Besluit van 23 februari 2021, houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van het besluit van 13 december 2017, houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit ter regeling van de elektronische sigaret zonder nicotine en nadere regeling van voor roken bestemde kruidenproducten (Stb. 2018, 8)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 19 februari 2021, kenmerk 1827590-218414-WJZ;

Gelet op artikel III van het besluit van 13 december 2017, houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit ter regeling van de elektronische sigaret zonder nicotine en andere regeling van voor roken bestemde kruidenproducten (Stb. 2018, 8);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel II, onderdeel A, tweede, derde en vierde gedachtestreepje, en onderdeel B, tweede lid, van het besluit van 13 december 2017, houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit ter regeling van de elektronische sigaret zonder nicotine en nadere regeling van voor roken bestemde kruidenproducten (Stb. 2018, 8), treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 februari 2021

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Uitgegeven de achtste maart 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Achtergrond

Op grond van artikel 11c, tweede lid, van de Tabaks- en rookwarenwet kan de bijlage bij deze wet bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd. In de bijlage bij de Tabaks- en rookwarenwet zijn alle bedragen vastgesteld van de op te leggen bestuurlijke boetes voor overtredingen van bepalingen van de Tabaks- en rookwarenwet. Deze bijlage bestaat uit vier boetecategorieën. Afhankelijk van de aard van de persoon tot wie een bepaling is gericht, de ernst van de overtreding, het effect van de sanctie en de mate waarin de overtreder profijt heeft van zijn sanctie1, wordt een bepaling opgenomen in boetecategorie A, B, C of D.

Met ingang van 1 juli 2018 is een aantal wijzigingen doorgevoerd in de Tabaks- en rookwarenwet2. Ook de boetebedragen voor overtreding van deze artikelen zijn in de bijlage bij de Tabaks- en rookwarenwet daar destijds op aangepast.3 Eén onderdeel van deze wetswijziging – te weten: artikel 5, derde lid, van de Tabaks- en rookwarenwet, dat betrekking heeft op het verbod te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten te tonen – is met ingang van 1 januari 2020 in werking getreden.4 Dit verbod staat bekend als het uitstalverbod. Door de toevoeging van dat derde lid, zijn het derde tot en met het zevende lid, vernummerd tot het vierde tot en met het achtste lid.5 Het besluit waarmee deze wijzigingen worden doorgevoerd in de bijlage bij de Tabaks- en rookwarenwet, is echter nog niet in werking getreden. Dit had eveneens met ingang van 1 januari 2020 moeten gebeuren. Het huidige zevende en achtste lid missen hierdoor aansluiting bij de juiste boetecategorieën in de bijlage. Met onderhavig inwerkingtredingsbesluit wordt alsnog in de inwerkingtreding van die wijzigingen in de bijlage voorzien. Hierdoor is, net zoals altijd al het geval was, de overtreding van het zevende lid zowel in boetecategorie A als B van de bijlage opgenomen en staat het achtste lid opgenomen in categorie A. Daarnaast wordt in de bijlage verduidelijkt dat een overtreding van het uitstalverbod als bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Tabaks- en rookwarenwet – dat een nadere invulling betreft van het algemene reclameverbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Tabaks- en rookwarenwet – kan worden bestraft met een bestuurlijke boete van boetecategorie B. Dit betekent dat nu alle onderdelen van de wijziging van 1 juli 2018 van de Tabaks- en rookwarenwet en de bijlage bij die wet in werking zijn getreden.

Inwerkingtreding

Omdat het reparatieregelgeving betreft, treedt dit besluit, in overeenstemming met artikel 4.17, vijfde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving, een dag na publicatie in het Staatsblad in werking.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Ingevolge de Boetewijzer voor het bepalen van de maximumboete in wetgeving.

X Noot
2

Stb. 2017, 72.

X Noot
3

Stb. 2018, 8.

X Noot
5

Stb. 2018, 112.

Naar boven