Besluit van 24 februari 2022 tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand BES in verband met de akte van geboorte (levenloos);

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 17 december 2021, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3709148;

Gelet op de artikelen 18, derde lid, en 19j, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 januari 2022, No. W16.21.0383/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 22 februari 2022, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3850299;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit burgerlijke stand BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 48 wordt na »latere vermeldingen« toegevoegd »dan wel uit een bijvoeging als bedoeld in artikel 66, tweede lid».

B

Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De akte, bedoeld in artikel 19i, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES, draagt als opschrift «Akte van geboorte (levenloos)». In het vijfde gedeelte van de akte wordt als bijvoeging opgenomen »Akte in de zin van artikel 1:19i, eerste lid, Burgerlijk Wetboek BES».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op 1 april 2022. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 maart 2022, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 februari 2022

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Uitgegeven de elfde maart 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In artikel 19i van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES (hierna: BW BES) is bepaald dat wanneer een kind levenloos ter wereld komt, een akte wordt opgemaakt die wordt opgenomen in het overlijdensregister. Het betreft een bijzondere akte van de burgerlijke stand, aangeduid als akte van een levenloos geboren kind, die inhoudelijk grote overeenkomst vertoont met een akte van geboorte.

In Europees Nederland is gebleken dat ouders van een levenloos geboren kind grote moeite hadden met de benaming «akte levenloos geboren kind». In hun beleving was de aanduiding «levenloos geboren» een miskenning dat hun kind feitelijk heeft bestaan, althans dat het kind tijdens de zwangerschap heeft geleefd. Uit begrip hiervoor is de akte van levenloos geboren kind in Europees Nederland vervangen door een akte met het opschrift: Akte van geboorte (levenloos). Het Besluit burgerlijke stand 1994 is hiertoe per 1 juli 2017 aangepast (Stb. 2017, 212).

In dit kader is het van belang te melden dat het in Europees Nederland mogelijk is gemaakt voor ouders om een levenloos geboren kind en een levenloos aangegeven kind te laten opnemen op hun persoonslijst in de basisregistratie personen. Ouders kunnen hiertoe, onafhankelijk van elkaar, een verzoek doen bij de gemeente waar zij wonen. Deze mogelijkheid is in Europees Nederland tot stand gekomen door wijziging van de Wet basisregistratie personen, die in werking is getreden op 3 februari 2019.1

Vervolgens is een wet tot stand gekomen ter verruiming van de mogelijkheden in de Wet basisregistratie personen. Deze verruiming komt erop neer dat voor de inschrijving van een levenloos geboren kind of een levenloos aangegeven kind op de persoonslijst van de ouder voldoende is dat de ouder bij het indienen van het verzoek als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen. Het is niet (meer) nodig dat de ouder ook is of was ingeschreven bij het ter wereld komen van het kind. De wet voorziet ook in invoering van de regeling in de verruimde vorm voor de BES-eilanden. Het gaat daarbij om de mogelijkheid tot inschrijving van het kind op de persoonslijst van de ouder in de basisadministratie persoonsgegevens BES. De mogelijkheid van inschrijving geldt -nader gepreciseerd- voor kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn, alsmede voor kinderen omtrent wie een akte in een openbaar lichaam is opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is, dan wel die zijn overleden zonder zelf ingeschreven te zijn. Deze wet is in werking getreden per 1 januari 2022.2 Met dit besluit wordt ook het Besluit burgerlijke stand BES (hierna: BBS BES) in lijn gebracht met de voormelde wijziging in de regelgeving van Europees Nederland. Daartoe is artikel 66 van het BBS BES gewijzigd.

Artikel 19i, eerste lid, van Boek 1 BW BES biedt hiervoor -evenals artikel 19i van Boek 1 BW voor Europees Nederland- de ruimte daar het bepaalt dat in gevallen als de onderhavige «een akte» dient te worden opgemaakt, zonder specifiek aan te geven wat het concrete karakter hiervan is. In geval van een levenloos geboren kind wordt voortaan een akte opgemaakt met het opschrift: Akte van geboorte (levenloos) en wordt in de akte zelf een bijvoeging opgenomen in het vijfde gedeelte van de akte, luidende: Akte in de zin van artikel 1:19i, eerste lid, Burgerlijk Wetboek BES.

Daartoe is artikel 66 van het Besluit burgerlijke stand BES gewijzigd. Voor de toepasselijkheid van artikel 19i van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES en het gewijzigde artikel 66 BBS BES is bepalend dat een kind levenloos ter wereld is gekomen, ongeacht de duur van de zwangerschap.

Op deze wijze is tegemoetgekomen aan de behoefte van ouders aan een officiële erkenning dat hun kind feitelijk heeft bestaan. Tegelijk is voorkomen dat onduidelijkheid kan ontstaan over de aard van de akte. Door de extra kwalificatie «(levenloos)» in het opschrift van de akte in combinatie met de genoemde bijvoeging is dubbel geclausuleerd dat het hierbij niet om een reguliere geboorteakte gaat, maar om een bijzondere akte voor een exceptioneel geval. De herziene akte wordt, evenals nu het geval is, opgenomen in het overlijdensregister op grond van artikel 19i, eerste lid, van Boek 1 van het BW BES. Dat is ongewijzigd gebleven. Het opmaken van de akte heeft geen rechtsgevolgen. Nu dit een puur technische wijziging betreft, heeft rechtstreekse afstemming met de BES-eilanden plaatsgevonden en is, net als bij de wijziging voor het BBS in Europees Nederland, afgezien van internetconsultatie. Er is geen overgangsregeling getroffen.3 De wijziging van het besluit zal per 1 april 2022 in werking treden.

Artikel I

A

Deze wijziging van artikel 48 BBS BES voorziet erin dat de bijvoeging in het vijfde deel van een akte afgegeven op grond van artikel 19i, eerste lid, van Boek 1 BW BES, ook wordt vermeld op een uittreksel van die akte.

B

Artikel 66 BBS BES verklaart verschillende artikelen uit het BBS BES die gelden voor de geboorteaangifte van overeenkomstige toepassing op de akte als bedoeld in artikel 19i, eerste lid, BW BES. Ook maakt de bepaling duidelijk dat in deze akte alleen een geslachtsnaam en voornamen van het kind worden opgenomen als de ouders dat wensen.

Aan artikel 66 BBS BES is een nieuw tweede lid toegevoegd, dat ziet op het opschrift van de akte en de bijvoeging in het vijfde gedeelte van de akte. Het opschrift van de akte luidt voortaan: Akte van geboorte (levenloos). De verplichte bijvoeging komt te luiden: Akte in de zin van artikel 1:19i, eerste lid, Burgerlijk Wetboek BES.

Artikel II

In afwijking van de vaste verandermomenten voor wet- en regelgeving treedt het besluit in werking op 1 april 2022. De afwijking is in dit geval gerechtvaardigd omdat de BES-eilanden al in een vroeg stadium geïnformeerd en betrokken zijn bij de totstandkoming van het besluit, waardoor zij tijdig de benodigde voorbereidingen hebben kunnen treffen. Hiermee wordt voorkomen dat ouders onnodig moeten wachten om gebruik te kunnen maken van de regeling.

De technische wijzigingen in het systeem van de burgerlijke stand kunnen binnen de bestaande ICT-voorzieningen plaatsvinden. De daarmee gemoeide kosten zijn daardoor beperkt.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een Nederlandse akte is opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is (Stb. 2019, 3 en Stb. 2019, 32).

X Noot
2

Wet van 14 juli 2021 tot wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het bevorderen van de goede uitvoering van die wet op enkele onderdelen en het herstellen van enige omissies alsmede van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een akte in een openbaar lichaam is opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is, dan wel die zijn overleden zonder zelf ingeschreven te zijn (Stb. 2021, 396 en Stb. 2021, 483).

X Noot
3

De Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit heeft bij de wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 voor Europees Nederland geadviseerd om de regeling ruimhartig toe te passen. Dat geldt mutatis mutandi ook voor dit besluit.

Naar boven