Besluit van 11 oktober 2021, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen B en C, van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Drinkwaterwet (wijziging van het tijdvak van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en van het aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven en verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) en van het Besluit van 22 september 2021 tot wijziging van het Drinkwaterbesluit (wijziging van de formule in bijlage C voor de vaststelling van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 5 oktober 2021, nr. IENW/BSK-2021/233845, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel II van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Drinkwaterwet (wijziging van het tijdvak van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en van het aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven en verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) en artikel II van het Besluit van 22 september 2021 tot wijziging van het Drinkwaterbesluit (wijziging van de formule in bijlage C voor de vaststelling van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. Artikel I, onderdelen B en C, van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Drinkwaterwet (wijziging van het tijdvak van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en van het aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven en verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 2. Het Besluit van 22 september 2021 tot wijziging van het Drinkwaterbesluit (wijziging van de formule in bijlage C voor de vaststelling van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 oktober 2021

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Visser

Uitgegeven de twaalfde oktober 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Het voorliggende koninklijke besluit regelt de inwerkingtreding van:

  • artikel I, onderdelen B en C, van de Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Drinkwaterwet (wijziging van het tijdvak van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet en van het aandeel eigen vermogen voor drinkwaterbedrijven en verduidelijking van de regels voor signaleringsparameters) (hierna: de wet) en

  • het Besluit van 22 september 2021 tot wijziging van het Drinkwaterbesluit (wijziging van de formule in bijlage C voor de vaststelling van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet) (hierna: het besluit).

De artikelen en onderdelen van genoemde wet en besluit betreffen de regeling van de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet voor drinkwaterbedrijven (ofwel «weighted average cost of capital», WACC). Deze regels worden gewijzigd waardoor deze beter aansluiten op de specifieke kenmerken van de drinkwaterbedrijven en op korte termijn leiden tot een betere financierbaarheid van de investeringsopgaven waar de drinkwaterbedrijven het komende decennium voor staan.

Met het oog op het besluit met betrekking tot de WACC voor de komende drie jaren dat voor 1 november 2021 moet worden genomen wordt voor de inwerkingtreding van de genoemde onderdelen van de wet en het besluit overeenkomstig Aanwijzing voor de regelgeving 4.17, vijfde lid, aanhef en onderdelen a en b, afgeweken van het vaste verandermoment voor wetten en algemene maatregelen van bestuur (1 januari of 1 juli) en van de minimum invoeringstermijn (twee tot drie maanden). Reden voor het afwijken is het voorkomen van aanmerkelijke ongewenste private of publieke nadelen doordat de financierbaarheid van de maatschappelijke opgaven van de drinkwatersector met de inwerkingtreding van de nieuwe regels verbetert.

De overige onderdelen van artikel I van de wet (de onderdelen A, D en E) betreffen definities en verduidelijking van de artikelen van de Drinkwaterwet met betrekking tot de zogenoemde signaleringsparameters en zullen op een later tijdstip in werking treden, tegelijk met een tweede besluit tot wijziging van het Drinkwaterbesluit met eenzelfde strekking.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Visser

Naar boven