Besluit van 3 november 2020 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 7 oktober 2020 tot wijziging van de Wet op rechterlijke organisatie in verband met het wegnemen van belemmeringen voor gerechten bij het verlenen van onderlinge bijstand in geval van gebrek aan voldoende zittingscapaciteit (Stb. 2020, 388)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 29 oktober 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3064297;

Gelet op artikel IV van de wet van 7 oktober 2020 tot wijziging van de Wet op rechterlijke organisatie in verband met het wegnemen van belemmeringen voor gerechten bij het verlenen van onderlinge bijstand in geval van gebrek aan voldoende zittingscapaciteit (Stb. 2020, 388);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 7 oktober 2020 tot wijziging van de Wet op rechterlijke organisatie in verband met het wegnemen van belemmeringen voor gerechten bij het verlenen van onderlinge bijstand in geval van gebrek aan voldoende zittingscapaciteit (Stb. 2020, 388) treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Onze Minister voor Rechtsbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 november 2020

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de achttiende november 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven