Besluit van 23 mei 2022, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A, D en E, van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Drinkwaterwet (wijziging van het tijdvak van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en van het aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven en verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) (Stb. 398) en van het Besluit van 13 april 2022 tot wijziging van het Drinkwaterbesluit (verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) (Stb. 158)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 18 mei 2022, nr. IENW/BSK-2022/92731, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel II van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Drinkwaterwet (wijziging van het tijdvak van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en van het aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven en verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) (Stb. 398) en artikel II van het Besluit van 13 april 2022 tot wijziging van het Drinkwaterbesluit (verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) (Stb. 158);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. Artikel I, onderdelen A, D en E, van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Drinkwaterwet (wijziging van het tijdvak van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en van het aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven en verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) (Stb. 398) treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.

  • 2. Het Besluit van 13 april 2022 tot wijziging van het Drinkwaterbesluit (verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) (Stb. 158) treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 mei 2022

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Uitgegeven de tiende juni 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Het voorliggend koninklijk besluit regelt de inwerkingtreding met ingang van 1 juli 2022 van:

  • artikel I, onderdelen A, D en E, van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Drinkwaterwet (wijziging van het tijdvak van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en van het aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven en verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) (Stb. 398);

  • het Besluit van 13 april 2022 tot wijziging van het Drinkwaterbesluit (verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) (Stb. 158).

De genoemde wijzigingen van Drinkwaterwet en Drinkwaterbesluit leiden tot verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters voor drinkwater en water dat wordt ingenomen voor de productie van drinkwater. Reden voor de verduidelijking zijn de eerdere uitvoeringsproblemen bij overschrijding van signaleringsparameters. Anders dan de specifieke en gezondheidskundig onderbouwde kwaliteitseisen voor drinkwater (waaraan – behoudens ontheffing – steeds moet worden voldaan), dienen signaleringsparameters primair als waarschuwing bij overschrijding. Bij overschrijding dient onderzoek plaats te vinden naar aard van de stof en het risico, gevolgd door herstelmaatregelen indien sprake is van een risico voor de volksgezondheid. Het regime voor signaleringsparameters is daarmee anders van aard, en lichter dan dat voor specifieke kwaliteitseisen.

Bij eerdere overschrijdingen van signaleringsparameters ontstond onduidelijkheid in de praktijk, werden abusievelijk de regels voor specifieke kwaliteitseisen toegepast en volgden onnodige innamestops en ontheffingsaanvragen, terwijl er geen risico voor de volksgezondheid hoefde te zijn, zoals bijv. in geval van sucralose. Dit leidde ook tot onnodige risico’s voor de continuïteit van de openbare drinkwatervoorziening.

Om die reden worden in de Drinkwaterwet en het Drinkwaterbesluit verduidelijkingen van de regels opgenomen waardoor dit soort problemen niet meer hoeft voor te komen.

De niet in het koninklijke besluit genoemde onderdelen van de genoemde Wet tot wijziging van de Drinkwaterwet (artikel I, onderdelen B en C) zijn reeds in werking getreden, op 13 oktober 2021 (Stb. 465). Deze onderdelen hebben de bepalingen in de Drinkwaterwet m.b.t. de systematiek en hoogte van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (die bepalend is voor de maximale hoogte van de in het tarief door te berekenen vermogenskosten) gewijzigd, zodat de drinkwaterbedrijven meer ruimte krijgen voor noodzakelijke investeringen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven