Besluit van 31 maart 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 7 oktober 2020 tot wijziging van de Uitleveringswet, het Wetboek van Strafrecht BES en het Wetboek van Strafvordering ter uitvoering van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Stb. 2020, 396) en het Besluit van 31 maart 2021 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht ter uitvoering van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2016, 180) (Stb. 2021, 187)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 25 maart 2021, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3179478;

Gelet op artikel IV van de Wet van 7 oktober 2020 tot wijziging van de Uitleveringswet, het Wetboek van Strafrecht BES en het Wetboek van Strafvordering ter uitvoering van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Stb. 2020, 396) en artikel II van het Besluit van 31 maart 2021 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht ter uitvoering van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2016, 180) (Stb. 2021, 187);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 1 mei 2021 treden in werking:

  • 1. de Wet van 7 oktober 2020 tot wijziging van de Uitleveringswet, het Wetboek van Strafrecht BES en het Wetboek van Strafvordering ter uitvoering van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Stb. 2020, 396); en

  • 2. het Besluit van 31 maart 2021 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht ter uitvoering van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2016, 180) (Stb. 2021, 187)

Onze Minister van Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 31 maart 2021

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de negentiende april 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

De genoemde regelgeving strekt tot uitvoering van het op 22 oktober 2015 te Riga tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme (Trb. 2016, 180). De uitzondering op de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn wordt gerechtvaardigd doordat de onderhavige regelgeving uitvoering geeft aan een internationaal verdrag.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven