19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1954 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2015

Bij brief van 30 januari jongstleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over de overdracht van medische informatie in de vreemdelingenketen1. Deze zullen wij met elkaar bespreken in een nog te plannen algemeen overleg vreemdelingen- en asielbeleid. Een ander medisch gerelateerd onderwerp is het oneigenlijk gebruik van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). In het algemeen overleg van 2 juli 2014 (Kamerstuk 19 637, nr. 1901) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over maatregelen om dit oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Met deze brief kom ik aan uw verzoek tegemoet.

Last Minute Aanvragen

Vreemdelingen dienen soms vlak voor de uitzetting een asielaanvraag of een aanvraag op grond van artikel 64 Vw in. Deze zogeheten Last Minute Aanvragen (LMA) worden vaak gedaan met het enkele doel het uitzetproces te frustreren. Binnen de kaders die de regelgeving stelt, worden alle mogelijke maatregelen ingezet om het annuleren van vluchten zoveel mogelijk te voorkomen.

Al sinds 2009 bestaan er tussen de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) werkafspraken over het snel afhandelen van asielaanvragen die vlak voor het geplande vertrek worden ingediend. Deze afspraken zijn in de loop der tijd uitgebreid met afspraken over het snel afhandelen van reguliere aanvragen (inclusief artikel 64 Vw) en ze zijn steeds verder aangescherpt. Sinds januari 2014 heeft een speciaal team van de IND een kantoor op Schiphol om LMA snel te kunnen beoordelen.

Door verbeterde samenwerking op Schiphol tussen de DT&V, de IND en de Koninklijke Marechaussee worden LMA sneller afgedaan. Het resultaat is dat minder vluchten hoeven te worden geannuleerd. Dit bevestigt het beeld dat in de beleidsreactie van 13 juni 2014 op het jaarverslag van het CITT aan uw Kamer is gemeld2.

Fit to fly-keuring

Het komt ook voor dat er vlak voor vertrek medische omstandigheden blijken te zijn zonder dat de vreemdeling een asielaanvraag of een aanvraag op grond van artikel 64 Vw doet. De DT&V kan in dat geval een zogeheten fit to fly-keuring laten uitvoeren. Een onafhankelijke arts bekijkt dan ter plekke of de vreemdeling in staat is te reizen. Als dat zo is, kan de vlucht als gepland doorgaan.

Wanneer de arts na het onderzoek geen fit-to-fly verklaring verstrekt, dan betekent dit dat de vreemdeling medisch gezien niet in staat is om te reizen. De geplande vlucht wordt dan uitgesteld. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan de DT&V een medisch advies aan het Bureau Medische Advisering vragen. Op grond daarvan kan de IND bepalen of uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw aan de orde is.

Opvragen medisch advies voor meerdere gezinsleden

In de praktijk komt het verder voor dat binnen één gezin meerdere leden achtereenvolgens een beroep doen op artikel 64 Vw. Dat kan volkomen terecht zijn. Het kan ook zijn dat dit gebeurt met het doel de uitzetting te frustreren. In gevallen waarin één gezinslid een beroep doet op artikel 64 Vw wordt in voorkomende gevallen ook voor andere gezinsleden met een medisch dossier tegelijkertijd een medisch advies bij het Bureau Medische Advisering opgevraagd. Op grond daarvan kan de IND beoordelen of uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw voor een of meerdere gezinsleden aan de orde is.

Verzoek om voorlopige voorziening

In de regel mag een vreemdeling de behandeling van een eerste, tijdig ingediend verzoek om een voorlopige voorziening in Nederland afwachten. Dat mag niet indien er sprake is van een poging van de vreemdeling om de uitzetting te frustreren. Dit is neergelegd in de Vreemdelingencirculaire 2000. Tussen de IND en de DT&V zijn over de uitvoering daarvan nadere afspraken gemaakt. Wanneer de DT&V beschikt over concrete aanwijzingen dat een vreemdeling de uitzetting mogelijk zal frustreren, kan dit worden gemeld aan de IND. Indien de IND van oordeel is dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet in Nederland mag worden afgewacht, krijgt de vreemdeling of zijn gemachtigde hiervan direct schriftelijk of mondeling bericht. De vreemdeling kan dan worden uitgezet zonder dat hij de uitkomst van zijn verzoek mag afwachten.

Beleidsevaluatie

Tot slot wil ik u informeren over een interne beleidsevaluatie van het toelatingskader op medische gronden. Deze ziet op alle gronden voor verblijf om medische redenen, waaronder artikel 64 Vw. De evaluatie wordt uitgevoerd door het departement in samenwerking met de kleine vreemdelingenketen. Uiteraard ben ik bereid om relevante uitkomsten van de beleidsevaluatie met uw Kamer te delen. Dat zal na het zomerreces van 2015 mogelijk zijn.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Brief van 30 januari 2015, Kamerstuk 19 637, nr. 1947.

X Noot
2

Kamerstuk 29 344, nr. 121.

Naar boven