Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2010
Hierbij bieden wij u het Inspectierapport «De tenuitvoerlegging van de vreemdelingenbewaring – Drie detentiecentra doorgelicht»
van de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) aan.1
De ISt heeft eind 2009 en in de eerste helft van 2010 het detentiecentrum Zeist en de locaties Zaandam en Oude Meer van het
detentiecentrum Noord-Holland doorgelicht. Deze rapporten zijn door de toenmalige minister van Justitie met een beleidsreactie
aan uw Kamer verzonden. In het thans verschenen rapport vat de ISt haar algemene conclusies samen over het functioneren van
deze drie detentiecentra.
Inleiding
De ISt geeft aan dat ten opzichte van enkele jaren geleden de omstandigheden in vreemdelingenbewaring in verschillende opzichten
verbeterd zijn.
Wel is opvallend dat de ISt een verdergaande interpretatie lijkt te hebben van de toezegging van de toenmalige Staatssecretaris
van Justitie om het bestuursrechtelijke karakter van vreemdelingenbewaring meer tot uitdrukking te brengen. 2 De invulling van deze toezegging heeft gestalte gekregen in de brief van 29 juni 20103 van de toenmalige Minister van Justitie waarin wordt ingegaan op de uitkomsten van een heroriëntatie op dit gebied. De maatregelen,
die in bovenstaande brief worden genoemd, hebben als doel het bestuursrechtelijke karakter van de vreemdelingenbewaring meer
te benadrukken en te voorkomen dat de bewaring onnodig wordt ervaren als strafrechtelijke maatregel, hetgeen het uitdrukkelijk
niet is. Het primaire doel van vreemdelingenbewaring is immers het vertrek uit Nederland.
Aanbevelingen
Een aantal aanbevelingen dat door de ISt aan de Dienst Justitiële Inrichtingen is gericht, is de facto reeds meegenomen in
het kader van de heroriëntatie.
Het gaat onder meer om de uitbreiding van het activiteitenprogramma met tenminste vier uur per week extra inhoudelijke activiteiten.
Uitgangspunten bij het aanbieden van de extra activiteiten zijn een zinvolle dagbesteding en het stimuleren en activeren van
de ingesloten vreemdelingen. Om de continuïteit en flexibiliteit te waarborgen is in drie van de vijf centra reeds een multifunctioneel
activiteitenteam ingezet. Dit team is verantwoordelijk voor het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van sport- en spelactiviteiten,
ontspanningsactiviteiten en creatieve en sociaal culturele activiteiten voor ingesloten vreemdelingen. De overige twee centra
zullen dit op korte termijn ook realiseren.
Voorts is in alle detentiecentra waar vreemdelingen op basis van artikel 59 Vreemdelingenwet 2000 in bewaring zijn gesteld
een Juridisch Loket ingevoerd, waar vreemdelingen wekelijks tijdens het spreekuur terecht kunnen met hun juridische vragen.
Wij nemen de aanbeveling van de ISt over om op landelijk niveau met het Juridisch Loket in overleg te treden teneinde de positie
van het loket in de detentiecentra beter te profileren.
De ISt beveelt de Dienst Justitiële Inrichtingen aan om de bibliotheekvoorziening te professionaliseren en in dat verband
eisen te stellen aan de minimaal noodzakelijke aanwezige collectie, deze aanbeveling nemen wij niet over.
Een aantal aanbevelingen aan de Dienst Justitiële Inrichtingenwordt gedeeltelijk overgenomen. Zo wordt mede naar aanleiding
van de aanbeveling om aansturing van de detentietoezichthouders te stroomlijnen en de leiding van de centra integraal (eind)verantwoordelijk
te maken voor het personeelsmanagement is besloten dat de detentietoezichthouders van de Dienst Justitiële Inrichtingen met
ingang van 1 januari 2011 onder de integrale verantwoordelijkheid van de vestigingsdirecteur vallen. Om flexibel te kunnen
inspelen op schommelingen in de vraag naar detentiecapaciteit zal overigens gewerkt blijven worden met extern personeel.
De ISt acht het van belang dat geregeld wordt dat na tussentijds transport Vreemdelingen uitsluitend worden gefouilleerd en
niet gevisiteerd. De aanbeveling van de ISt om dit uitgangspunt in een landelijke richtlijn vast te leggen, nemen wij in die
zin over dat in deze richtlijn situaties zullen worden omschreven waarin uitsluitend gefouilleerd wordt. Dit laat echter onverlet
dat de veiligheidvoorop staat en om die reden de directeur van het detentiecentrum de bevoegdheid houdt om visitatie toe te
passen indien daar aanleiding toe is.
Ook beveelt de ISt de Dienst Justitiële Inrichtingen aan om landelijke afspraken te maken over de uitzonderlijke gevallen
waarin aan vreemdelingen om humanitaire redenen incidenteel begeleid en beveiligd verlof kan worden verleend. Op dit moment
vindt een herijking van het verlofbeleid plaats. In dit kader zal de aanbeveling van de ISt worden bezien.
Alle overige in het rapport «De tenuitvoerlegging van de vreemdelingenbewaring» genoemde aanbevelingen, nemen wij over.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven
De minister voor Immigratie en Asiel,
G. B. M. Leers