Besluit van 19 april 2022 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel F, van de Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (Stb. 2020, 560)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 12 april 2022, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3929615;

Gelet op artikel II van de Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (Stb. 2020, 560);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdeel F, van de Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (Stb. 2020, 560) treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.

Onze Minister voor Rechtsbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 april 2022

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Uitgegeven de achtentwintigste april 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven