Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2012
Bij brief d.d. 8 november heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en
Sport mij verzocht de stand van zaken toe te lichten rond de landelijke elektronische
uitwisseling van medische gegevens via de zorginfrastructuur (voorheen het landelijk
elektronisch patiëntendossier (EPD)). Daarbij is verzocht met name in te gaan op de
wettelijke verankering, de privacy van de patiënt en de naar verluidt weigerachtige
houding van huisartsen om te participeren.
Net als uw Kamer vind ik het van groot belang dat het uitwisselen van gegevens in
de zorg op een veilige manier gebeurt waarbij de privacy van de burger wordt gerespecteerd.
Op basis van de huidige wet- en regelgeving (Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)
en Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) gelden er al regels die
een veilige uitwisseling van (medische) patiëntgegevens tussen zorgverleners moeten
waarborgen. Daarnaast merk ik op dat College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) bij
de beoordeling van de plannen rond de doorstart van de zorginfrastructuur geen aanleiding
zag tot opmerkingen.
Het wetsvoorstel houdende wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik
burgerservicenummer in de zorg de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet
(cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens) dat ik in voorbereiding
heb, is een aanvulling op de bestaande regels.
Het wetsvoorstel regelt:
-
• De mogelijkheid voor de patiënt om elektronische inzage in en een elektronisch afschrift
van het dossier te eisen;
-
• De plicht van de zorgverlener om toestemming aan de patiënt te vragen voordat medische
gegevens opvraagbaar worden gemaakt ten behoeve van elektronische uitwisseling (opt-in)
en het vragen van toestemming voor het elektronisch opvragen van gegevens;
-
• Het recht van de cliënt om (een) bepaalde (categorie van) hulpverleners op voorhand
uit te sluiten van de gegevensuitwisseling;
-
• Een verbod voor zorgverzekeraars om elektronische uitwisselingssystemen voor zorgaanbieders
te raadplegen en aanzienlijk hogere straffen als ze dat wel doen;
-
• Het stellen van specifieke functionele, technische en organisatorische eisen aan elektronische
gegevensuitwisseling in zijn algemeenheid.
Het wetsvoorstel is door het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) van advies
voorzien. Ook heb ik recent het advies van de Raad van State (RvS) ontvangen. Zo spoedig
mogelijk na de verwerking van het advies van de RvS zal ik u het wetsvoorstel toezenden.
Dit is naar verwachting nog voor het kerstreces.
Op 26 oktober hebben de bij de doorstart van de zorginfrastructuur betrokken partijen,
waaronder de koepels van huisartsen en huisartsenposten, overeenstemming bereikt over
het gebruik van de landelijke zorginfrastructuur van 2013 tot 2016. De huisartsen
hebben hieraan van harte meegewerkt. Mij hebben dan ook geen signalen bereikt van
een weigerachtige houding van huisartsen om te participeren aan de gegevensuitwisseling
via de zorginfrastructuur.
De door de partijen gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een convenant dat is ondertekend
door: Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie
(NPCF), de koepels van huisartsen, huisartsenposten en apothekers (Landelijke Huisartsen
Vereniging (LHV), Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie
(KNMP), Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN) en de Nederlandse Vereniging van
Ziekenhuizen (NVZ)) organisaties van apotheekeigenaren (de Nederlandse Apothekers
Coöperatie (NAPCO), de Associatie van Ketenapotheken (ASKA), Verenigde Kring-apothekers
Nederland (VKAN)), stichting OZIS (een samenwerkingsverband van leveranciers van informatiesystemen)
en diverse ICT-leveranciers, Nictiz (het landelijke expertisecentrum dat ontwikkeling
van ICT in de zorg faciliteert) en de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie
(VZVZ).
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers