Besluit van 3 juni 2021, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet (Stb. 2021, 26)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 mei 2021, kenmerk 2363323-1007920-WJZ;

Gelet op artikel XI van de Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet (Stb. 2021, 26);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet (Stb. 2021, 26) treedt in werking met ingang van 1 juli 2021, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, onder 01, onderdeel C, onder 2, 3 en 4, onderdeel E, onderdeel L, onder 01 en 3, onderdeel R, onder 2, onderdeel R0a, onderdeel R1a, onderdeel CC en onderdeel DD, artikel 48b, tweede en derde lid, en artikel VII.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 juni 2021

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Uitgegeven de tiende juni 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

De Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet (Stb. 2021, 26, hierna: de wijzigingswet) bepaalt dat de artikelen van de wet in werking treden bij koninklijk besluit. Voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan kan dit moment verschillend worden vastgesteld.

Met dit koninklijk besluit wordt, in overeenstemming met het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten, voorzien in de inwerkingtreding van het grootste deel van de wijzigingswet per 1 juli 2021.

Een aantal (sub)onderdelen wordt hiervan uitgezonderd. Het betreft in de eerste plaats de onderdelen die voortvloeien uit het amendement van het lid Bolkestein over de bijschrijving van leidinggevenden op de vergunning voor een horeca- of slijtersbedrijf.1 Conform de gewijzigde motie van de leden Bolkestein en Diertens2 zal de regering eerst onderzoek doen naar de doelmatigheid van het bijschrijven van dagleidinggevende op de horecavergunning voor het bestrijden van criminele activiteiten. Als uit dit onderzoek blijkt dat het mogelijk is om op objectieve gronden zinvol onderscheid te maken tussen de verschillende horeca- en slijtersbedrijven, zullen de wijzigingen ten gevolge van het genoemde amendement in werking treden.

Ook de wijzigingen die samenhangen met de instelling van de Landelijke commissie sociale hygiëne (hierna: Lcsh) als zelfstandig bestuursorgaan, treden nog niet in werking. De voorbereidingen voor de instelling van de Lcsh vragen meer tijd.

Ten slotte treedt de wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) niet in werking, omdat deze wijziging vanwege een andere wijziging van de Wet Bibob niet meer kan worden doorgevoerd en ook niet meer noodzakelijk is. Artikel VII van de wijzigingswet zal daarom bij gelegenheid komen te vervallen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Kamerstukken II 2020/21, 35 337, nr. 42.

X Noot
2

Kamerstukken II 2020/21, 35 337, nr. 45.

Naar boven