29 664 Binnenvisserij

Nr. 121 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2014

In het Algemeen Overleg Visserij van 4 juni jl. is met uw Kamer gesproken over de situatie op het IJsselmeer in het licht van mijn brief van 3 juni jl. (Kamerstuk 29 664, nr. 118) met het voorstel om voor komend jaar te komen tot een reductie van de visserijdruk (40%) voor een jaar. In het debat heeft een aantal Kamerfracties mij gevraagd of ik bereid zou zijn om op basis van eerdere voorstellen met een verdergaande reductie alsnog te proberen overeenstemming te bereiken. Ik heb dit bevestigd in mijn brief van 13 juni jl. (Kamerstuk 29 664, nr. 120) met daarbij aangegeven dat ik op korte termijn een bestuurlijk overleg zou arrangeren om alsnog overeenstemming te bereiken over het pakket maatregelen dat ik voor de visserij op schubvis dien te nemen.

Het bestuurlijk overleg heeft op 26 juni jl. plaatsgevonden. In dit overleg met de betrokken partijen (visserijsector, natuurorganisaties en provincies) heb ik geconstateerd dat er in beginsel draagvlak bestaat voor de variant die uitgaat van een reductie van 85%, maar dat dit afhangt van de verdere uitwerking.

Kern van de aanpak is een reductie van 85% op de schubvistuigen voor de periode 1 juli 2014 – 1 juni 2015 inclusief voor bepaalde vistuigen een verbod, dan wel verkorting van de toegestane periode, geflankeerd met een financiële tegemoetkoming via een Transitiefonds van € 340.000,- voor het komende visseizoen. Ik verwijs naar de bijlage voor de specifieke maatregelen.

In het bestuurlijk overleg zijn daarnaast expliciet afspraken gemaakt over de verdere uitwerking van het pakket. Dat betreft de volgende afspraken:

  • De provincies, die bevoegd gezag zijn voor de benodigde Natuurbeschermingswetvergunning, zullen langs een versneld traject deze vergunningen verstrekken op basis van het overeengekomen maatregelenpakket (zie bijlage).

  • Alle partijen hechten aan een adequate controle en handhaving. Zij hebben toegezegd hieraan bij te dragen en verantwoordelijkheid te nemen. Het Ministerie van Economische Zaken neemt het voortouw om op korte termijn te komen tot concrete afspraken over de controle- en handhavingsstrategie en uitvoering.

  • Het Ministerie van Economische Zaken neemt, met betrokkenheid van alle partijen, de verdere uitwerking van het nieuwe stelsel voor visserijbeheer van schubvis in het IJsselmeer ter hand. Dit nieuwe stelsel zal moeten ingaan per 1 juni 2015.

  • De provincies werken in overleg met partijen de verdere inrichting van het «Transitiefonds» uit. Een belangrijk onderdeel op de korte termijn is de invulling van de tegemoetkoming aan de vissers in het overbruggingsjaar. Dit gebeurt in nauw overleg met de Producenten Organisatie IJsselmeer (PO).

  • De PO neemt het voortouw voor een goede monitoring en registratie van de vangsten en de visserij-inspanning. Het ministerie draagt zorg voor de bestandsmonitoring en wetenschappelijke adviezen (IMARES).

  • Zelf zal ik komend jaar het Bestuurlijk Overleg voorzitten. Dit zal periodiek worden gehouden om de voortgang te borgen.

Ik zal de vissers de vergunningen waarin de concretisering van de maatregelen is uitgewerkt toezenden opdat zij met het oog op de ingangsdatum van 1 juli kunnen beschikken over een geldige vergunning op basis van de Visserijwet.

Vogelbescherming (mede namens Stichting Het Blauwe Hart) laat het definitieve oordeel afhangen van de verdere uitwerking van het controle- en handhavingsplan en de tegemoetkoming aan vissers voor het overbruggingsjaar. Zoals hiervoor aangegeven wordt deze uitwerking op heel korte termijn ter hand genomen.

Ik realiseer me dat, ondanks de financiële tegemoetkoming in het overbruggingsjaar, de maatregelen voor de visserijsector een ingrijpende opgave zal zijn. Ik vertrouw erop dat partijen via de nu ingeslagen weg in gezamenlijkheid oplossingen willen nastreven en een toekomstbestendige visserij op het IJsselmeer mogelijk moet zijn.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Bijlage: Maatregelen per soort.

Snoekbaars

   

Reductie Staand Want

a

85%

     

Baars

   

Reductie Staand Want

a

85%

     

Blankvoorn

   

Grote fuik gesloten tijd

b

verbod

Zegenvisserij havens

c

verbod

Zegen open water

d,e

1 week

     

Brasem

   

Reductie Staand Want

a

85%

Zegenvisserij havens

c

verbod

Zegen open water

d, e

1 week

  • a) Reductie van het toegestane aantal netten van het type staand want met het opgenomen percentage. Het totaal in eigendom zijnde (100%) en toegestaan aantal dat in gebruik mag zijn (15%) is op de vergunning aangegeven.

  • b) Een verbod op deze aangepaste grote fuik is opgenomen, conform de «basisvariant» uit het advies van IMARES.

  • c) Verbod op de (winter-)visserij met zegennetten in de havenkommen.

  • d) De toegestane periode is gereduceerd tot 1 week, tijdstip nader te bepalen, conform de «basisvariant» uit het advies van IMARES.

  • e) Tevens «reparatie» van een hiaat in de regelgeving waarbij het aan elkaar knopen van zegennetten verboden zal worden. Deze methode lijkt onbedoeld in zwang gekomen te zijn.

Naar boven