Besluit van 16 juli 2020, houdende aanwijzing van de locaties en de werkgebieden van de meldkamers, bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Politiewet 2012 (Besluit aanwijzing meldkamers)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid van 24 juni 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken; nr. 2952148;

Gelet op het artikel 25a, tweede lid, van de Politiewet 2012;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 juli 2020, no. W16.20.0206/II);

Gezien het nader rapport van de Minister van Justitie en Veiligheid van 14 juli 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken; nr. 2967650;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De onderstaande meldkamers hebben als locatie de achter die meldkamer vermelde gemeente, en als werkgebied de daarachter vermelde regio of regio’s uit de bijlage, bedoeld in artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s:

a. Noord-Nederland

Drachten

Groningen, Fryslân, Drenthe;

b. Oost-Nederland

Apeldoorn

IJsselland, Twente, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Midden, Gelderland-Zuid;

c. Midden-Nederland

Hilversum

Utrecht, Flevoland, Gooi en Vechtstreek;

d. Noord-Holland

Haarlem

Noord-Holland-Noord, Zaanstreek-Waterland, Kennemerland;

e. Amsterdam

Amsterdam

Amsterdam-Amstelland;

f. Den Haag

Den Haag

Haaglanden, Hollands Midden;

g. Rotterdam

Rotterdam

Rotterdam-Rijnmond, Zuid-Holland-Zuid;

h. Zeeland-West-Brabant

Bergen op Zoom

Zeeland, Midden- en West-Brabant;

i. Oost-Brabant

Den Bosch

Brabant-Noord, Brabant-Zuidoost;

j. Limburg

Maastricht

Limburg-Noord, Limburg-Zuid.

Artikel 2

  • 1. In afwijking van artikel 1, eerste lid, onder b, wordt tot het moment dat de meldkamerfunctie voor het aangewezen werkgebied van de meldkamer Oost-Nederland wordt uitgevoerd op de meldkamer in Apeldoorn, de meldkamerfunctie in dat gebied uitgevoerd op een of meer van de meldkamers die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit in dat gebied gevestigd en operationeel zijn.

  • 2. In afwijking van artikel 1, eerste lid, onder c, wordt tot het moment dat de meldkamerfunctie voor het aangewezen werkgebied van de meldkamer Midden-Nederland wordt uitgevoerd op de meldkamer in Hilversum, de meldkamerfunctie in dat gebied uitgevoerd op een of meer van de meldkamers die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit in dat gebied gevestigd en operationeel zijn.

  • 3. Dit artikel vervalt op het tijdstip dat alle artikelen en onderdelen daarvan van de Wijzigingswet meldkamers in werking zijn getreden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 2020.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing meldkamers.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij horende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 juli 2020

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de vierentwintigste juli 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

De Politiewet 2012, zoals gewijzigd door de Wijzigingswet meldkamers, bepaalt in artikel 25a, eerste lid, dat de politie meldkamers heeft, en in artikel 25a, tweede lid, dat bij algemene maatregel van bestuur de locatie en het werkgebied van elke meldkamer worden aangewezen. Dit besluit geeft hieraan invulling.

Bij de totstandkoming in 2013 van het Transitieakkoord Meldkamer van de toekomst (bijlage bij Kamerstukken II 2013/14, 29 517, nr. 75) waren er 25 meldkamers. In dat akkoord werd door de betrokken partijen het voornemen vastgelegd om die meldkamers zodanig samen te voegen dat er uiteindelijk nog tien meldkamers zouden zijn. Als dit proces is afgerond, kan het aantal van tien meldkamers daadwerkelijk in de Politiewet 2012 worden vastgelegd. De Wijzigingswet meldkamers bevat daartoe al een bepaling (het in artikel I, onder C, opgenomen artikel 25a, eerste lid, van de Politiewet 2012), maar de derde zin van het eerste lid is nog niet in werking getreden (zie het Besluit van 23 juni 2020 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wijzigingswet meldkamers; Stb. 2020, 213). Dat staat er niet aan in de weg dat op grond van het nieuwe artikel 25a, tweede lid, van de Politiewet 2012 in artikel 1 van dit besluit van elk van de (beoogde tien) meldkamers is bepaald in welke gemeente die meldkamer is of wordt gevestigd, en het gebied waarvoor die meldkamer de meldkamerfunctie uitvoert of zal gaan uitvoeren. Dat werkgebied bestaat uit een of meer van de veiligheidsregio’s die staan opgesomd in de bijlage bij artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s. Een regio beslaat het grondgebied van de gemeenten die in die bijlage onder de desbetreffende regionaam staan vermeld.

Artikel 2 bevat overgangsrecht. De meldkamer Oost-Nederland, met als vestigingsplaats Apeldoorn, en de meldkamer Midden-Nederland, met als vestigingsplaats Hilversum, waren namelijk nog niet operationeel bij de inwerkingtreding van dit besluit.

Het eerste lid bepaalt dat de meldkamerfunctie in het werkgebied van de (beoogde) meldkamer Oost-Nederland wordt uitgevoerd op een of meer van de drie huidige meldkamers in dat gebied, gevestigd in Apeldoorn, Arnhem en Hengelo, totdat de (negende) samengevoegde meldkamer in Apeldoorn operationeel is.

Het tweede lid bepaalt dat de meldkamerfunctie in het werkgebied van de (beoogde) meldkamer Midden-Nederland wordt uitgevoerd op een of meer van de drie huidige meldkamers in dat werkgebied, gevestigd in Lelystad, Naarden en Utrecht, totdat de tiende en laatste samengevoegde meldkamer, in Hilversum, operationeel is.

In beide leden staat »een of meer», omdat het denkbaar is dat in aanloop naar de beide samenvoegingen er per gebied al twee meldkamers worden samengevoegd.

Naar verwachting is de samengevoegde meldkamer in Apeldoorn in 2022 operationeel, en die in Hilversum in 2025. Er is van afgezien deze jaartallen op te nemen in dit besluit. Als bij de laatste samenvoeging onnodige vertraging zou optreden, kan het derde lid fungeren als stok achter de deur. Zodra in een koninklijk besluit wordt vastgelegd op welk tijdstip de bepaling dat er tien meldkamers zijn, in werking treedt (vanaf welk moment dus alle artikelen en onderdelen van die wet zullen zijn getreden), moet vóór dat moment het proces van samenvoeging voltooid zijn, omdat dan immers artikel 2 van dit besluit vervalt.

Om aansluiting te bereiken met het tijdstip van inwerkingtreding van de Wijzigingswet meldkamers, is in artikel 3 gekozen voor het verlenen van terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2020.

Het besluit is afgestemd in het Strategisch en het Bestuurlijk Meldkamer Beraad. In beide gremia zijn alle partijen uit het meldkamerveld vertegenwoordigd. Het besluit betreft feitelijk een codificatie van een situatie waar door alle betrokken partijen naartoe is gewerkt op basis van het Transitieakkoord Meldkamer van de toekomst (2013), en het ontwerp leende zich dus niet voor een internetconsultatie.

De aanwijzing van de locaties en de werkgebieden van de tien meldkamers brengt geen nadere financiële en/of uitvoeringsgevolgen met zich. Het aandeel van de deelnemende partijen in de kosten van het beheer van de meldkamers is bestuurlijk overeengekomen in het Uitwerkingskader meldkamers uit 2018 en opgenomen in de begroting van Justitie en Veiligheid voor 2020.

Evenmin zijn er gevolgen voor de regeldruk voorzien. De ATR deelt de analyse en conclusie dat er geen gevolgen voor de regeldruk zijn.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven