Besluit van 14 juli 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU – VK Justitie en Veiligheid (Stb. 2021, 355) en tot vaststelling van het tijdstip van intrekking van het Tijdelijk besluit van 4 juni 2021, houdende regels met betrekking tot een voorziening op het gebied van rechtshandhaving en justitiële samenwerking in strafzaken met het oog op een goed verloop van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie (Stb. 2021, 272)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 14 juli 2021, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3434989;

Gelet op artikel 14 van de Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU-VK Justitie en Veiligheid en artikel 3 van het Tijdelijk besluit van 4 juni 2021, houdende regels met betrekking tot een voorziening op het gebied van rechtshandhaving en justitiële samenwerking in strafzaken met het oog op een goed verloop van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie (Stb. 2021, 272);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU-VK Justitie en Veiligheid treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 2

Het Tijdelijk besluit van 4 juni 2021, houdende regels met betrekking tot een voorziening op het gebied van rechtshandhaving en justitiële samenwerking in strafzaken met het oog op een goed verloop van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie (Stb. 2021, 272) wordt ingetrokken met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 juli 2021

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de zestiende juli 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt voorzien in inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU – VK Justitie en Veiligheid. Deel III van de op 30 december 2020 te Brussel en Londen tot stand gekomen Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland anderzijds (PbEU 2020, L444 en PbEU 2021, L 149) werd reeds met ingang van 1 januari 2021 voorlopig toegepast, en is sinds 1 mei 2021 in werking getreden (Kamerstukken II 2020/21, 35 852, nr. 3, p. 4). Om die reden voorziet artikel 1 van dit besluit in inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU – VK Justitie en Veiligheid op de kortst mogelijke termijn.

Aangezien Hoofdstuk 3 van de Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU – VK Justitie en Veiligheid een definitieve voorziening treft met betrekking tot de wederzijdse doorgifte van justitiële gegevens van en naar het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland kan het Tijdelijk besluit van 4 juni 2021, houdende regels met betrekking tot een voorziening op het gebied van rechtshandhaving en justitiële samenwerking in strafzaken met het oog op een goed verloop van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie (Stb. 2021, 272), worden ingetrokken met ingang van hetzelfde tijdstip als dat waarop de Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU – VK Justitie en Veiligheid in werking treedt. Artikel 2 van dit besluit voorziet daarin.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven