Besluit van 29 januari 2020, houdende vaststelling van het moment van inwerkingtreding van de Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke handhaving en enkele verbeteringen) (Stb. 2019, 6) en het Besluit van 29 januari 2020 tot wijziging van het Besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009 in verband met wijzigingen ten aanzien van de vooropleiding, de bijscholing en het herintrederstraject en enige andere wijzigingen (Stb. 2020, 37)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 23 januari 2020, nr. IenW/BSK-2019/269682, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel III van de Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke handhaving en enkele verbeteringen) (Stb. 2019, 6) en artikel II van het Besluit van 29 januari 2020 tot wijziging van het Besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009 in verband met wijzigingen ten aanzien van de vooropleiding, de bijscholing en het herintrederstraject en enige andere wijzigingen (Stb. 2020, 37);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke handhaving en enkele verbeteringen) (Stb. 2019, 6) en het Besluit van 29 januari 2020 tot wijziging van het Besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009 in verband met wijzigingen ten aanzien van de vooropleiding, de bijscholing en het herintrederstraject en enige andere wijzigingen (Stb. 2020, 37) treden in werking met ingang van 1 april 2020.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 januari 2020

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Uitgegeven de zevende februari 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt voorzien in de inwerkingtreding van de Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke handhaving en enkele verbeteringen) (Stb. 2019, 6; hierna «wijzigingswet») en het Besluit van 29 januari 2020 tot wijziging van het Besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009 in verband met wijzigingen ten aanzien van de vooropleiding, de bijscholing en het herintrederstraject en enige andere wijzigingen (Stb. 2020, 37; hierna «wijzigingsbesluit»). Die zal plaatsvinden met ingang van 1 april 2020.

Er wordt voor de inwerkingtreding afgeweken van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten, opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Er wordt voor de afwijking hiervan een beroep gedaan op de uitzondering, genoemd in het vijfde lid, onderdeel a, van aanwijzing 4.17. De wijzgingswet en met name het wijzigingsbesluit hebben een aanmerkelijk voordeel voor de rijinstructeurs. Na inwerkingtreding zullen voor hen de consequenties van het niet behalen van de praktische bijscholing minder groot zijn en hoeven ze maar één praktische bijscholing te volgen als die voldoende is beoordeeld. Daarnaast is spoedige inwerkingtreding van de VOG-verplichting voor rijinstructeurs die een nieuw certificaat aanvragen uit de wijzigingswet zeer gewenst om de integriteit van rijinstructeurs beter te waarborgen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven