden en of de Kamer daarover wordt geïnformeerd.

In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland dat op 11 juli jl. aan uw Kamer werd verzonden is aangegeven dat jihadistische organisaties onder meer gebruik maken van dezelfde reisroutes als asielzoekers en dat is gebleken dat ISIS-operatives zo op heimelijke wijze naar Europa zijn gereisd. In enkele gevallen vroegen operatives asiel aan in Europese landen, waaronder mogelijk ook in Nederland1 Met de mogelijkheid dat leden van ISIS of personen die gelinkt zijn aan andere terroristische organisaties via de vluchtelingenstroom naar Nederland komen wordt al sinds de zomer van 2015 uitdrukkelijk rekening gehouden.2Vanaf dat moment heeft de vreemdelingenketen verder geïnvesteerd in het onderkennen van signalen dat een persoon mogelijk een gevaar vormt voor de nationale veiligheid. Signalen dat in Nederland verblijvende asielzoekers mogelijk gerelateerd zijn aan een terroristische organisatie worden onderzocht.

Het asielproces start met de identificatie en registratie door de politie of door de Koninklijke Marechaussee (Kmar), vervolgens vindt de screening door de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND), met als onderdeel het aanmeldgehoor, plaats en daarna volgt de verdere behandeling van de asielaanvraag.3 De screening op nationale veiligheid richt zich op het onderkennen van signalen die mogelijk kunnen wijzen op jihadisme of radicalisering of die op andere wijze aan de nationale veiligheid kunnen raken.

Er wordt voortdurend gewerkt aan verdere professionalisering van de vreemdelingenketen, onder andere door het opleiden van de medewerkers die de screening uitvoeren, door het vergroten van het veiligheidsbewustzijn van medewerkers in de keten. Mede naar aanleiding van aanbevelingen van de Inspectie Veiligheid en Justitie (Inspectie) in haar rapport »de tijdelijke (opvang) voorziening voor asielzoekers onder de loep» heeft de politie een plan van aanpak opgesteld ter verdere verbetering van de kwaliteit van de identificatie en registratie door de politie in het asielproces.4 Vanwege het belang van zowel een goede identificatie en registratie als een goed werkende vreemdelingenketen als geheel, hebben wij de Inspectie gevraagd om het onderzoek naar de kwaliteit van de identificatie en registratie van asielzoekers door politie te herhalen. De resultaten hiervan worden aan de Kamer verzonden.5

Daarnaast is het WODC gevraagd onderzoek te doen naar de kwaliteit van de signalering van betrokkenheid bij radicalisering, jihadisme en van ronselpraktijken in de vreemdelingenketen.6 Over de resultaten van het onderzoek wordt u op de gebruikelijke wijze geïnformeerd. Er wordt, kortom, al geruime tijd geïnvesteerd in de gehele vreemdelingenketen om eventuele signalen van bijvoorbeeld potentiële radicalisering, ronselen of jihadistische intenties te onderkennen.

Uw Kamer heeft vervolgens zorgen geuit over de kwaliteit van screening in andere Schengenlanden en gevraagd hoe Nederland omgaat met de screening in andere Schengenlanden en het vrij verkeer van personen binnen de Schengenzone.

Er is sprake van intensieve Europese samenwerking op terreinen als informatie-uitwisseling en detectie, bijvoorbeeld via het Schengen Informatiesysteem (SIS), maar ook in Frontex-, EASO- en Europol-verband. Dat bepaalde verbeteringen noodzakelijk zijn is in de afgelopen maanden door het kabinet benadrukt. Verschillende acties zijn in werking gezet. Recentelijk is uw Kamer op de hoogte gesteld van de routekaart voor het verbeteren van informatie-uitwisseling op het gebied van rechtshandhaving, terrorismebestrijding, grensmanagement en migratie(criminaliteit). Alle lidstaten en de Europese instellingen zijn tijdens de JBZ-raad van juni 2016 akkoord gegaan met de Routekaart, waar onder meer interoperabiliteitsoplossingen in staan.7 De routekaart bevat concrete acties ter verbetering van de kwaliteit en bruikbaarheid van gegevens en Europese en internationale systemen van, onder andere, politiediensten, Openbaar Ministeries en diensten belast met grenscontrole.8 In de routekaart wordt ook ingezet op een harmonisering van de wijze waarop de veiligheidsscreening van illegale migranten in de hotspots plaatsvindt en specifiek hoe de relevante databases hiervoor worden gebruikt.

De inzet van Nederland is erop gericht het vrij verkeer van personen te blijven garanderen. Dit moet gepaard gaan met effectieve screening in lidstaten langs de lijnen zoals die hierboven zijn beschreven. Lidstaten die onder druk staan van illegale migratiestromen krijgen ondersteuning van Frontex bij hun grensbeheer. Nederland draagt hier aan bij door bijvoorbeeld de inzet van de zogenoemde Border Security Teams (BST) die in Griekenland (op de eilanden Lesbos en Chios) de autoriteiten ondersteunen in het identificeren en registreren van migranten.

Uw Kamer heeft gevraagd of de «basisregistratie» ertoe heeft geleid dat vervalste paspoorten gemist zijn, of getoetst is of de identiteitspapieren authentiek waren en of daartoe voldoende deskundigheid aanwezig was. Uw Kamer heeft daarnaast gevraagd of er reden is om alsnog extra onderzoek te doen naar bijvoorbeeld bagage of gegevensdragers.

Asielzoekers die in Nederland aankomen melden zich in Ter Apel of op Schiphol. In de startregistratie worden persoonsgegevens, het land van herkomst en een pasfoto van de vreemdeling vastgelegd in een planningssysteem.9 Dit gebeurt ten behoeve van de logistieke planning van het asielproces en het regelen van de opvang. Hierna identificeert en registreert de politie of de Kmar de asielzoekers op een identificatie- en registratielocatie.10

Zoals in 2015 aan uw Kamer werd gemeld, was er door de hoge asielinstroom een tijdelijke achterstand ontstaan bij de identificatie en registratie door de politie.11 Deze achterstand is weggewerkt. In die inhaalslag hebben politie en Kmar alle reis- en identiteitsdocumenten onderzocht. Onderzoek naar valse en vervalste documenten en look-a-like fraude maakte daar deel van uit. Hiervoor was voldoende deskundigheid aanwezig.

Zoals uw Kamer is bericht in de brieven van 18 mei en 6 juli jl.12 heeft de politie de asielzoekers die in 2015 en begin 2016 instroomden algemeen en ook nog gericht gecontroleerd op mogelijke gevaren voor de nationale veiligheid. Hier zijn geen bijzonderheden uit naar voren gekomen. Er is dan ook geen aanleiding om extra onderzoek te doen naar bagage of gegevensdragers.

Uw Kamer heeft gevraagd of het mogelijk is dat meer dan de 40 bevestigde terugkeerders in Nederland verblijven, bijvoorbeeld met een vervalst paspoort.

De cijfers over uitreizigers en terugkeerders zien op personen van wie is vastgesteld dat ze daadwerkelijk zijn uitgereisd naar, of teruggekeerd uit, jihadistisch strijdgebied.13 Gevallen waarvan niet met zekerheid is vastgesteld dat er sprake is van uitreis of terugkeer worden niet meegenomen in dit overzicht. Het is niet uit te sluiten dat niet onderkende terugkeerders zich in Nederland bevinden.

Tot slot heeft uw Kamer gevraagd of de betrokken overheidsorganisaties op voldoende sterkte zijn voor het verrichten van hun werkzaamheden en om leden van ISIS die mogelijk via de vluchtelingenstroom zijn ingereisd alsnog op te sporen.

De Nederlandse overheid is alert op de risico’s en asielzoekers worden door betrokken organisaties gescreend. Toch kan misbruik van de Nederlandse asielprocedure, door wie dan ook, nooit volledig worden uitgesloten. Er wordt gelet op signalen van misbruik van de asielprocedure tijdens de contactmomenten die de vreemdeling heeft gedurende het identificatie- en registratieproces van de politie of Kmar, of later in het proces in het contact met het COA en de IND. Zoals in deze brief is aangegeven zijn betrokken diensten tijdens het asielproces alert op deze signalen.14

Wij kunnen u berichten dat de betrokken diensten, daar waar nodig met ondersteuning van andere overheidsorganisaties, momenteel voldoende op sterkte zijn voor het verrichten van hun werkzaamheden. In de komende periode worden mogelijkheden onderzocht om processen efficiënter in te richten met toepassing van technologische middelen en intensivering van samenwerkingsverbanden met andere overheidsdiensten. Hierbij wordt zowel kwalitatief als kwantitatief bezien wat nodig is om deze taken effectief te blijven uitvoeren en gezamenlijk voorbereid te zijn in geval van een onverhoopt hogere instroom.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 42, 11 juli 2016, Kamerstuk 29 754 nr. 390.

X Noot
2

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 39, 29 juni 2015, Kamerstuk 29 754, nr. 313.

X Noot
3

9 december 2015, 19 637 nr. 2111.

X Noot
4

11 november 2015, Kamerstuk 19 637, nr. 2077.

X Noot
5

18 mei 2016, Kamerstuk 19 637 nr. 2187.

X Noot
6

Beleidsimplicaties bij het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 40, 9 november 2015, Kamerstuk 29 754, nr. 325.

X Noot
7

Raad van de Europese Unie, Nota van het voorzitterschap, 7 juni 2016, 9368/1/16 REV 1.

X Noot
8

18 mei 2016, Kamerstuk 19 637 nr. 2187 en 6 juli 2016, Kamerstuk 19 637 nr. 2218.

X Noot
9

6 oktober 2015, Kamerstuk 19 637 nr. 2067.

X Noot
10

6 oktober 2015, Kamerstuk 19 637 nr. 2067 en 11 november 2015, Kamerstuk 19 637 nr. 2077.

X Noot
11

6 oktober 2015, Kamerstuk 19 637 nr. 2067; 11 november 2015 Kamerstuk 19 637 nr. 2077 en 17 november 2015, Kamerstuk 29 754 nr. 327.

X Noot
12

18 mei 2016, Kamerstuk 19 637 nr. 2187 en 6 juli 2016, Kamerstuk 19 637 nr. 2218.

X Noot
13

De volgende definities zijn hier van belang:

Uitreiziger – Een persoon die het eigen land verlaat om zich aan te sluiten bij een jihadistische groepering in een jihadistisch strijdgebied.

Terugkeerder – Een uitreiziger die na verblijf bij een jihadistische groepering of in een jihadistisch strijdgebied terugkeert naar het land dat hij of zij voor de uitreis verlaten heeft of een ander land dat niet is aan te merken als jihadistisch strijdgebied.

Operative – Een door een terroristische organisatie aangestuurde aanslagpleger, handlanger, ondersteuner of faciliteerder.

X Noot
14

18 mei 2016, Kamerstuk 19 637 nr. 2187 en 6 juli 2016, Kamerstuk 19 637 nr. 2218.

Naar boven