Vragen van het lid Lucassen (PVV) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Topman Vestia bouwt villa op Bonaire tussen BN'ers» (ingezonden 10 februari 2012).

Antwoord minister Spies (Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 2 maart 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de inhoud van het bericht «Topman Vestia bouwt villa op Bonaire tussen BN'ers»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het bericht dat de voormalig directeur van woningcorporatie Vestia voor zichzelf een kolossale miljoenenvilla op Bonaire laat bouwen?

Antwoord 2

Mij is bekend dat de voormalig bestuurder van woningcorporatie Vestia op dit moment op Bonaire inderdaad een woning voor zichzelf laat bouwen. Van de omvang en de kosten die met deze bouw zijn gemoeid ben ik echter niet op de hoogte.

Vraag 3

Is het waar dat deze oud-beheerder van sociale huurwoningen jarenlang bijna een half miljoen euro aan salaris opstreek?

Antwoord 3

Aan de hand van de gegevens die uw Kamer jaarlijks worden toegezonden is bekend, dat de voormalig bestuurder van Vestia in 2006 een totale bezoldiging ontving van € 447 000, waarvan € 356 000 aan beloning en € 91 000 als bijdrage aan diens pensioen.

In 2007 betrof het een totale bezoldiging van € 463 000, waarvan € 335 000 aan beloning en € 99 000 voor pensioen. Dat jaar was ook sprake van een bonusbetaling van € 29 000.

In 2008 was de totale bezoldiging € 487 000 met respectievelijk € 372 000 en € 115 000 voor beloning en pensioen.

Over 2009 bedroeg het totaal € 497 000 aan bezoldiging, waarvan € 379 000 als beloning en € 118 000 als pensioenbijdrage.

Tot slot bedroeg het volgens de jaarverslaglegging over 2010 (over 2011 zijn nog geen gegevens bekend) een totale bezoldiging van € 500 000, waarvan € 355 000 als beloning, € 117 000 voor pensioen, alsmede een bonusbetaling van € 28 000.

Vraag 4

Kunt u ingaan op de financiële regelingen rond zijn vertrek? Krijgt de voormalig directeur een gouden handdruk, pensioenbetalingen of andere bonussen mee bij zijn vertrek? Zo ja, om welke bedragen gaat het?

Antwoord 4

Ten behoeve van de beantwoording van deze vragen is informatie opgevraagd bij Vestia. Vestia heeft mij het volgende gemeld: «De bestaande afspraken tussen de Raad van Commissarissen van Vestia en de bestuurder omtrent zijn dienstverband zijn vertrouwelijk. Wel ben ik door de raad van commissarissen geïnformeerd dat er geen vertrekregeling is overeengekomen. Door de wijze van vertrek kan de bestuurder geen aanspraak maken op een in zijn arbeidsovereenkomst opgenomen vertrekregeling. Conform bestaande afspraken is bij het einde van zijn dienstverband een eerder in depot gereserveerd bedrag van EUR 3 528 000 vrijgevallen dat ziet op de afkoop van diverse eerdere aanspraken en ter dekking van het oorspronkelijke recht van de bestuurder op een eindloonregeling in het kader van zijn pensioen.»

Ik vind de hoogte van de beloning van de voormalig bestuurder zoals die blijkt uit het bij vraag 3 geschetste beeld, alsmede de omvang van de overige afspraken die uit bovenstaande informatie van Vestia blijkt, ongepast voor een woningcorporatie, ook gelet op de timing. Eerder was de hoge bezoldiging aanleiding voor een van mijn ambtsvoorgangers de Raad van Commissarissen daarover om verantwoording te vragen. Dit heeft destijds niet geleid tot een neerwaartse bijstelling van de bezoldiging, maar wel tot de toezegging van de Raad dat de rechtsopvolger van de voormalig bestuurder zal worden beloond volgens de beloningscode van de sector, dan wel volgens de dan geldende wettelijke normering. Ik zal de Raad aan deze toezegging houden. Vestia heeft mij toegezegd de (totstandkoming van de) hiervoor gememoreerde (pensioen)afspraken mee te zullen nemen bij het forensisch onderzoekwaartoe zij heeft besloten.

Vraag 5 en 6

Deelt u mening dat de voormalig directeur van Vestia bij gebleken nalatigheid ook aansprakelijk moet worden gesteld voor de schade?

Bent u bereid te onderzoeken of er in dergelijk geval ook beslag kan worden gelegd op zijn kapitale Caribische villa? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5 en 6

Zoals ik in mijn antwoord van 20 januari jl. op vragen van de heer Lucassen met betrekking tot onder meer de aansprakelijkheid bij woningcorporaties (kenmerk 2011Z27559 2 ook al opmerkte, is het mijn inzet dat schade die aan de volkshuisvesting is berokkend, waar mogelijk wordt verhaald op degenen die dat ernstig valt te verwijten. Dat zal in het onderhavige geval – indien verwijtbaarheid is vastgesteld – niet anders zijn. Ik ben daarbij geen partij. Betrokken corporaties, in dit geval Vestia, moeten zelf (laten) onderzoeken of de geleden schade verhaald kan worden op de daarvoor verantwoordelijke partijen binnen of buiten de corporatie, hetzij via civielrechtelijke dan wel via strafrechtelijke weg. Een dergelijk traject kan eventueel gepaard gaan met het beslag leggen op eigendommen.


X Noot
1

Elsevier.nl, 08 februari 2012.

X Noot
2

Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1250.

Naar boven