Besluit van 17 mei 2022 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 10 maart 2022 tot wijziging van het Besluit naturalisatietoets in verband met de overgangssituatie na de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 (Stb. 2022, 115)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 12 mei 2022, nr. 3980608;

Gelet op artikel II van het Besluit van 10 maart 2022 tot wijziging van het Besluit naturalisatietoets in verband met de overgangssituatie na de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 (Stb. 2022, 115);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Het Besluit van 10 maart 2022 tot wijziging van het Besluit naturalisatietoets in verband met de overgangssituatie na de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 (Stb. 2022, 115) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 mei 2022

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Uitgegeven de vijfentwintigste mei 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Dit koninklijk besluit strekt tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 10 maart 2022 tot wijziging van het Besluit naturalisatietoets in verband met de overgangssituatie na de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 (Stb. 2022, 115). Aan voornoemd besluit wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2022.

Op 1 januari 2022 is de Wet inburgering 2021 in werking getreden. Deze wet behelst nieuwe regels voor de inburgering van nieuwkomers in Nederland en vervangt de Wet inburgering 2013. De regels die gelden voor de naturalisatietoets – de toets die vreemdelingen moeten afleggen om het Nederlanderschap te verkrijgen – op grond van het Besluit naturalisatietoets, o.a. examen- en taaleisen, sluiten aan op de regels uit de inmiddels vervallen Wet inburgering 2013. Het is van belang dat deze aansluiting op de Wet inburgering 2013 voorlopig wordt voortgezet na de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021. Met het Besluit van 10 maart 2022 tot wijziging van het Besluit naturalisatietoets in verband met de overgangssituatie na de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 (Stb. 2022, 115) wordt daarom eerbiedigende werking toegekend aan de toepasselijke regels van de Wet inburgering 2013 zoals die wet luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021. Vanwege de samenhang tussen de Wet inburgering 2021 en voornoemd besluit, is het noodzakelijk dat aan dat besluit terugwerkende kracht wordt verleend zodat dat besluit na zijn inwerkingtreding terugwerkt tot en met het tijdstip van de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021, namelijk 1 januari 2022.

Het Besluit van 10 maart 2022 is op 18 maart 2022 in het Staatsblad gepubliceerd. Conform artikel 8, zesde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap is van de plaatsing van dat besluit op dezelfde datum mededeling gedaan aan beide Kamers der Staten-Generaal. Zoals die bepaling voorschrijft, treedt voornoemd besluit niet eerder in werking dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin voornoemd het is geplaatst.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven