Besluit van 23 maart 2022 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een artikel uit de Verzamelwet SZW 2022 alsmede van het Besluit tot wijziging van het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021 in verband met het opnemen van bedragen voor de studietoeslag Participatiewet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 21 maart 2022, nr. 2022-0000076594;

Gelet op artikel XXXV van de Verzamelwet SZW 2022 en artikel II van het Besluit tot wijziging van het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021 in verband met het opnemen van bedragen voor de studietoeslag Participatiewet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel VI, onderdelen aaA, aA, Aa, Ca, en Cb, van de Verzamelwet SZW 2022 treden in werking met ingang van 1 april 2022.

ARTIKEL II

Het Besluit tot wijziging van het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021 in verband met het opnemen van bedragen voor de studietoeslag Participatiewet treedt in werking met ingang van 1 april 2022.

Onze Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 maart 2022

Willem-Alexander

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

Uitgegeven de achtentwintigste maart 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Moment inwerkingtreding

De artikelonderdelen in de Verzamelwet SZW 2022 regelen de herziening van de studietoeslag in de Participatiewet die met het amendement Maatoug en Gijs van Dijk1 in de Verzamelwet SZW 2022 is opgenomen. Conform de wens van de Tweede Kamer zal, in afwijking van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn, artikel VI, onderdelen aaA, aA, Aa, Ca, en Cb, van de Verzamelwet SZW 2022 en het Besluit tot wijziging van het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021 in verband met het opnemen van bedragen voor de studietoeslag Participatiewet, in werking treden op 1 april 2022 (aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

ARTIKEL I

Artikel XXXV van de Verzamelwet SZW 2022 bepaalt dat de artikelen van die wet in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Het merendeel van de artikelen uit de Verzamelwet SZW 2022 is al in werking getreden per 1 januari 2022.

Dit besluit regelt dat artikel VI, onderdelen aaA, aA, Aa, Ca, en Cb, van de Verzamelwet SZW 2022 in werking treedt per 1 april 2022. Het moment van inwerkingtreding is in lijn met de intentie van de indieners zoals opgenomen in de toelichting bij genoemd amendement.

Opgemerkt wordt dat artikel 78dd, dat al in werking was getreden op 1 januari 2022, in het tweede lid overgangsrecht bevat dat betrekking heeft op genoemde herziening van de studietoeslag. Aangezien dit tweede lid verwijst naar de inwerkingtreding van artikel VI, onderdeel Cb, van de Verzamelwet SZW 2022, sorteert dit overgangsrecht voor de studietoeslag nu pas effect met inwerkingtreding van het herziene artikel 36b van de Participatiewet.

Artikel II

Het Besluit tot wijziging van het Besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021 in verband met het opnemen van bedragen voor de studietoeslag Participatiewet regelt de bedragen voor de studietoeslag, bedoeld in artikel 36b van de Participatiewet en zal ook in werking treden op 1 april 2022.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 35 897, nr. 24.

Naar boven