Besluit van 24 juni 2021, houdende verlenging van de geldingsduur van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 23 juni 2021, nr. 2021-0000310323;

Gelet op artikel 30, tweede lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 vervalt op 1 januari 2022.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 juni 2021

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties K.H. Ollongren

Uitgegeven de dertigste juni 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 is op 7 november 2020 in werking getreden met het oog op de herindelingsverkiezingen in enkele gemeenten op 18 november 2020.1 Een wijziging van de wet is in werking getreden op 30 januari 2021 met het oog op de verkiezing van de Tweede Kamer op 17 maart 2021.2 Op grond van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (hierna: Twv) worden bij het organiseren en houden van verkiezingen maatregelen genomen teneinde een veilige doorgang van de verkiezingen gedurende de coronapandemie mogelijk te maken, zoals het hanteren van hygiënemaatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen in stemlokalen en maatregelen die betrekking hebben op de mogelijke wijze van stemmen met het oog op de spreiding van kiezers. De door die wet tot stand gebrachte tijdelijke bepalingen vervallen in beginsel per 1 juli 2021.3

De Twv regelt in artikel 30, tweede lid, dat een verlenging steeds ten hoogste zes maanden na het tijdstip ligt waarop de wet zou vervallen. De Twv kan daarmee nu tot uiterlijk 1 januari 2022 worden verlengd.

Het niet verlengen van de Twv zou betekenen dat er vanaf 1 juli 2021 geen wettelijke basis meer bestaat voor de maatregelen die zijn genomen om verkiezingen in de context van covid-19 zo goed en veilig mogelijk te laten verlopen. Aangezien het voornemen is de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (hierna: Twm) te verlengen tot 1 september 2021 meent de regering dat in lijn daarmee ook de Twv moet worden verlengd, die de grondslag biedt voor maatregelen in verband met het coronavirus bij de organisatie van verkiezingen. De regering meent dat het nemen van maatregelen ter bestrijding van het coronavirus onverminderd noodzakelijk is om het virus te kunnen bestrijden en het zetten van stappen uit het openingsplan afhankelijk blijft van de epidemiologische situatie. Het geschetste tijdpad is dan ook met een mate van onzekerheid omgeven. De Twm, en in lijn daarmee de Twv, blijft dan ook voorlopig nog noodzakelijk.

Voor de motivering van de verlenging van de Twm zij verder verwezen naar de nota van toelichting van het koninklijk besluit tot verlenging van de Twm4 en de stand van zakenbrief van 13 april jl. van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.5

De eerstvolgende verkiezingen zijn in verband met voorgenomen gemeentelijke herindelingen gepland op 24 november 2021. Het is van belang dat de gemeenten die het betreft, vroegtijdig duidelijkheid krijgen over de wettelijke kaders waarmee zij rekening dienen te houden bij de organisatie van deze verkiezing. En dat indien het noodzakelijk is dat bijvoorbeeld hygiënemaatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, of de veilige afstand, blijven gelden in het stemlokaal, hiervoor een wettelijke grondslag bestaat. Met onderhavig besluit wordt de werkingsduur van de Twv daarom verlengd tot 1 januari 2022. De gemeenten die het betreft zullen een reële financiële compensatie ontvangen voor de coronagerelateerde kosten voor de voorbereiding van deze verkiezing.

Indien de ontwikkelingen rond het coronavirus dit toelaten zal de regering niet nalaten om de werking van de Twv op een eerder tijdstip te laten vervallen. De regering zal zich daarbij nadrukkelijk rekenschap geven van de ontwikkelingen rond de Twm. Artikel 30, derde lid van de Twv biedt daarvoor de grondslag: bij koninklijk besluit kan worden bepaald dat de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 in zijn geheel vervalt op een eerder tijdstip dan 1 januari 2022.

2. Voorgenomen wijziging Tijdelijke wet verkiezingen covid-19

De Twv maakt het niet mogelijk om bij koninklijk besluit een deel van de maatregelen uit deze wet tussentijds af te schalen en een deel van de maatregelen te behouden. Omdat het wenselijk is dat de wet ook de grondslag biedt voor de situatie dat de (basis)maatregelen bij de verkiezingen slechts gedeeltelijk worden afgeschaald, zal de regering een wijziging van de Twv in procedure brengen die dat regelt.6 Een dergelijke wettelijke grondslag biedt ook flexibiliteit indien de ontwikkelingen rond het coronavirus zodanig zijn dat de Twv (voor een deel) ook zou moeten worden verlengd met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022.

Bij gelegenheid van deze voorgenomen wijziging van de Twv zal de regering ook ingaan op de noodzaak en wenselijkheid van de wijze waarop het stemmen is geregeld in de Twv, zoals het vervroegd stemmen, briefstemmen voor personen van 70 jaar en ouder en het stemmen per volmacht. De resultaten van de evaluatie van de afgelopen Tweede Kamerverkiezing zullen bij deze wetswijziging worden betrokken. De verwachting is dat uw Kamer uiterlijk medio juni deze evaluatie en de hoofdlijnen van de voorstellen voor wijziging van de Twv kan ontvangen.

3. Voorhang Tweede en Eerste Kamer

Alvorens de voordracht voor het onderhavige koninklijk besluit kon worden gedaan is het ontwerp ingevolge artikel 30, vierde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 aan de Tweede en Eerste Kamer overgelegd. Het voornemen om een voordracht voor dit besluit te doen is op 21 mei jl. aan de Tweede en Eerste Kamer overgelegd.7 Dit heeft tot de volgende reacties geleid. De Eerste Kamer heeft het besluit op 25 mei 2021 voor kennisgeving aangenomen. De Tweede Kamer heeft het besluit geagendeerd voor het schriftelijk overleg van 11 juni 2021. In het verslag van het schriftelijk overleg zijn enkele vragen gesteld over het ontwerpbesluit, met name gericht op de vraag wat de regering voornemens is te regelen in de aangekondigde wijziging van de Twv en de planning voor deze wetswijziging en eventuele afschaling van de maatregelen, mede gelet op de gewenste duidelijkheid voor gemeenten. Deze vragen zijn beantwoord op 18 juni 2021.8

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties K.H. Ollongren


X Noot
2

Stb. 2021, 36.

X Noot
3

Artikel 30, tweede lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19.

X Noot
4

Kamerstukken II 2020/21, 35 526, nr. 61.

X Noot
5

Kamerstukken II 2020/21, 25 295, nr. 1105, in het bijzonder paragraaf 4

X Noot
7

Kamerstukken II 2020/21, 35 590, nr. 25; Kamerstukken I 2020/21, 35 590 / 35 654, nr. G.

X Noot
8

Brief met kenmerk 2021-0000314939.

Naar boven